Het gaat om de zogenaamde jötunvillur-code uit de twaalfde en dertiende eeuw waarover wetenschappers zich al jaren buigen. Runoloog Jonas Nordby zegt de code nu eindelijk te hebben ontcijferd. Er zijn slechts negen inscripties van de code bekend, waardoor het lastig was om erachter te komen waar de tekens precies voor stonden.
Nordby bestudeerde de runencode uitvoerig en ontdekte uiteindelijk een patroon in wat aanvankelijk leek op een betekenisloze combinatie van runen. De onderzoeker ontdekte dat op een stuk hout de namen van twee mannen stonden, Sigurd en Lavrans. Deze namen bleken twee keer te zijn geschreven: één keer in de jötunvillur-code en een keer in het reguliere runenalfabet. Ze hielpen Nordby bij het ontcijferen van de code.
De wetenschapper spreekt van zijn eigen Steen van Rosetta, de steen die er in 1799 voor zorgde dat de hiërogliefen ontcijferd konden worden.
Omdat er maar weinig inscripties met jötunvillur-code bekend zijn, is het moeilijk om precies te achterhalen waar ze voor gebruikt werden. Nu Nordby de code heeft ontcijferd denkt hij dat de runen onder meer gebruikt werden om de namen van de letters te leren. Eerder werd wel eens gedacht dat de runen geheime boodschappen bevatten maar dat lijkt niet het geval.
Nordby kwam namelijk onder meer teksten tegen als Kus me, Vertaal deze runen en De beste runenschrijver ten westen van de zee heeft dit geschreven.
