Het Zwitserse huis van de Engelse komiek Charlie Chaplin wordt de komende tijd omgebouwd tot een museum.
Charlie Chaplin woonde de laatste vijfentwintig jaar van zijn leven in Corsier-sur-Veveym, een plaatsje bij het Meer van Genève. Drie van zijn kinderen – Michael, Eugene en Victoria Chaplin – hebben bekendgemaakt dat het achttiende-eeuwse huis waar hun vader de laatste jaren van zijn leven vertoefde, omgebouwd zal worden tot museum. Volgens zijn kinderen beleefde Chaplin in Zwitserland de gelukkigste tijd van zijn leven.
Plannen voor het museum zijn er al jaren. Volgens de kinderen Chaplin zijn de bouwwerkzaamheden inmiddels begonnen. De verbouwing gaat ruim 49 miljoen euro kosten. het is de bedoeling dat Chaplin-museum de deuren in 2016 zal openen.
Charlie Chaplin, die zijn carrière in 1914 in Hollywood begonnen was, verruilde de Verenigde Staten in 1952 voor Zwitserland.
Communistische sympathieën
Chaplin werd wereldberoemd met zijn stomme films, films waarin niet gesproken werd. Enkele bekende films zijn The gold rush (1925), The circus (1928) en City lights (1931). Toen de sprekende film zijn intrede deed, was Chaplin aanvankelijk terughoudend. In 1940 kwam hij echter met de film The Great Dictator, waarin hij onder meer Adolf Hitler, in de film Adenoid Hynkel geheten, persifleerde,
Nadat hij door de commissie-McCarthy veroordeeld was omdat hij communistische sympathieën zou hebben, verliet Chaplin het land waar hij groot geworden was en kocht hij een huis in Zwitserland. In 1965 ontving hij uit handen van Prins Bernhard in Rotterdam de Erasmusprijs.
Openingsfoto: Charlie Chaplin als ‘Adenoid Hynkel’
