Op donderdag 9 november 1989, om 23.29 uur, viel de Berlijnse Muur. Op dat moment openden grenswachters de slagbomen en lieten Oost-Duitsers door zonder ze te controleren. Die dag betekende het begin van grote veranderingen in Europa en ook in Nederland. Vaak zijn de maatschappelijke veranderingen in Nederlands in de afgelopen 25 jaar vooral intern behandeld en geanalyseerd. In Na de val. Nederland na 1989, verklaart de maatschappelijke onrust in Nederland daarentegen vanuit de nieuwe internationale verhoudingen na de val van de Muur.
Klein-maar-dappersyndroom
In de inleiding omschrijft Jurgens het doel van zijn boek als volgt:
“Ik wil op zoek naar de oorzaken van de grote maatschappelijke veranderingen in Nederland in de afgelopen vijfentwintig jaar. Meestal worden die oorzaken gezocht in interne verhoudingen in de Nederlandse samenleving, zoals de kloof tussen burger en politiek, het democratisch tekort, de vrijblijvende tot niets verplichtende tolerantie, de negatieve effecten van open grenzen op de arbeidsmarkt voor laagopgeleiden, voortdurende soevereiniteitsoverdracht van Den Haag naar Brussel, een terugkerend klein-maar-dappersyndroom of een hardnekkig onbehagen in de politieke cultuur. De debatten zijn vaak erg op Nederland zelf gericht, alsof dat wat buiten het land gebeurt weinig relevant is. (…) Juist de sterke internationale oriëntatie en de grote internationale belangen van Nederlandse bedrijven in het buitenland hebben een tegenreactie tot gevolg: de behoefte aan geborgenheid, aan sociale cohesie in eigen land.” (9)

Lubbers vs. Kohl
Het boek begint met een hoofdstuk over de oorzaken van en reacties op de val van de Muur, waarbij de aandacht ook uitgaat naar de reacties op de val van de Muur in Nederland. In de Nederlandse pers was lang niet iedereen enthousiast over een mogelijke Duitse hereniging. Hetzelfde gold voor premier Ruud Lubbers. Op 8 december 1989 sprak hij, tijdens een diner van regeringsleiders in Straatsburg, president Helmut Kohl in een toespraak rechtstreeks aan op diens zogenoemde Tienpuntenplan, en dan met name op Kohls gebruik van de term ‘één Duits volk’:
“Hij vroeg Kohl of het op basis van het verleden wel opportuun was te spreken van één Duits volk en of dit begrip ook betrekking had op Poolse burgers van Duitse origine. Lubbers vroeg zich bovendien af of het op basis van het verleden niet te vroeg was om te praten over zelfbeschikking. Kohl was not amused. Hij antwoordde Lubbers na afloop van het diner dat hij hem de Duitse geschiedenis nog eens zou uitleggen. Over deze bijeenkomst werd lang nagepraat. Kohl zelf kon het niet laten bij herhaling het ijzige karakter van de top te benadrukken. Margaret Thatcher vond Lubbers’ toespraak van enige moed getuigen, maar volgens de Belgische premier Wilfried Martens is er toen wat geknapt in de relatie tussen Lubbers en Kohl.” (41,42)
1989 als cesuur
Verder vond op 2 oktober 1989 de eerste uitzending plaats van een commerciële televisiezender: RTL-Veronique. Deze zender, met onder meer Loretta Schrijver als presentatrice, boekte op 9 november een succes door als eerste (een dag eerder dan de NOS) verslag te doen van de val van de Muur. ‘Een historische dag, deze 9e november 1989′, zo opende Loretta Schrijver het nieuws.
Ten slotte vormde de publicatie van Salman Rushdie’s Satanic Verses (een jaar eerder, in 1988) een aankondiging van het veranderende tijdsgewricht, zo schrijft Jurgens. Dit boek werd zeer goed ontvangen in de pers, alleen niet door moslims. In februari 1989 sprak ayatollah Khomeini van Iran een fatwa uit over Rushdie en iedereen die bij de publicatie van dit boek betrokken was. Alle moslims werden opgeroepen om Rushdie te vermoorden. Deze affaire was een eyeopener voor de Nederlandse politiek, onder wie vooral VVD-politicus Frits Bolkestein. Zijn lezing ‘On the collapse of the Soviet Union’ uit september 1991 wordt nog steeds beschouwd als de aanzet tot het debat over multiculturalisme in Nederland.
Verder noemt Jurgens nog als een belangrijks paradigmaverandering het feit dat de trans-Atlantische oriëntatie van Nederland na 1989 onder druk kwam te staan en de focus noodgedwongen meer kwam te liggen op de uitdijende Europese Gemeenschap (later Unie). In de jaren 1990 stond Nederland binnen de debatten een meer supranationale Europese Gemeenschap voor, maar als kleintje onder de groten werden de Nederlandse voorstellen hiertoe van tafel geveegd.
Generatietheorie
In hoofdstuk 4 laat Jurgens zien dat hij uitstekend op de hoogte is van het debat over typisch Nederlandse begrippen die de naoorlogse periode typeren: verzuiling, ontzuiling, het poldermodel en de gegroeide kloof tussen de burgers en de politiek. Jurgens gaat hier diep in op het historiografische debat over de generatietheorie en de Nederlandse cultuur van de jaren 1950 tot de jaren 1990. De belangrijkste sociologen en historici die hierover hebben geschreven passeren de revue, onder wie Arend Lijphart, Henk Becker, Hans Righart, James Kennedy en, meer recent, Peter van Dam.
Internet en mobieltjes?
Uiteraard passeren nog tal van andere onderwerpen die in de jaren 1990 tot heden van belang waren, de revue: het bevrijdende EK-voetbal in 1988 (toen Nederland in de halve finale West-Duitsland versloeg) in relatie tot het Nederlands Duitslandbeeld, de Paarse kabinetten, de teloorgang van het CDA na Ruud Lubbers, de val van Srebrenica, de aanslagen op het World Trade Center van 11 september 2001 en de moordaanslagen op Pim Fortuyn en Theo van Gogh.
Lees hier een deel van de inleiding