Kent u ze nog? De Mongoolse schaatsers Luwsanlchagwyn Dasznjam en Luwsanlchagwyn Tsend? Jakov Melinikov? Wil de Beer? Albert Tabbit? Vast niet, het zijn vergeten schaatsers. Maar ik wil ze voor de gelegenheid toch nog even terughalen uit de tijd.
Wil de Beer heet tegenwoordig – je gelooft het niet – Wil Vel-de Beer. Ze was Nederlands kampioen op natuurijs in 1962. En de eerste Nederlandse vrouw op de Olympische Spelen bij het schaatsen. 17e op de 1000m, 16e op de 1500m en 27e op de 3000m. Meedoen was voor Wil Beer belangrijker dan winnen. In 1964 stond ze op Olympisch ijs. In 1960 had Nederland geen vrouwen in het olympische team. Dat was de eerste mogelijkheid geweest. In 1932 was schaatsen voor dames wel al een demonstratiesport geweest.
De Brit Albert Tabbit is voor zover ik kan zien de oudste schaatser op de Spelen. Hij was 52 jaar oud op de Spelen van Chamonix. Bob de Jong, nu 37 heeft dus nog wel even te gaan. Tabbit deed 11 minuten over de 5000 meter. Dat zou betekenen dan hij minimaal 22 minuten nodig zou hebben voor de 10.000 meter. Jorrit Bergsma zou hem dan bijna elke ronde inhalen!
Schaatsbelgen
De schaatsbelgen. Dat zijn er heel wat. Meer dan vermeldenswaard. Marcel Moens (ruim 1 minuut op de 500 meter in 1924), James Graeaffe (Het Vaderlandschreef in 1936: “Je kunt zijn optreden nauwelijks schaatsen noemen”), Charles De Ligne (wordt op de 1500 meter zelf een rondje ingehaald), Pierre Huylebroeck (deed drie keer mee aan de Spelen en eindigde in 1948 als laatste). Huylebroeck had 20 minuten nodig voor de tien kilometer. En tot slot Bart Veldkamp, beter bekend als de blokjeslegger van Turijn. Eindelijk won België een Olympische medaille op de schaatsen! Dankzij de Haagse schaatsbelg die alleen een brievenbus had in België.
Vermeldenswaard is ook de Vlaamse Linda Rombouts. Een schaatsster uit Antwerpen. In 1976 was ze ook de eerste Belgische vrouw die deelnam aan de schaatswedstrijden op de Olympische Spelen. In Innsbruck nam ze deel aan de 500, 1500 en 3000 meter. Rombouts was doorgaans één na laatste. Als ze 53 is en oma haalt ze haar ijzers weer uit het vet om aan het Belgisch Kampioenschap mee te doen op de baan van Breda. Ze wordt 2e!
Andrea Mitscherlich? Kent u misschien. Ze begon als Andrea Schöne, trouwde met Andreas Ehrig (Andreas en Andrea Ehrig) en later weer met Mitscherlich. Zij was de enige vrouw die onder drie verschillende namen mee deed aan de winterspelen. Ze wisselde net zo makkelijk van schaatspak als van naam.
Als u wat ouder bent, dan kent u vast nog Antonio Gómez Fernandez, beter bekend als Antonio Gómez. Deze Spaanse schaatskampioen was de absolute lieveling van het publiek. Van 1977 tot 1982 naam hij deel aan de Wereldkampioenschappen. Pas in 1980 leerde hij pootje over. Gomez reed in 1980 pootje over tegen de Zweed Ulf Ekstrand. Ekstrand belandde vanuit de binnenbaan in de kussen maar wist de Spanjaard toch nog te kloppen op de 500 meter.
~ Max Dohle
Max Dohle is sporthistoricus en schrijver.
