Dark
Light

Pantheïsme – Betekenis en voorbeelden

Auteur:
2 minuten leestijd
Pantheïsme (CC0 - Pixabay - ipicgr)
Pantheïsme (CC0 - Pixabay - ipicgr)

De term pantheïsme is afkomstig uit de godsdienstgeschiedenis. Wat betekent deze term en hoe komen we aan dit begrip?

Herkomst en betekenis van de term pantheïsme

John Toland
John Toland
De term pantheïsme is een samentrekking uit het Grieks: ‘pan’ (πάν) betekent alles of geheel, ’theos’ (θεος) betekent god. Het pantheïsme heeft als uitgangspunt dat God en de wereld één zijn. Feitelijk betekent dit dat alles (en iedereen) goddelijk is of iets goddelijks bevat. God is feitelijk immanent aan de natuur en monistisch: het natuurlijke en goddelijke staan onlosmakelijk in verbinding met elkaar. Pantheïsten ontkennen het bestaan van een persoonlijke God. Anders dan bij het theïsme zijn God en de wereld (de dingen en mensen) niet ontologisch van elkaar gescheiden. Verder valt pantheïsme te interpreteren als een vorm van atheïsme.

Het begrip pantheïsme is voor het eerst gebruikt – als ‘pantheïst’ voor iemand die dit soort geloof aanhangt – door de Ierse filosoof en vrijmetselaar John Toland (1670-1722). Hij deed dit in zijn werk Socinianism Truly Stated uit 1705. Toland, die zelf pantheïst was, werd bestreden door andere filosofen. Een van hen was Jacques de la Faye. In diens filosofische werk uit 1709, Defensio Religionis, gebruikte hij voor het eerst de term ‘pantheïsme’ om Tolands religieuze opvattingen mee te duiden. Toland reageerde hierop weer in 1732 in het boek Pantheisticon.

Enkele voorbeelden uit de geschiedenis

De leer van het pantheïsme is afkomstig uit de Indiase filosofie, maar ook beïnvloed door onder meer de Griekse denkers Anaximander en Plato (die sprak van één Wereldziel). Pantheïstische opvattingen zijn van daaruit in meerdere religies en wereldbeelden terechtgekomen. Zo hebben het hindoeïsme, het boeddhisme, het taoïsme en het religieus humanisme pantheïstische kenmerken, evenals de christelijke gnostiek en de vrijmetselarij.

John Scotus Eriugena
John Scotus Eriugena
Het pantheïsme leefde in verscheidene perioden in de geschiedenis op. Zo werd reeds in de Middeleeuwen, rond 855, de Schotse theoloog Johannes Scotus (alias Eriugena’, de ‘eerste vader van de scholastiek’) door de Rooms-Katholieke Kerk veroordeeld vanwege zijn pantheïstische opvattingen die hij verwoordde in zijn werk Periphyseon. In het jaar 1600 belandde de Italiaanse vrijdenker Giordano Bruno, na te zijn veroordeeld door de Inquisitie, op de brandstapel.

Tijdens de Renaissance speelde, onder invloed van het humanisme, het pantheïsme ook op. Onder meer Baruch Spinoza verkondigde pantheïstisch gedachtegoed. En in latere periode, onder meer ten tijde van de Romantiek in de negentiende eeuw, was dit opnieuw het geval. Zo hadden de Duitse filosoof Johann Wolfgang von Goethe en de geschiedfilosoof George Hegel pantheïstische denkbeelden.

Ook de bekende wetenschapper Albert Einstein was een pantheïst.

Tegenwoordig komt pantheïstisch gedachtegoed voor in de filosofie, religie, literatuur, maar ook veel in de media. Films als Star Wars, Avatar en The Lion King verkondigen – op momenten – dit soort gedachtegoed.

Lees ook: Kenmerken en betekenis van monotheïsme en polytheïsme
Boek: Karen Armstrong – Een geschiedenis van God

Bronnen

Internet
-https://www.ensie.nl/jules-grandgagnage/pantheisme
-https://www.britannica.com/topic/pantheism
-https://plato.stanford.edu/entries/pantheism/

×