In Pompeii zijn onder een ingestorte muur de skeletten van twee mannen gevonden. Vermoed wordt dat de twee om het leven kwamen tijdens een van de aardbevingen die voorafgingen aan de uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Christus. Dat heeft het Archeologisch Park van Pompeii bekendgemaakt.
De skeletten zijn vermoedelijk van twee mannen van halverwege de vijftig. Ze werden gevonden in Insula dei Casti Amanti, een oude wijk in Pompeii met onder meer een bakkerij en enkele huizen. Afgaande op verschillende botbreuken achten archeologen het aannemelijk dat de mannen stierven toen het gebouw door een aardbeving instortte. Waarschijnlijk gebeurde dit nog voordat de stad werd bedolven door lavastromen en vulkanische as.
Seismische activiteit
Een van de mannen stierf waarschijnlijk terwijl hij zijn arm omhoog hield, mogelijk in een poging zichzelf te beschermen tegen de vallende muur. De andere man lag vlakbij hem. Vanwege enkele aardbevingen in de dagen voorafgaand aan de uitbarsting van de Vesuvius waren bij het gebouw waarschijnlijk herstel- of renovatiewerkzaamheden aan de gang.
De onderzoekers hopen met deze ontdekking meer inzicht te krijgen in de seismische activiteit die gepaard ging met de vulkaanuitbarsting.
Pompeii werd begraven onder een zes meter dikke laag vulkanische as. Die laag zorgde ervoor dat de stad 1600 jaar lang intact bleef en latere generaties kunnen zien hoe het dagelijks leven er vroeger in de stad ongeveer uitzag. De afgelopen tweehonderdvijftig jaar zijn al meer dan 1.300 slachtoffers gevonden op de archeologische vindplaats. In 2020 vonden onderzoekers nog twee skeletten in een kamer die mogelijk als slaapvertrek werd gebruikt door slaven.