Bij uitgeverij Just Publishers verscheen begin 2018 het boek Carrière-nazi’s. De wrede praktijken van Duitse oorlogsmisdadagers en hoe ze na 1945 aan de top bleven. Helmut Ortner beschrijft in dit boek de onthutsende geschiedenis van daders, slachtoffers en omstanders in Hitler-Duitsland. Na 1945 werden hun praktijken vergoelijkt en toonde men ‘begrip’. Oud-nazi’s maakten carrière als rechter, hoogleraar, arts of politicus. Op Historiek een fragment uit het boek over de cultstatus van Adolf Hitler.
Hitler als mediaster
De Führer maakt opnieuw zijn opwachting. De film Daar is hij weer (Er ist wieder da) lokte velen naar de bioscoop. Zo heet ook het boek van Timur Vermes, die met zijn Hitlerroman de bestsellerlijsten bestormde. In de film laat de regisseur zijn hoofdpersonage in nazi-uniform door Duitsland reizen – en valt deze een welwillende ontvangst ten deel. Er wordt voor de ‘Führer’ geapplaudisseerd en er worden selfies met hem gemaakt. Iedereen wil hem zien. De geüniformeerde hoofdrolspeler maakt de tongen los in het hele land, van Sylt tot Beieren. Maar is hij eigenlijk wel weg geweest? De fascinatie die hij oproept, schijnt in elk geval nog even groot te zijn.
Er ist wieder da
Van Hitler krijgen de Duitsers nooit genoeg. Geen enkele historische figuur spreekt zozeer tot de verbeelding. Hitler is een soort popster, een vaste hoofdattractie in de wereld van media en entertainment. Als geen ander historisch schrikbeeld roept hij afschuw én opwinding op. Een tijdschrift met Hitler op de cover verkoopt beter.
Toen Dani Levy’s filmkomedie Mein Führer – Die wirklich wahrste Wahrheit über Adolf Hitler (Mijn Führer – de werkelijk waarste waarheid over Adolf Hitler) in de Duitse bioscopen werd vertoond, leidde dit tot ophef in de kranten. ‘Kun je dat maken?’ vroegen journalisten zich geschrokken af, ‘om Hitler lachen?’ Alsof Mel Brooks’ The Producers, in Duitsland uitgebracht onder de titel ‘Voorjaar voor Hitler’, er niet aan vooraf was gegaan. Inmiddels heeft de Führer een wereldwijde cultstatus bereikt. In de animatieserie De Simpsons maakte Adolf Hitler meerdere malen zijn opwachting.
Het staat buiten kijf: er wordt luchtiger omgegaan met Hitler en het nationaalsocialisme. Niet omdat het nazisme zijn afschrikwekkendheid heeft verloren, maar omdat de Duitsers er niet meer van schrikken. Ongeacht of het gaat om een film, een boek of een parodie: Hitler schijnt ruim zeventig jaar na de oorlog de Duitsers nader te staan dan ooit tevoren.
Guido Knopps veelkleurige televisiedocumentaires (Hitlers helpers, Hitlers vrouwen en andere) blijven ook na de vijfde herhaling spraakmakend, BBC-series over Hitler-Duitsland worden in alle uithoeken van de wereld steeds opnieuw bekeken. ‘Documentaire’ televisiefilms leven van de fictionalisering. En de vraag daarnaar blijft bestaan – alleen al omdat de laatste ooggetuigen uitsterven.
Het feitelijk gebeurde maakt plaats voor een eendimensionale historische mythe. De personages, de propaganda, de misdaden van de nationaalsocialisten en het werkelijke schrikbeeld wijken voor huiverende fascinatie. Nazi-Duitsland verdwijnt in de nevelen en wordt in hapklare brokken opgediend aan de hedendaagse consument. Het nazitijdperk is verworden tot willekeurig uithangbord voor het kwaad – met een noodlottig bijeffect: het wordt gebagatelliseerd. Dit alles moet een gezicht krijgen: Hitler. Hij is gemuteerd tot de popster van het kwaad.
Louis de Funes met zijn ‘Hitler-imitatie’
Deze bagatelliserende willekeur staat in schril contrast met de overspannen criminalisering en vervolging van elk nazi-erfgoed. Hakenkruis, SS-rune en militaire vlaggen uit de Duitse keizertijd zijn verboden. Wie ermee te koop loopt, krijgt politie en justitie aan de deur. Hitlers verzamelde propagandaproza Mein Kampf werd decennialang niet gedrukt – en mocht ook niet worden verkocht. Van symbolen en boek ging naar oordeel van de wetgever nog altijd groot gevaar uit. Pas in 2016 kon Hitlers maakwerk – zorgvuldig ingekaderd in uitvoerig commentaar van historici van het Institut für Zeitgeschichte in München – opnieuw legaal verschijnen.
De reikwijdte van deze duivelsuitdrijving van nazisymboliek blijkt uit een justitieklucht uit Zwaben. Daar bogen politie, Openbaar Ministerie en rechters zich bijna twee jaar lang over de vraag of een doorgestreept hakenkruis een overtreding was van het verbod op nazisymbolen. Er vonden huiszoekingen plaats, er werden stickers en spandoeken in beslag genomen en er werden gevangenisstraffen uitgesproken.
In hoger beroep besloot het Bundesgerichtshof: demonstranten mogen anti-nazisymbolen gebruiken, tegenstanders van de extreemrechtse partij NPD mogen demonstratief hakenkruizen in de vuilnisbak kieperen, punkers mogen die met hun laarzen vertrappen of met een hamer kapotslaan. Politici mogen hakenkruizen in een stopverbodsbord verwerken en ze als button op de revers spelden.
Anders dan de arrondissementsrechtbank in Stuttgart zag de derde strafsenaat van het Bundesgerichtshof hierin geen strafbaar feit. Hij besloot tot vrijspraak voor de eigenaar van een postorderbedrijf die was beschuldigd van ‘gebruikmaking van symbolen van ongrondwettige organisaties’ (§ 86a W.v.Str.). Wanneer de symbolen op ‘kennelijke en eenduidige wijze’ protest tegen het nationaalsocialisme uitdrukken, mag gebruikmaking ervan niet gecriminaliseerd worden, motiveerde het Bundesgerichtshof zijn vonnis.
Aan de ene kant de cultus rond de figuur Hitler, aan de andere kant de onverbiddelijke justitiële vervolging en maatschappelijke afwijzing van elk openbaar vertoon van nazisymbolen en ander nationaalsocialistisch erfgoed. Is hier sprake van sociaalpsychologische gespletenheid of van een groteske praktijk?
Feit is: vergelijkingen met Hitler blijven besmet, al kun je je zakken vullen met het opzettelijk doorbreken van dit taboe – denk aan de televisiepresentatrice Eva Herman, die in een boek de moederschapscultus onder Hitler prees, en Thilo Sarrazin met zijn controversiële boek Deutschland schafft sich ab (Duitsland heft zichzelf op). Maar Hitlervergelijkingen zijn niet meer zo controversieel als lange tijd het geval was.
Hitler dient als projectiedoek voor de veronderstelde duistere trekken van zijn persoonlijkheid als concentraat van ‘het kwaad’. Het kwaad fascineert en stoot tegelijk af. We willen er niets mee te maken hebben, maar kunnen ons er ook niet van afwenden. We wensen het de wereld uit en kunnen toch niet zonder het kwaad.
Mein Kampf
Zo kwam het goed uit dat op 31 december 2015 om klokslag middernacht tegelijk met het vuurwerk de publicatieblokkade voor Mein Kampf de lucht in vloog. Weliswaar was Hitlers boek altijd al op het internet te vinden, maar sinds begin 2016 kan iedereen met het opruiende geschrift doen wat hij wil. Zeventig jaar na de dood van Hitler verviel het auteursrecht op de complete tekst. In 1930 verscheen de eerste ‘volksuitgave’ van Hitlers boek, dat meer dan 12 miljoen keer over de toonbank ging. Nadat het in 1945 was verboden door de geallieerden, kon je het tot voor kort alleen antiquarisch verkrijgen. Nu het auteursrecht is vervallen, ligt het omstreden werk weer in de boekhandel.
Ditmaal als ‘kritische editie’: 1948 bladzijden plus 3700 voetnoten, bezorgd en becommentarieerd door historici van het Institut für Zeitgeschichte in München. De wetenschappers hebben 38 van 1122 drukken vergeleken en elke wijziging onder het vergrootglas gelegd. Bovenal worden alle halve en hele leugens boven water gehaald. Veel heeft de man uit Braunau doelbewust verdraaid, nog veel meer is slordig onderbouwd. Alleen al het aantal geconstateerde feitelijke fouten is enorm. Het is de verdienste van de historici dat ze de hoogdravende, moeizame ‘Hitlertoon’ hebben ontdaan van alle giftige ideologische boventonen. De toegevoegde commentaren maken inderdaad talloze passages in het boek voor veel lezers nu pas begrijpelijk.
De publicatie van het boek werd een mediaspektakel: de kritische editie kreeg wereldwijde aandacht, van het Koreaanse ochtendjournaal via de BBC tot Al Jazeera. De Italiaanse krant La Stampa stelde zijn kolommen ervoor open, evenals de Spaanse krant El País en The New York Times. In Duitsland pakte de toonaangevende gedrukte pers groots uit, en de omroepen ARD en ZDF kwamen met speciale documentaires. Zoveel publieke aandacht hadden de Münchense historici nog nooit gekregen.
Ondanks de forse prijs van 59 euro zijn in Duitsland tot dusver een kleine honderdduizend exemplaren verkocht. Wie deze kritische editie te dik vindt, kan terecht bij tal van nieuwe boeken die aan de dubieuze carrière van de Duitse bestseller gewijd zijn – beknopter, maar serieus en grondig.
Daarin wordt de historie verteld van het samenraapsel van antisemitisme, haat en grootheidswaanzin vanaf zijn ontstaansgeschiedenis in de jaren twintig van de vorige eeuw tot het hedendaagse debat over de wenselijkheid van een publicatieverbod. De auteurs maken korte metten met de bekende mythen en ontmaskeren Hitler als vervalser van zijn eigen levensgeschiedenis. Het zijn nuttige en geslaagde pogingen om Hitler van zijn betovering te ontdoen.
Blijven we voorgoed met Hitler opgescheept? De Führer blijft een levende herinnering in steeds weer nieuwe boeken, films en historisch onderzoek. Zijn aanwezigheid verheugt niet alleen bekrompen zielen en onverbeterlijke nostalgici, de erin geschetste portretten worden ook door vele Duitsers – jong én oud – aangegrepen om het nationaalsocialistische verleden te relativeren, vergoelijken en weg te duwen.
Hitler – hij alleen moet het zijn geweest, de verantwoordelijke voor de ondergang van de Duitsers en hun miljoenvoudige misdrijven. Maar het verleden gaat niet zomaar weg omdat het verleden tijd is.