Vlaanderen, Wallonië en Brussel willen het Zoniënwoud, een groot bos ten zuiden van Brussel, door Unesco laten erkennen als werelderfgoed.
De drie gewestministers voor Leefmilieu en de drie gewestministers voor Onroerend Erfgoed hebben vrijdag een intentieverklaring ondertekend om de officiële kandidatuur van het Zoniënwoud voor te bereiden.
Het Zoniënwoud is meer dan 4400 hectare groot. Het is de bedoeling om in ieder geval een aanvraag in te dienen voor een tiende deel van het woud. De drie gewesten willen gezamenlijk echter ook bekijken of het woud eventueel in zijn geheel tot werelderfgoed verklaard kan worden.
Het Zoniënwoud bestaat voor het grootste deel uit hoge beukenbossen. Eerder erkende Unesco al andere ongerepte beukenwouden: in 2007 die in de Karpaten en in 2011 vijf Duitse beukenwouden.
Werelderfgoedwaardig
Het Werelderfgoedcomité vroeg toen ook om na te gaan hoe die serie nog verder uitgebreid kan worden tot een netwerk dat álle types van ongerepte beukenwouden in Europa omvat. Duitsland startte daarop een internationaal onderzoeksproject. Uit alle geïnventariseerde beukenwouden werd een shortlist samengesteld met 37 potentieel ‘werelderfgoedwaardige’ beukenwouden. Ook het Zoniënwoud kreeg een plek op die lijst.
Geert Bourgeois, minister-president van de Vlaamse Regering:
“Vanuit de Vlaamse regering steunen we de erkenning van het Zoniënwoud als natuurwerelderfgoed wegens zijn unieke mix aan cultuurhistorische waarden, een hoge ecologische waarde, en de hoge belevingswaarde voor een groot publiek. Daarnaast is het Zoniënwoud van groot belang als groene long voor Brussel en de Vlaamse rand. We hopen om in 2016 het dossier in te dienen zodat we kunnen aansluiten bij de reeds door UNESCO erkende natuurlijke werelderfgoedsite “Ongerepte beukenwouden in Duitsland en de Karpaten”.
De eerste aanwijzingen voor het bestaan van het Zoniënwoud dateren al uit de vroege middeleeuwen.