Vorig jaar zomer kondigde het kabinet aan dat het actief op zoek zou gaan naar de stoffelijke resten van Johan van Oldenbarnevelt. De resten van de belangrijke staatsman werden na zijn onthoofding in 1619 bijgezet in een kist in de Hofkapel bij het Binnenhof. De renovatie van het Binnenhof biedt archeologen de mogelijkheid om ook de resten onder de voormalige kapel te onderzoeken. Deze week liet staatssecretaris Raymond Knops de Tweede Kamer echter weten dat de aangekondigde zoektocht er toch niet komt.
Recentelijk is ter plekke aanvullend onderzoek gedaan. Hieruit is volgens Knops gebleken dat het “constructief en financieel” niet haalbaar is om alle menselijke resten onder de voormalige Hofkapel te onderzoeken.
Vooraf was al duidelijk dat het lastig kon worden om de resten van Johan van Oldenbarnevelt op te sporen. In de grafkelder onder de Eerste Kamer liggen namelijk de resten van enkele honderden historische figuren. Door verschillende verbouwingen en herordeningen van de graven liggen deze resten bovendien vaak niet meer in de context van hun oorspronkelijke begraving. Groot probleem is verder dat er geen hedendaagse DNA-match beschikbaar is waarmee de eventuele stoffelijke resten van Johan van Oldenbarnevelt geïdentificeerd kunnen worden. De hoop was daarom onder meer gericht op de vondst van het lichaam van de zoon van de staatsman, Reinier, die vier jaar na de dood van zijn vader eveneens werd onthoofd. Ook zijn resten belandden hierna in de Hofkapel. Als men twee genetisch nauw verwante skeletten zou vinden, zo was de gedachte, dan was de kans groot dat het om Johan en Reinier van Oldenbarnevelt ging.
Vanwege het politieke besluit om het onderzoek te staken, is dit alles echter niet meer actueel. Vanuit de kelderruimte van de Eerste Kamer worden nog wel enkele openingen gemaakt naar de ruimte onder de begane grond van de Hofkapel. Archeologen proberen vervolgens de constructie van de grafkelders en mogelijk menselijk botmateriaal in beeld te brengen, onder meer via 3d scans. De komende maanden worden de onderzoeksplannen, samen met de afdeling archeologie van de gemeente Den Haag verder uitgewerkt.
Kritiek
SP-Kamerlid Ronald van Raak maakte zich de afgelopen jaren vaak hard voor een zoektocht naar de stoffelijke overblijfselen van Van Oldenbarnevelt. Volgens hem was het een vreemde zaak dat de resten van de prominente staatsman mogelijk in een vergeten kelder lagen. Toen het kabinet vorig jaar een onderzoek aankondigde was er echter ook kritiek te horen. Zo wezen enkele historici bijvoorbeeld op het Verdrag van Valletta (1992), dat ook door Nederland is ondertekend. Hierin is onder meer vastgelegd dat archeologische opgravingen pas mogen plaatsvinden als het behoud van het erfgoed in het geding is. Ook gaven deze historici aan het dubieus te vinden dat de resten van de staatsman als “relikwieën” worden nagejaagd.
Het is overigens onduidelijk of de resten van Johan van Oldenbarnevelt überhaupt nog onder de voormalige Hofkapel liggen. Vast staat dat deze resten na de dood van de staatsman naar de kelder werden overgebracht, maar volgens verschillende verhalen werd de kist korte tijd later weggenomen door familieleden.
Ook interessant: Executie van Johan van Oldenbarnevelt (1619)
…of: Een wereld van verschil: Maurits en Oldenbarnevelt
…of: Medestander Johan van Oldenbarnevelt werd postuum opgehangen
Boek: Johan van Oldenbarnevelt 1547-1619 – Grondlegger van de Nederlandse staat