Een verborgen parel: de grootste neo-Byzantijnse kerk van Nederland

De Sint-Jan de Doper in Waalwijk
8 minuten leestijd
Binnenarchitectuur van de Sint-Jan
Binnenarchitectuur van de Sint-Jan (CC BY-SA 4.0 - Cede1001 - wiki)
De Sint-Jan in Waalwijk is al bijna een eeuw een markante verschijning in het Brabantse landschap. De geschiedenis van dit neo-Byzantijnse kerkgebouw, ontworpen in 1925, wordt beschreven in het recent verschenen boek Koepels uit elkaar geboren. Auteur Jan van Oudheusden staat niet alleen stil bij het verhaal van de bouw en decoraties van de bijzondere kerk, maar plaatst het erfgoed ook in de context van lokale en nationale ontwikkelingen. Op Historiek publiceren we een bewerkt fragment uit het boek.

Het rijke roomse leven in zijn zondagse pak

In het jaar 1925 wordt de Waalwijkse Sint-Jan in gebruik genomen. Een imposant kerkgebouw in neo-Byzantijnse stijl, met negentien koperen koepels en een forse toren. Een wonderlijk bouwsel, heel anders dan de roomse gebedshuizen van de neogotische stijl, dan nog de heersende mode. Het is bijzonder dat de rooms-katholieke gemeenschap in deze provincieplaats (bescheiden naar omvang en qua rijkdom) de bouw van zo’n tempel mogelijk heeft gemaakt. Nog wel zo’n exotisch oriëntaals ontwerp. De Sint-Jan is een uiting van het voortschrijdend proces van roomse emancipatie.

Goddank, geen ongelukken

Bij de ingebruikneming in november 1925 dankt bouwpastoor N. van Riel allen die de bouw mogelijk hebben gemaakt, om te beginnen de voorouders van de parochianen en zijn ambtsvoorgangers die met zuinig beheer de bouw en het onderhoud van de kerk hebben gesteund. Speciaal noemt hij de voornaamste geldgever, wijlen weldoener Pieter Wijten. Diens goedgeefsheid stelt Van Riel ten voorbeeld aan zijn parochianen. Het gebaar van de heren schoen- en lederfabrikanten – de schenking van het imponerende koperen baldakijn boven het hoofdaltaar – noemt hij een bewijs van ‘milddadigheid’ dat navolging verdient om het kerkinterieur verder op te tuigen. Hij dankt God dat het bouwproject is gerealiseerd zonder noemenswaardige ongelukken.

De nieuwe Sint-Janskerk in 1925. Op het kerkplein is de gestalte van pastoor Van Riel zichtbaar.
De nieuwe Sint-Janskerk in 1925. Op het kerkplein is de gestalte van pastoor Van Riel zichtbaar. – Foto no. 001899, Aviodrome luchtvaartmuseum.

Woorden van dank richt hij uiteraard ook tot de jonge architect Hendrik Willem Valk die in een van de voorste banken zit, en voor wie deze dag heel speciaal is. Valk, ‘die door kunde en doorzicht een gebouw heeft ontworpen dat aan het verre nageslacht zijn roem zal verkondigen.’ Ook dankt Van Riel de aannemers Thunnissen en Van Sambeek, hun opzichters en werknemers voor hun ijver. Hoe vaak Van Riel ook op de bouwplaats heeft rondgelopen, nooit heeft hij uit hun mond een onvertogen woord gehoord. Van Riel spoort al zijn beminde parochianen aan om veelvuldig te blijven bidden om God te danken voor dit schitterende gebouw.

Intocht van zijne eminentie de bisschop

Het echte feest is in mei 1927. Alsof de paus in hoogsteigen persoon op visite zal komen, zo nauwgezet heeft katholiek Waalwijk zich voorbereid op de zondag waarop de Bossche bisschop Arnold Diepen de kerk zal komen consecreren. Anderhalf jaar lang hebben ze er in Waalwijk op moeten wachten. Dagenlang zijn buurtcomités in de weer geweest om erebogen op te richten en versierselen aan te brengen. Aan de gevels van huizen van de katholieke Waalwijkers wapperen de vlaggen vrolijk in het zonnetje. Vóór de kerk, van de poort tot de hoofdingang kronkelen zich bloemen- en plantenrijen.

In het begin van de middag reist een comité van kerkmeesters naar de Brabantse hoofdstad om de bisschop vanuit zijn paleis op te halen. Rond half vijf passeert de auto met de hoge gast de brug over het Drongelens Kanaal. Die maakt eerst een korte stop om de bisschop een eresaluut te laten brengen aan de Sint-Clemenskerk in Waalwijk-Oost. Een kilometer verder is de volgende halte. Dat is aan De Hoek, de toegang tot het centrum, waar een dubbele ereboog prijkt. Daar stapt de monseigneur uit de wagen. Hij luistert geduldig naar een lange redevoering van gemeentesecretaris Toon van Liempt, de voorzitter van het ontvangstcomité. Van Liempt kiest de meest zalvende woorden om de hoge gast te eren. Nu zal de kroon worden gezet, zo spreekt hij, op het…

…grootsche werk, tot stand gekomen uit het gezeegend initiatief van onzen gevierden Pastoor, gesteund door de instemming van Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid.

Van Liempt toont zich verheugd met de consecratie van ‘den prachtigen nieuwen Godstempel, waarvan de luister afstraalt op onze parochie’.

Sint-Jan de Doper in Waalwijk
Sint-Jan de Doper in Waalwijk (CC BY-SA 4.0 – Janderk68 – wiki)

Een roomse wapenschouw

In de Grotestraat staat al een lange stoet van geüniformeerde loopgroepen opgesteld. Langzaam zet die zich in beweging. Langs de route kunnen duizenden toeschouwers zich vergapen aan een imposante wapenschouw van het veelkleurige verenigingsleven van de Waalwijkse centrumparochie. Dit is het rijke Roomse leven in zijn zondagse pak! Het ziet zwart van de mensen, ook velen van buiten Waalwijk. Ze willen niets van het schouwspel missen.

De Sint-Jan, hier gezien vanuit het zuiden, telt in totaal negentien koperen koepels.
De Sint-Jan, hier gezien vanuit het zuiden, telt in totaal negentien koperen koepels. (CC BY-SA 4.0 – M. van Bladel – wiki)
Onder meer zijn er loopgroepen van de gymnastiekverenigingen, de Liedertafel, het kerkelijk zangkoor, de R.K. Handelsschool, de harmonie ‘Sint Crispijn’, de katholieke lederbewerkersbond en de katholieke werkgevers. Onder luid gebeier van de Sint-Jansklokken ‘Crispinus’ en ‘Crispinianus’ (patroonheiligen van de schoenmakers) gaat de sliert door de lange Grotestraat helemaal naar de westgrens van de parochie. Daar staat de gotische Havenkerk. In de vijftiende eeuw gebouwd door katholieken, maar in 1647 ‘afgepakt’ door de Nederlands-Hervormden, en nooit meer teruggegeven. Staan de dominee en de ouderlingen ook in de menigte? Hun dubbele gevoelens laten zich raden.

Scheerlings passeert de bisschop deze voormalige parochiekerk van Sint Jan. Dan keert de stoet om en vervolgens loopt zij via de nieuwe woonstraten, het treinstation en de Stationsstraat langs de Markt naar de hoofdingang van de kerk. Ook daar is het afgeladen druk. Er staan honderdvijftig ‘onschuldige bruidjes’ klaar, vakkundig gedirigeerd door de zusters van J.M.J (Jezus, Maria, Jozef). Elk van de meisjes heeft bloemen in de hand. De bruidjes verrassen de purpergemantelde prelaat met een ‘pieuze kinderhulde’.

Toejuichingen voor de bisschop bij zijn rondrit.
Toejuichingen voor de bisschop bij zijn rondrit. (Beeldbank SALHA, no. WAA 15447)

In de kerk, tot de laatste plaats bezet, is het de beurt aan pastoor Van Riel om de monseigneur de hemel in te prijzen; speciaal voor zijn fiat aan de bouw van de nieuwe Sint-Jan en voor zijn komst naar Waalwijk. Natuurlijk grijpt Van Riel dit moment aan om zijn gebouw nog eens in het zonnetje te zetten:

Men zegt wel eens: “Ze is te mooi”. Maar kan zij wel te mooi zijn als zij toch is een huis voor God, ter liefde van Hem gebouwd, waar Hij komt wonen en waar de parochianen met liefde en vol eerbied zullen komen bidden en zich met het Offer aan het altaar zullen vereenigen.

De bisschop antwoordt met complimenten aan Van Riels parochianen: ‘Het hart van een Bisschop, door God aangesteld om een diocees te besturen, moet wel ontroeren als deze bij het binnenkomen in een parochie zooveel ondubbelzinnige bewijzen van godsdienstzin, geloofsijver en volgzaamheid aan het door God gesteld geestelijk gezag mag ondervinden.’

De dag wordt besloten met een serenade door de harmonie van de rooms-katholieke werknemersbond Sint Crispijn en de Liedertafel Oefening en Vermaak, gevolgd door een volksfeest rondom de kiosk op de Markt.

Bisschop A. Diepen tussen hoogwaardigheidsbekleders. Geheel rechts pastoor N. van Riel van de Waalwijkse Sint-Jansparochie.
Bisschop A. Diepen tussen hoogwaardigheidsbekleders. Geheel rechts pastoor N. van Riel van de Waalwijkse Sint-Jansparochie. – Beeldbank SALHA (Streekarchief Langstraat Heusden en Altena), no. WAA10406.

Een duivelsuitdrijving

De dag daarop vindt de eigenlijke kerkwijding plaats. Volgens oude voorschriften bestaat de plechtigheid uit vier delen: de inbezitneming van de kerk door de bisschop; de zuivering en heiliging van de kerk; het overbrengen en bijzetten van de relikwieën; en een heilige mis ter bekroning van al dat werk.

Voor de inbezitneming moet het wijwatervat goed gevuld zijn. De bisschop doopt er zijn kwast in en loopt, al zwaaiend met zijn kwast, maar liefst drie rondjes om de kerk; tweemaal rechtsom en eenmaal linksom. Daarmee maakt hij duidelijk dat het gebouw louter voor de eredienst gebruikt zal worden. Het mag nooit dienen voor profaan gebruik. Met de besprenkeling van de buitenmuren en ingangen met wijwater zal ‘de macht van de duivel over het Godshuis worden gebroken’. Het ziet eruit als een duivelsuitdrijving. Steeds als de bisschop na zo’n looprondje weer voor de hoofdingang verschijnt, slaat hij met zijn staf tegen de deur. Op de vraag van de diaken: ‘Wie is er nu koning in de kerk?’ antwoordt hij: ‘De sterke en machtige Heer, de Heer die machtig is in den krijg!’ Na de derde keer heet het: ‘Die Koning der glorie is de Heer der Heerscharen!’ Allen roepen driemaal: ‘Opent de deur!’ Daarna schrijdt monseigneur Diepen naar binnen, als ware vertegenwoordiger van Christus.

Op ons eenentwintigste-eeuwers mag het beschreven ceremonieel vreemd overkomen. De lezer vraagt zich af hoe de toeschouwers anno 1927 aankeken tegen de vertoning vol bezwerende rituele handelingen van bisschop Diepen en pastoor Van Riel. Ook kunnen wij gissen naar wat de kerkvorst en de pastoor werkelijk beweegt. Voelen zij de hand van God op hun schouders, bij het hanteren van de wijwaterkwast en het wierookvat? Dat is goed denkbaar, al zijn zij er evenzeer op gebrand om als hoofdrolspelers het spektakelstuk gewoon vlekkeloos volgens het script uit te voeren.

Koperen ciborium met hoogaltaar in de Sint-Jan van Waalwijk
Koperen ciborium met hoogaltaar in de Sint-Jan van Waalwijk (CC BY-SA 4.0 – Cede1001 – wiki)

Binnen in de kerk volgen nog enkele ceremonieën. Hieraan wordt wederom kwistig wijwater gespendeerd, want ook uit het interieur moeten de kwade geesten worden verdreven. Zevenmaal schrijdt de kerkvorst rondom het zwarte altaar, terwijl hij een psalm van koning David zingt. Daarna loopt hij driemaal langs alle zijwanden om die met wijwater te besprenkelen. Dan is hij nog niet klaar. Hij loopt kruislings de kerk door in de lengte en in de breedte, om naar alle windstreken de vloer en de hele kerkruimte te zegenen.

Sint-Jan van Waalwijk in aanbouw, mei 1925
Sint-Jan van Waalwijk in aanbouw, mei 1925
In een plechtige processie worden op een draagbaar enkele relikwieën naar het altaar gedragen; eerst alweer via een rondje buiten de kerk om; en dan naar binnen. Pas na die processie is het de beurt aan de parochianen om de nu geheiligde kerkruimte te betreden. Zij die de afsluitende mis willen bijwonen, dienen zich voorbeeldig te gedragen. De elite mag door de hoofdingang naar binnen, en ‘gewone’ parochianen via een van de zij-ingangen. De parochiële feestgids die dit alles nauwkeurig beschrijft, besluit met een ernstige boodschap:

Er zal TEN STRENGSTE op gelet worden dat ieder van zijn eigen gepachte zitplaats kan gebruikmaken, dus dat deze niet worden ingenomen door niet-rechthebbenden of vreemdelingen.

Elke kerkganger doopt de vingers van de rechterhand in het wijwatervat en maakt een kruisteken. De relikwieën worden plechtig in het altaar geschoven; werklieden metselen de ruimte vervolgens dicht. Dan verricht Diepen onder het zingen van psalmen nog een reeks handelingen om het altaar met heilige zalf in te wijden. Ten slotte maakt de bisschop nogmaals een rondje door de processiegangen, ditmaal om op twaalf plaatsen een hardstenen Maltezer kruisje te bestrijken met chrisma, een gewijd mengsel van olijfolie en balsem.

Wat blijft er na honderd jaar overeind?

In die hoogtijdagen van de verzuiling, de jaren twintig tot zestig van de twintigste eeuw, bouwt de plaatselijke clerus zelfbewust en ijverig verder aan zijn uitgebreide netwerk van roomse instellingen en verenigingen. Het katholieke gemeenschap groeit en bloeit. Maar een kleine halve eeuw na de inwijding van de Sint-Jan wankelt de zuil, lopen alle kerken in snel tempo leeg en is het katholieke openbare leven plotsklaps op sterven na dood.

Koepels uit elkaar geboren
 
Wat overeind blijft, dat zijn de stoere kerken in het hart van onze stadscentra. Zoals de Sint-Jan van Waalwijk, een echt ‘landmark’ dat met zijn hoge toren en groene koepels het silhouet van de groeistad Waalwijk bekroont. Anno 2024-25 krijgen de karakteristieke koepels, als het ware uit elkaar geboren, weer een nieuwe koperen bedekking. Er vinden volop rondleidingen, concerten en exposities plaats. Als cultureel erfgoed zal het gebouw – met zijn mooie kunstschatten – zijn waarde wel behouden. Maar de toekomst van het kerkgebouw als godshuis en als sacrale plek voor de eredienst, is precair. De betrokkenheid van gelovigen en hun bereidheid bij te dragen aan een bloeiende parochie zijn essentieel.

Boek: Koepels uit elkaar geboren

0
Reageren?x
×