Tijdens kabinetsonderhandelingen is hij veelvuldig te zien: de Stadhouderskamer. De kamer werd in 2012 gebruikt tijdens de formatie van het kabinet-Rutte II. En ook in 2017 is de kamer de plek waar onderhandeld wordt over een nieuwe coalitieakkoord.
De naam van de kamer verwijst naar de achttiende eeuw. Stadhouder Willem V gebruikte de kamer toen als werk- en ontvangstkamer. Op een paar kleine technische aanpassingen en nieuwe stoelen na, ziet de Stadhouderskamer er nog precies zo uit als in de tijd van Willem V. En dat maakt soms indruk op de gasten. In een artikel in NRC haalt oud-premier Dries van Agt bijvoorbeeld herinneringen op aan vergaderingen die hij in 1979 in de kamer voerde.
“De geest werd altijd vitaler als ik de Stadhouderskamer betrad. […] In de kamer werd ik van top tot teen, van kruis tot kruin, vervuld van het idee dat Nederland een grote natie is geweest.”
In 2012 nam voor het eerst niet de koning, maar de Tweede Kamer het voortouw nam bij de formatie. Dit was ook de eerste keer dat de Stadhouderskamer werd gebruikt voor de onderhandelingen. En in 2017 is de kamer dus opnieuw het toneel van onderhandelingen. Mogelijk is een traditie geboren.
Interieur
Aan de muren van de Stadhouderskamer zijn handgeweven wandtapijten te vinden, met afbeeldingen van de godin van de akkerbouw Ceres en vruchtbaarheidsgod Vertumnus. Deze afbeeldingen zijn een herinnering aan de stad Pompeii, die in de tijd van Willem V net was opgegraven.
Vroeger werd de Stadhouderskamer ook wel de ‘ministerskamer’ genoemd. Dit omdat ministers en staatssecretarissen voor en na hun optreden in de Tweede Kamer vaak in de ruimte verbleven.