Alfred Nobel is de uitvinder van het dynamiet. Jaarlijks worden op zijn initiatief vijf Nobelprijzen uitgereikt aan mensen die iets belangrijks hebben gedaan.
De Joods-Litouwse oogarts en filoloog Lejzer Zamenhof ontwierp de internationale hulptaal Esperanto. De taal wordt tegenwoordig in meer dan 120 landen gesproken.
De Belgische instrumentenbouwer Adolphe Sax werd beroemd door zijn uitvinding van de saxofoon, een instrument dat tevens naar de uitvinder vernoemd is.
De Amerikaan Elias Howe wordt door sommigen beschouwd als de uitvinder van de naaimachine. Feitelijk is dat niet juist, maar hij ontwikkelde in 1846 wel de eerste naaimachine die geschikt was voor praktisch gebruik.
De Duitse natuurkundige Heinrich Hertz werd vooral bekend vanwege de ontdekking van de radiogolven. De eenheid van frequentie is naar de Duitser vernoemd.
De Zwitserse biochemicus Johann Friedrich Miescher is de geschiedenisboeken ingegaan als de ontdekker van het DNA (ook wel desoxyribonucleïnezuur). De Zwitser deed zijn ontdekking in 1869.
Amerikaanse ontdekkingsreiziger die samen met Meriwether Lewis de zogenaamde Lewis en Clark Expeditie leidde. Tijdens deze expeditie werd het westen van het Noordamerikaanse continent onderzocht.
De Amerikaanse uitvinder en kunstschilder Samuel Morse vond in 1835 de morsecode uit. Zijn uitvinding van de elektrische telegraaf was van zeer grote betekenis voor de ontwikkeling van verbindingen in het tweede deel van de negentiende eeuw.
De Amerikaan Whitcomb Judson is de uitvinder van de eerste ritssluiting, toen nog kramsluiter genoemd. Judson deed zijn uitvinding in 1893, demonstreerde hem tijdens de Wereldtentoonstelling in Chicago en ontving in 1896 patent.