Het vagevuur is volgens het katholieke geloof de plek waar gelovigen na hun dood terechtkomen als hun ziel, vanwege tijdens hun leven begane zonden, nog niet volledig zuiver is. De gestorven moeten gelouterd worden door het vuur, voordat ze tot de hemel kunnen toetreden. Andere woorden voor het vagevuur zijn bijvoorbeeld louteringsberg of purgatorium.
Soms wordt het vagevuur verward met het ‘voorportaal van de hel’. Dit is onterecht omdat gelovigen volgens de katholieke leer alleen naar de louteringsberg gaan als hun ziel bestemd is toe te treden tot de hemel. De gelovigen zijn alleen nog niet zuiver genoeg om de hemel gelijk te betreden. Anders dan de hel is het vagevuur dus van tijdelijke aard. Als alle zonden ‘weggevaagd’ zijn, volgt immers de opname in de hemel.
Bijbel
In de Bijbel komt het fenomeen vagevuur overigens niet voor. Vaak wordt wel een fragment uit het Nieuwe Testament aangehaald als rechtvaardiging van de leer:
“Eens iegelijks werk zal openbaar worden; want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt; en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven. Zo iemands werk blijft, dat hij daarop gebouwd heeft, die zal loon ontvangen. Zo iemands werk zal verbrand worden, die zal schade lijden; maar zelf zal hij behouden worden, doch alzo als door vuur. Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont?” – 1 Korintiërs 3:13-16 (online-bijbel.nl)
Over het algemeen zijn theologen van mening dat gelovigen niet tot het vagevuur veroordeeld worden, maar dat ze feitelijk zichzelf veroordelen door zonde te begaan. Daarmee wordt het evenwicht in de schepping namelijk verstoord. En die verstoring moet eerst ongedaan gemaakt worden.
Binnen het protestantisme kent men de leer van het vagevuur niet.
Gered uit het vagevuur
Middels een aflaat konden gelovigen vroeger de tijd in het vagevuur wel verkorten. Volgens een legende stelde de heilige Franciscus van Assisi ooit een bijzondere aflaat in, waarmee berouwvolle gelovigen uit het vagevuur gered konden worden. Wie op 2 augustus de Portiuncula-kapel in Assisi bezocht, kon daarmee een volle aflaat verdienen en zielen dus bevrijden uit het louterende vuur. Later kon men deze volle aflaat ook verdienen in andere franciscaanse kerken en nog later in alle parochiekerken. Veel gelovigen liepen op 2 augustus daarom meerdere keren de kerk in en uit, om voor hun nabestaanden een aflaat te verkrijgen. Dit gebruik werd in onze contreien bekend als het pesjoenkelen, maar is inmiddels in onbruik geraakt.
Tijdens Allerzielen (2 november) bidden katholieken voor alle zielen die zich nog in het vagevuur bevinden.
Lees ook: Aflaat en aflaathandel – Kwijtschelding voor God
…en: Celibaat – een korte geschiedenis
Boek: Het katholicisme in Europa – Karim Schelkens
Bronnen ▼
-https://www.lucepedia.nl/dossieritem/vagevuur/vagevuur
-http://www.online-bijbel.nl/bijbelboek/1Korintiers/3/