Wetenschappers zijn er voor het eerst in geslaagd te achterhalen wat voor kleur de veren van bepaalde dinosaurus heeft gehad. Dat meldt de Universiteit van Bristol.
Uit het onderzoek blijkt dat de Sinosauropteryx, een 1,2 meter lange vleesetende dinosaurus die ongeveer 120 miljoen jaar geleden leefde, oranje en witte veren op zijn staart had. De onderzoekers concludeerden dit na bestudering van melanosomen
(pigmentkorrels) in een fossiel van de sauriër. De veren zouden in een gestreept patroon op de staart hebben gegroeid. De oorspronkelijk pigmentkorrels waren verdwenen, maar dankzij nagelaten afdrukken konden de onderzoekers de melanosomen toch vergelijken met die van moderne vogels.
Volgens Mike Benton, professor paleontologie aan de Universiteit van Bristol, geeft het onderzoek veel inzicht in het ontstaan van veren. De Sinosauropteryx wordt wel gezien als een voorouder van de moderne vogels. Volgens de professor kan nu meer gezegd over de oorspronkelijke functie van de veren. Bekend is dat veren er al waren voor de komst van vleugels. Oorspronkelijk waren ze dus niet bedoeld om mee te vliegen. Benton vermoedt dat veren aanvankelijk ontstonden als een soort platform voor kleurvertoon en pas later een functie kregen voor vlucht en isolatie.
De melanosomen werden onderzocht met een zogenaamde rasterelektronenmicroscoop. Nadeel is dat fossielen beschadigd worden als met deze microscoop pigmentkorrels worden onderzocht.