Een internationaal archeologisch onderzoeksteam onder leiding van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft in het Limburgse St.-Geertruid duizenden jaar oude werktuigen van Neanderthalers gevonden.
De vindplaats dateert uit het middenpaleoliticum en is vermoedelijk tussen de 70.000 en 100.000 jaar oud. De archeologen vonden onder meer een vuurstenen kern en afslagen daarvan. Deze zouden door de Neanderthalers zijn gebruikt om gereedschap van te maken. Ook vonden de onderzoekers twee werktuigen.
Het onderzoek in St.-Geertruid was in eerste instantie bedoeld om een beeld te krijgen van de ouderdom van de aanwezige zogenaamde stratigrafische niveaus (bodems) en inzicht in de wijze waarop de verschillende niveaus zijn gevormd. Gezien de vondst achten de onderzoekers het aannemelijk dat eze plek, de Kaap van Sint-Geertruid in de gemeente Eijsden-Margraten, nog veel meer intacte vindplaatsen uit deze periode te vinden zijn. Jos Bazelmans, Hoofd Sector Kennis Onroerend Erfgoed van de Rijksdienst:
“St.-Geertruid is de rijkste vindplaats van los gevonden artefacten uit het middenpaleolithicum in Nederland. De nieuwe vondsten bevinden zich op de plaats waar ze oorspronkelijk zijn achtergelaten. Dat stelt ons in staat de Neanderthalerbewoning exact te dateren. Nu weten we ook in welk klimaat en in welke natuurlijke omgeving ze leefden.”
Slechts van één andere plek in Nederland is een dergelijke intacte vindplaats bekend. Deze bevindt zich in Belvédèregroeve in Maastricht.
Neanderthalers waren voorlopers van de moderne mens, die hier pas 40.000 jaar geleden verscheen.
Ook interessant: Waar begint de Nederlandse geschiedenis?
Boek: Onze vroegste voorouders