Dark
Light

Vampiers in de Klassieke Oudheid

2 minuten leestijd
Beeld van Lamia, vervaardigd door George Frampton, 1899-1900
Beeld van Lamia, vervaardigd door George Frampton, 1899-1900 (CC BY-SA 4.0 - Nicola Quirico - wiki)

Vampiers – ondode wezens die zich laven aan het bloed der levenden – zijn allerminst ontsproten aan de fantasie van beroemde romanschrijvers aan het einde van de negentiende eeuw. De angst voor deze bloedzuigende creaturen is zo oud als de mensheid zelf. Al in de Grieks-Romeinse Oudheid geloofde men in vampiers en vertelde men er angstaanjagende verhalen over. Hieronder een klein overzicht. Beter niet lezen vlak voor het slapengaan…

De Grieken

De oudste sporen van vampirisme vinden we terug in de epen van Homeros. In de elfde zang van de Odysseia verhaalt de dichter hoe Odysseus aan de ingang van de onderwereld door middel van een offer de schimmen van de overledenen oproept. Zij zijn echter slechts in staat met Odysseus te communiceren na eerst het bloed van het offerdier te hebben genuttigd.

Lamia, Grieks reliëf (vijfde eeuw v.Chr.)
Lamia, Grieks reliëf (vijfde eeuw v.Chr.)
Verder kennen we uit de Griekse mythologie het verhaal van Lamia, een Lybische koningin die verliefd werd op de oppergod Zeus. Uit jaloezie vermoordde Hera haar kinderen en veranderde ze haar in een monster. Ook zorgde ze ervoor dat Lamia de ogen niet meer kon sluiten, zodat het beeld van haar vermoorde kinderen haar eeuwig zou blijven achtervolgen. Zeus kreeg echter medelijden met Lamia. Hij zorgde ervoor dat ze haar ogen uit haar kassen kon nemen en terugplaatsen: zodoende kon ze rust vinden. Lamia was echter afgunstig geworden op alle moeders. Ze vermoordde hun kinderen en dronk uit pure wraaklust hun bloed. Lamia wordt gewoonlijk afgebeeld als een vrouw met een slangenstaart.

Naast Lamia bestond Empusa. Zij was de dochter van de godin Hekate. Empusa had bronzen voeten waarmee ze argeloze reizigers met een hoge snelheid achternazat om hen op te peuzelen. Om aan haar te ontsnappen volstond het haar te beledigen… Empusa kan zichzelf veranderen in een prachtige vrouw die jongemannen verleidt. Indien haar verleiding werkt, zuigt ze langzaam maar zeker het bloed uit haar jonge slachtoffers.

In zijn satirische literatuur vermeldt Loukianos van Samosate (tweede eeuw n.Chr.) de zogenaamde Onosceles, waterwezens die zich voeden met het bloed van matrozen.

De Romeinen

Ook de Romeinen – zo mogelijk nog bijgeloviger dan de Grieken – geloofden in vampiers. Zij gaven deze wezens de welluidende naam strigae (enkelvoud striga). Het Latijnse woord leeft overigens voort in het Roemeens: in het Roemeense volksgeloof gebruikt men de term strigoi – naast het meer bekende Nosferatu – om ‘vampiers’ mee aan te duiden.

Zestiende-eeuwse uitgave van de Satyricon van Petronius
Zestiende-eeuwse uitgave van de Satyricon van Petronius
We kennen vandaag de dag welgeteld één Romeins verhaal over vampiers, dat sterke overeenkomsten vertoont met scènes uit onze moderne vampierenfilms. In Petronius’ omvangrijke werk Satyricon vertelt het hoofdpersonage Trimalchio onomwonden hoe hij tijdens een bloedstollende nacht met eigen ogen drie vrouwelijke vampiers heeft gezien. Nadat ze eerst op onverklaarbare wijze Trimalchio’s woning op zijn grondvesten hebben doen daveren – uiteraard met het nodige kabaal – , hebben ze als een wervelwind het lijk van een pas afgestorven jonge slaaf uit het huis geroofd. Trimalchio’s dappere lijfwacht die gewapenderhand buitenshuis de ondode wezens te lijf gaat, slaagt erin om er eentje uit te schakelen, maar valt ten prooi aan de wreedheden van de twee andere.

Verdere details hierover worden niet vermeld, buiten het feit dat de lijfwacht bont en blauw terugkeert, een onnatuurlijk bleke huidskleur heeft, krankzinnig wordt en enkele dagen later sterft. Trimalchio besluit z’n spectaculaire horrorverhaal met de laconieke opmerking dat er bij z’n toehoorders beter geen twijfel heerst over de kwestie of vampiers, heksen en andere bovennatuurlijke gedrochten wel degelijk gestaan…

×