Het Frans-Spaanse grensstation Canfranc was lange tijd slechts een droom, totdat het project krap honderd jaar geleden gerealiseerd werd en daarmee de Pyreneeën bedwongen waren.
Het Spoorwegmuseum in Utrecht heeft een collectie objecten uit de periode rond de Tweede Wereldoorlog gedigitaliseerd en online toegankelijk gemaakt. Het gaat om ongeveer tienduizend foto's en objecten over de mobilisatieperiode, bezettingsjaren, bevrijding en wederopbouw (1939-1960).
In een perronoverkapping van station Leeuwarden hebben medewerkers van ProRail een fles gevonden met daarin briefjes uit 1891. De flessenpost bevat de namen van drie postbodes en een conducteur.
Over Amerikaanse presidenten doen uiteraard veel verhalen én mythen de ronde. Een weinig bekende mythe is die van Track 61, een spoorlijn die speciaal voor de Amerikaanse president Franklin Delano Roosevelt zou zijn aangelegd.
De bouw en ontwikkeling van het Centraal Station van Amsterdam beïnvloedt de stad en andersom. De niet meer weg te denken toegangspoort tot het centrum van de stad is vanaf de oplevering van het door Pierre Cuypers ontworpen gebouw in 1889 een gezichtsbepalend vervoersknooppunt. In de afgelopen honderddrieëndertig jaar is er veel veranderd in en rond het station.
Menig reiziger die aankomt op station Antwerpen-Centraal zal onder de indruk zijn van het opvallende stationsgebouw, ook wel eens de 'spoorwegkathedraal' genoemd. Het karakteristieke station werd in de negentiende eeuw gebouwd in opdracht van koning Leopold II.
Vijfentwintig jaar geleden kwam er een einde aan een tijdperk; op 16 mei 1997 maakte de posttrein in Nederland zijn laatste rit.
In de ochtend van 8 januari 1962 deed zich in de buurt van het Utrechtse dorp Harmelen de grootste treinramp uit de Nederlandse geschiedenis voor.
In 1900 probeerde de Duitse keizer Wilhelm II samen met zijn vrouw keizerin Auguste Viktoria een voor die tijd zeer moderne vorm van transport uit: de ‘Wuppertaler Schwebebahn’.
De NS neemt na zesenveertig jaar afscheid van de eerste Sprinter die in Nederland heeft gereden. De trein is inmiddels verouderd en wordt vervangen door een nieuwe Sprinter. Afgelopen week werd de oorspronkelijke Sprinter voor het laatst ingezet, op de lijn Zwolle – Utrecht.
In 1842 beschikt Amsterdam over twee stations. Een aan de westkant, het begin van de spoorlijn naar Haarlem en een aan de zuidoostkant van waaruit de treinen vertrekken richting Utrecht. In 1860 komt de Wet op de Staatsspoorwegen tot stand die voorziet in de aanleg van een lijn van Den Helder naar Amsterdam. Deze drie lijnen dienen op een of
In totaal hebben 804 overlevenden van de transporten een geldbedrag ontvangen. De overige tegemoetkomingen waren voor nabestaanden. Met de regeling was volgens de NS in totaal ruim 43 miljoen euro gemoeid.
Roken op treinstations en perrons is niet meer toegestaan. De afgelopen maanden heeft spoorbeheerder ProRail alle resterende rookpalen van de perrons verwijderd. De rookpaal is nu dus een museumstuk. Letterlijk. ProRail en NS hebben de laatste rookpaal namelijk aan het Spoorwegmuseum in Utrecht geschonken.
In het laatste kwart van de negentiende eeuw moet er een virus zijn rondgegaan in Nederland: elke vlek, elk dorp, elke regio wilde een eigen lokale spoorverbinding. Ontsluiting, meedoen aan de schitterende toekomst die in het verschiet lag.
Vrijwel direct na de inval van de Duitsers in mei 1940 sloot de NS een ‘loyaal samenwerkingscontract’ met de Duitse bezetter. Daarmee hoopte het bedrijf relatief autonoom te kunnen blijven opereren onder het Duitse bewind.
In 1846 vertrok de eerste stoomlocomotief die van het Gare Saint-Lazare de reis naar Brussel ging maken, onder luid gejuich van de aanwezige menigte. Al snel werden de landsgrenzen overal door spoorwegen gepasseerd.
Dankzij het Verdrag van Versailles kreeg België een klein deel van een tot die tijd Duitse spoorweg toegewezen. Voor België was deze spoorweg interessant omdat deze de industriële centra van Aken en Luxemburg met elkaar verbond. Hij liep echter wel dwars door Duitsland...
In 1939 werd in Amsterdam het Amstelstation gebouwd, net als station Muiderpoort. Zo kreeg Amsterdam een snellere verbinding naar het oosten.
De Kameel deed sinds 1954 dienst als directie- en inspectierijtuig. Het rijtuig is bekend om zijn bijzondere uiterlijk. Aan de voor- en achterkant van de trein zit een machinistencabine op het dak.
De conducteur vraagt reizigers bij het verlaten van de trein vaak of ze hun bezittingen mee willen nemen. Toch blijven er nog geregeld zaken in wagons achter.