Dark
Light

Terug naar het Binnenhof (1945)

De Tweede Kamer in ere hersteld
Auteur:
4 minuten leestijd
Opening Tweede Kamer. Ministers begeven zich naar de Tweede Kamer - 25 september 1945
Opening Tweede Kamer. Ministers begeven zich naar de Tweede Kamer - 25 september 1945 (CC0 - Fotograaf Onbekend / Anefo - wiki)

Na ruim vijf jaar Duitse bezetting keerden in het najaar van 1945 de oorspronkelijke bewoners weer terug naar het Binnenhof: de leden van de Tweede Kamer, maar ook de ministers van het noodkabinet-Schermerhorn-Drees, griffiers, bodes, journalisten, ambtenaren, koffiejuffrouwen, bewakers en belangstellenden. Het doel: het door de oorlog onderbroken parlementaire werk weer hervatten.

Kamervoorzitter Josef van Schaik
Kamervoorzitter Josef van Schaik (CC0 – Fotograaf Onbekend / Anefo – wiki)
Op 25 september 1945 was het zover: met een ferme tik met de voorzittershamer opende Josef van Schaik de eerste naoorlogse vergadering van de Tweede Kamer. ‘De parlementaire machine liep meteen al op volle toeren’, schreef de Volkskrant. Dat de Tweede Kamer terugkeerde naar Den Haag is voor ons nu – 75 jaar later – wellicht heel vanzelfsprekend. Maar dat was het destijds niet: de oorlog had immers diepe groeven nagelaten, ook in het politieke leven van Nederland.

Terug naar het Binnenhof

In het in opdracht van de Tweede Kamer geschreven boek Terug naar het Binnenhof. De Tweede Kamer in ere hersteld beschrijft politiek historica Carla Hoetink hoe het Binnenhof na 1945 herstelde van vijf jaar Duitse bezetting.

Op 25 september 1945, na de opening van voorzitter Van Schaik, kwam de Tweede Kamer als vanouds weer bijeen. Dat was belangrijk, want het onderstreepte de illegaliteit van de Duitse bezetting, die in 1940 het functioneren van de democratie onmogelijk had gemaakt.

Vooroorlogse ‘staat’ van de democratie

Maar niet iedereen wilde zomaar terug naar de oude parlementaire orde. In de jaren voor de oorlog zat de democratie namelijk behoorlijk in het slob. Het sterk versnipperde parlement functioneerde toen maar matig. Na de oorlog werd het parlement zelfs verantwoordelijk gehouden voor het falen van de Nederlandse politiek, zowel in sociaaleconomisch opzicht als ten aanzien van de landsverdediging.

De twijfels over en de kritiek op de vooroorlogse democratie waren groot. Daarom wilde men de naoorlogse parlementaire democratie anders vormgeven. En niet zomaar, uit gewoonte, terugkeren naar de vooroorlogse situatie.

Roep om verandering

Tijdens de oorlog klonk die roep om verandering al. Nederlandse prominenten bogen zich, in het interneringskamp in Sint-Michielsgestel, al over de vraag hoe de naoorlogse parlementaire democratie eruit moest komen te zien. De geïnterneerden bespraken allerlei ingrijpende aanpassingen aan het staatsbestel, zoals over de functie en de bevoegdheden van het parlement. Ze wilden koste wat kost voorkomen dat er – net als in de jaren dertig – weer een kwetsbaar parlement zou herrijzen. Vernieuwing was nodig, vonden zij.

Ook in Londen, waar de Nederlandse regering in ballingschap zat, dacht men na over hoe de democratie er direct na de oorlog uit moest komen te zien. Premier Gerbrandy speelde zelfs met de gedachte om de parlementsloze periode na de bevrijding nog wat te verlengen om nieuwe verkiezingen voor te bereiden. Tijdens de verkiezingstijd kon men dan nadenken over een verbeterde staatsinrichting. Maar zijn sociaaldemocratische ministers hielden hem van dat idee af.

Representativiteit van de Kamer

Gerbrandy deed zijn voorstel omdat hij vond dat de naoorlogse Tweede Kamer niet meer representatief was. De laatste verkiezingen hadden namelijk al in 1937 plaatsgevonden. Dat betekende dat de zittingstermijn en het mandaat van de zittende Kamerleden al in 1941 was verstreken. Bovendien was de Kamer in 1945 ook niet meer voltallig: een kwart van de zetels was leeg. Een tiental Kamerleden was tijdens de oorlog overleden en de NSB-Kamerleden waren niet meer welkom. De vraag hoe legaal en legitiem het parlement nog was, sleepte zich voort.

Geneutraliseerd, tijdelijk parlement

Uiteindelijk bedacht het noodkabinet-Schermerhorn-Drees, waarin Willem Schermerhorn Gerbrandy verving als premier, een noodoplossing: een tijdelijk parlement werd geïnstalleerd met de opdracht om te komen tot een nieuw, voltallig parlement. Dat tijdelijke parlement kon dan de vacante Kamerzetels vullen met mensen die zich tijdens de oorlog hadden bewezen in het verzetswerk of de illegale pers. Omdat het tijdelijke parlement niet representatief was, beperkte het kabinet de bevoegdheden van de Kamer.

Door de Kamer naar de zijlijn te verwijzen, kon de regering – op basis van staatsnoodrecht – snel en effectief aan de wederopbouw beginnen. Dat had immers prioriteit. Daarna zou – zo beloofde de regering – de constitutionele verhoudingen weer hersteld worden.

Vernieuwing of restauratie?

Het herstellen van de constitutionele verhoudingen tussen kabinet en Tweede Kamer ging niet zonder slag of stoot. Het kabinet bleef lange tijd de meeste zaken buiten het parlement om regelen – de urgentie van de wederopbouw had die aanpak gerechtvaardigd. Maar uiteindelijk was het voortduren van die werkwijze tegen het zere been van de Tweede Kamer. De Kamer gaf de regering toen onmiskenbaar te weten dat de constitutionele verhouding gauw hersteld moesten worden. Dat was immers ‘hoe ’t behoorde te zijn’.

Terug naar het Binnenhof - Carla Hoetink
Terug naar het Binnenhof – Carla Hoetink
Maar… betekende het streven van de Kamer naar ‘hoe ’t behoorde te zijn’ het (voorlopige) einde van de vernieuwingsidealen uit Sint-Michielsgestel?

Slot

Terug naar het Binnenhof is een boeiende schets van een relatief onbekende, maar bijzonder problematische tijd. Hoetink ontrafelt kundig en met liefde voor het onderwerp hoe het naoorlogse herstel van de Kamer verliep. Haar analyse (met Hoetinks antwoord op de vraag van zojuist) wordt gevolgd door een serie portretten van hoofdrolspelers en prachtige beeldfragmenten uit die tijd. Dat geeft de nodige kleur aan het boek.

Terug naar het Binnenhof is een bescheiden, papieren monument, dat herinnert aan het moment dat J. van Schaik, op 25 september 1945, na vijf lange en bange jaren, met een korte klap van de voorzittershamer de oude democratie nieuw leven inblies.

Boek: Terug naar het Binnenhof – De Tweede Kamer in ere hersteld
Ook interessant: Koningin Wilhelmina wilde af van partijstelsel

Bekijk dit boek bij:

Mark Barrois (1994) studeerde geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Na het volgen van de master ‘Actuele Geschiedenis’ vervolgde hij zijn studie met de interdisciplinaire master ‘Politiek & Parlement’. Inmiddels heeft hij die master ook succesvol afgerond. Zijn interesse gaat onder meer uit naar het functioneren van de lokale democratie en het openbaar bestuur. Met name het thema ‘burgerparticipatie’ spreekt hem daarbij aan. LinkedIn-profiel

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×