Tijdens het ongeïnteresseerd door je Twitterfeed scrollen of bij het snel openslaan van de krant, stuit je al snel op een politieke cartoon: de in ongenoegen getuite pruillippen en de uitvergrote kuif van Donald Trump, de sterk aangezette haakneus van Theresa May en de immer lachende, inclusief overdreven voortanden, Mark Rutte – je kunt er tegenwoordig vrijwel niet omheen. De humoristische, karikaturale afbeeldingen, vaak begeleid door een snedig onderschrift, toveren een glimlach op het gezicht van de aanschouwer.
Tientallen politieke prenten passeren in het boek de revue: niet alleen humoristische, politieke cartoons, maar ook kleurrijke schoolplaten, grove schetsen en minutieuze portretten van politici of politieke taferelen zijn te bewonderen. Iedere prent geeft een eigen inkijkje in de politieke gaarkeuken in de late negentiende en vroege twintigste eeuw, een uitermate spannende periode in de Nederlandse parlementaire geschiedenis.
Veranderingen
Het parlement was, in de periode vóór 1880, een elitair en besloten instituut, vrijwel volledig bemand door liberalen, die ver van de (weinige) kiezers afstonden, en hun mandaat vrij en ongebonden uitoefenden. Maar na 1880 veranderde dat langzaam. Confessionele en socialistische partijen, die de specifieke belangen van hun achterban probeerden te behartigen, deden hun intrede. Dat was even schrikken voor de liberale volksvertegenwoordigers, die altijd het algemeen belang in hun achterhoofd hadden gehouden. Nu werden de notabelen door de confessionele en socialistische opmars namelijk gedwongen om eveneens in contact te treden met hun kiezers. Daardoor floreerde al snel een klimaat van buitenparlementaire politiek, waarin ook de politieke prentkunst prima kon gedijen.
Pieter de Josselin de Jong
De ‘Parlementaire portretten’ van Josselin de Jongs wisten bovendien de persoonlijkheid van de verschillende Kamerleden uitstekend te kenschetsen. Dat was op dat moment geen overbodige luxe, want met het oog op de te houden verkiezingen was het bijzonder wenselijk dat de kiezers zich een goed beeld konden vormen van de heren politici. Het weekblad Eigen Haard, waar Josselin de Jong regelmatig in publiceerde, was er dan ook trots op dat het de politiek had weten te populariseren.
Schitterend bronmateriaal
Naast de vrij nauwgezette portretten van Josselin de Jong waren er natuurlijk ook tal van tekenaars die er een andere stijl op na hielden: meer grotesk, karikaturaal, overdreven, spottend of humoristisch. Politici werden dikwijls afgebeeld als circusartiesten, acrobaten of worstelaars; met buitenproportionele voorhoofden, neuzen of oren; slapend, duttend, verveeld of ruziënd; geschetst of in detail.

Telkens zegt de afbeelding ook iets over de aard van de toenmalige politiek, de politicus in kwestie of de politieke kleur van de tekenaar. Zo werd de ingedutte Nederlandse politiek in een tekening voorgesteld als een schone slaapster, die wakker werd geschud door Prins Kieswet; in een andere afbeelding smijten Tweede Kamerleden met wandelstokken, paraplu’s en hoeden en maken de kijker bewust van de verruwing in de Nederlandse politiek en het toenemende gebruik van ongewone krachttermen in bepaalde debatten. Kortom, schitterend bronmateriaal, dat terecht in de schijnwerpers wordt geplaatst.
Brugfunctie
Een vlot geschreven boek met de prachtige politieke prenten weliswaar als absoluut hoogtepunt, maar tevens met een nuttige, heldere, informatieve omlijsting. Een mooie symbiose tussen kunstgeschiedenis en politieke geschiedenis; tussen de spotprent als kunstwerk en als factor van politieke betekenis.
Boek: Tussen politiek & publiek
Fragment uit het boek: Het publiek krijgt het parlement in beeld