In het voorjaar van 1668 bewerkte een boekdrukker in Utrecht een manuscript van een boek dat in de vroege zomer zou moeten verschijnen: Een ligt schijnende in duystere plaatsen, om te verligten de voornaamste saaken der Gods geleertheyd en Gods dienst.
Voor 1500 gulden werd in juli 1668 de schuilplaats van Koerbagh onthuld, waarna de vrijdenker in de boeien werd geslagen en afgevoerd werd naar Amsterdam.
Een radicaal verboden boek De filosoof en vrijdenker Adriaan Koerbagh (1633-1669) publiceerde in 1668 Een ligt schijnende in duystere plaatsen, een betoog vóór de rede en tegen allerlei dogma’s van de (gereformeerde) kerk. Het boek werd onmiddellijk in beslag genomen en bijna de gehele oplage werd vernietigd. Koerbagh bewoog zich in de kring rond Spinoza. Hij was van mening dat
Op 27 juli 1668 eiste Cornelis Witsen, de schout van Amsterdam, dat Adriaan Koerbagh, een intellectueel, arts en jurist, zou worden veroordeeld tot het in het openbaar afhakken van zijn rechterduim, het doorsteken van zijn tong met een gloeiende priem, dertig jaar gevangenisstraf en het verbranden van al zijn boeken:
Museum Meermanno in Den Haag toont vanaf donderdag twee originele exemplaren van het spraakmakende en verboden boek van Adriaan Koerbagh uit 1668. Dit naar aanleiding van de verschijning van Een licht dat schijnt in duistere plaatsen, de hertaling van het werk door Michiel Wielema dat pas is verschenen bij Uitgeverij Vantilt. Het werk van filosoof en vrijdenker Adriaan Koerbagh (1633-1669)