Vincent van Goghs beroemde Zonnebloemen blijft voortaan in het Van Gogh Museum in Amsterdam en gaat dus niet meer op reis. Onderzoek aan het werk heeft namelijk aangetoond dat het “stabiel maar kwetsbaar is”. Museumdirecteur Axel Rüger:
“Om die reden hebben we besloten dat Zonnebloemen niet meer op reis gaat. Dit topstuk uit de collectie blijft voortaan thuis in Amsterdam, waar iedereen het dagelijks kan komen bewonderen.”
Zonnebloemen is sinds begin 11 januari in het restauratieatelier van het museum voor een lichte restauratie. Het is de laatste fase van een uitvoerig onderzoek naar de conditie van het schilderij. Een internationaal team van specialisten onderzocht het werk om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over het doek, de grond- en verflagen en de eerdere restauraties die het werk onderging. Doel was erachter te komen welke materialen Van Gogh gebruikte, wat de conditie van het schilderij is, of een restauratie nodig en mogelijk is, en wat gedaan kan worden om het schilderij zo goed mogelijk te bewaren voor de toekomst. Rüger:
“Een belangrijke conclusie van het onderzoek is dat de grond- en verflagen stabiel zijn, maar zeer gevoelig voor trillingen en veranderingen in luchtvochtigheid en temperatuur. Het is dus van belang dat het schilderij zo min mogelijk wordt verplaatst en in een stabiel klimaat hangt.”
Voorheen werd het schilderij al slechts bij hoge uitzondering uitgeleend, in het 47-jarig bestaan van het museum maar zes keer. De laatste keer was in 2014: toen reisde het schilderij naar The National Gallery in Londen om naast de Zonnebloemen uit die collectie getoond te worden nadat de twee versies samen in het Van Gogh Museum te zien waren geweest.
Bekijk ook: Schilderijen van Vincent van Gogh
Overzicht van boeken over ‘Vincent van Gogh’
Conservator Nienke Bakker over het onderzoek:
Het Van Gogh Museum over ‘Zonnebloemen’:
Zonnebloemen is een van de meest bekende schilderijen van Vincent van Gogh. Hij schilderde vijf versies van een grote bos zonnebloemen in een vaas, die nu in musea over de hele wereld hangen. Het werk in het Van Gogh Museum dateert uit januari 1889 en is gebaseerd op het schilderij uit de zomer van 1888 dat zich in The National Gallery in Londen bevindt. De recente studie bevestigt dat, want de opbouw van de compositie van het schilderij in het Van Gogh Museum laat zien dat de kunstenaar van tevoren precies wist hoe die moest worden. Ook staat nu vast dat het geel geschilderde latje, vastgemaakt aan de bovenzijde van het doek, een oorspronkelijke uitbreiding van de compositie is, dus door Van Gogh zelf toegevoegd tijdens het schilderproces. Door computeranalyses van het weefselpatroon kunnen we de herkomst van het doek waarop Zonnebloemen is geschilderd herleiden tot een bepaalde rol linnen, en weten we welke andere schilderijen gemaakt zijn van stukken doek die Van Gogh knipte uit dezelfde rol.
Het onderzoek heeft gedetailleerde kennis opgeleverd over de kleuren en kleurmengingen die Van Gogh heeft gebruikt en het natuurlijke verouderingsproces van de verf. De oorspronkelijke kleurnuances zijn nu gedeeltelijk verloren als gevolg van de effecten van verkleuring. Ella Hendriks: “We weten nu dat de kleurverandering in de Zonnebloemen vooral wordt veroorzaakt door het verbleken van een bepaald type rode verf (geraniumlak) en het verdonkeren van een bepaald type gele verf (chroomgeel).” Mede op basis van deze inzichten is de belichtingsnorm in het museum verder aangescherpt: het maximum toegestane belichtingsniveau is reeds twee derde gereduceerd en teruggebracht van 150 naar 50 lux. Ook zijn nieuwe ledlampen met een relatief lage uitstraling in het violet-blauw-groen gedeelte van het lichtspectrum geïnstalleerd.
Ella Hendriks: “Ook hebben we veel meer inzicht gekregen in de verschillende restauraties die het werk heeft ondergaan en wat daar de gevolgen van zijn. Op het schilderij bevinden zich meerdere vernislagen, die alle later zijn aangebracht, dus niet door Van Gogh zelf. Deze vernislagen zijn vuil en vergeeld maar kunnen niet verwijderd worden omdat de verf- en vernislagen op sommige plekken met elkaar vermengd zijn geraakt. Op de vernislagen is later plaatselijk een waslaag aangebracht om de verf te fixeren en tegelijkertijd een matter oppervlak te creëren.”
Bij de huidige restauratiebehandeling wordt deze waslaag, die eind jaren 1990 is aangebracht en in de loop der tijd een mat, wittig karakter heeft gekregen, verwijderd. Ook worden enkele verkleurde retouches van een eerdere restauratie onder de loep genomen. Omdat deze oude retouches niet verwijderd kunnen worden aangezien ze onder de vernislaag zitten, worden nieuwe retouches over de oude aangebracht.