Bij Harmelen (provincie Utrecht) wordt zondag een monument onthuld ter nagedachtenis aan de treinramp bij Harmelen van 8 januari 1962.
Het monument wordt onthuld door Pieter van Vollenhoven, oud-voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Het is zondag precies vijftig jaar geleden dat de ramp zich voltrok.
In de mistige ochtend van 8 januari 1962 reden twee passagierstreinen op elkaar in bij de Putkop in Harmelen. Er waren, als gevolg van deze grootste treinramp uit de Nederlandse geschiedenis, 93 doden en 52 gewonden te betreuren.
Na de ramp werd er uitvoerig onderzoek gedaan naar oorzaken. Er kwam onder meer naar voren dat een van de machinisten een geel sein had gemist. De ram bij Harmelen leidde tot een versnelde invoering van het systeem van automatische treinbeïnvloeding (ATB). Dit systeem zorgt er voor dat een trein automatisch vaart minder en uiteindelijk stopt, wanneer een machinist niet op een sein reageert.
Het monument ter nagedachtenis aan de ramp staat langs de treinrails, vlakbij de plek waar de treinen in 1962 op elkaar botsten.
Het kunstwerk is gemaakt door Taeke de Jong en bestaat uit twee iets achter over hellende zwarte platen, die schuin ten opzichte van elkaar staan. Op het monument staan de namen van de slachtoffers.
November vorig jaar verscheen er al een boek over de treinramp bij Harmelen. In dit boek zijn onder meer veertig niet eerder gepubliceerde foto’s van de ramp gepubliceerd. Deze foto’s werden kort na de botsing gemaakt door de KLPD.