Dark
Light

Het Belgenkamp in Harderwijk (1914-1918)

Een groot interneringskamp op de Veluwe
Auteur:
4 minuten leestijd
Maquette van het Belgenkamp in Harderwijk, te zien in het lokale Stadsmuseum (Foto: Historiek)
Maquette van het Belgenkamp in Harderwijk, te zien in het lokale Stadsmuseum (Foto: Historiek)

Tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchtten bijna een miljoen mensen vanuit België naar Nederland. Onder hen ook zo’n veertigduizend militairen. Vanwege de Nederlandse neutraliteit was men hier verplicht de militairen te ontwapenen en interneren. De grootste kampen die speciaal voor deze Belgische militairen werden gebouwd bevonden zich in Harderwijk en bij Amersfoort-Zeist. In dit artikelen staan we beknopt stil bij het Belgenkamp in Harderwijk.

“Je weet niet wat je ziet – ’t is eigenlijk ’n stad apart”

Tussen 11 en 15 oktober 1914 arriveerden in Harderwijk zo’n 13.000 Belgische soldaten. Aanvankelijk werden de vluchtelingen gehuisvest in kazernes, de Grote Kerk en in een buiten de stad opgericht tentenkamp. De bewaking was hier aanvankelijk zeer beperkt. Rond het tentenkamp was bijvoorbeeld niet eens prikkeldraad aangelegd. In de eerste weken wisten hierdoor zo’n 250 Belgen te ontsnappen. In aanloop naar de winter werden de tenten vervangen door zo’n vijftig barakken. Deze hadden een afmeting van 51 bij 13 meter en boden elk plaats aan zo’n tweehonderdvijftig man. Per persoon had men daarmee de beschikking over zo’n tweeënhalve vierkante meter.

Belgenkamp Harderwijk op een ansichtkaart
Belgenkamp Harderwijk op een ansichtkaart (CC BY 3.0 – Stadsmuseum Harderwijk – Europeana)
Het Belgische kamp groeide hierna snel verder, waardoor een soort dorp ontstond compleet met werkbarakken, een kerk, ziekenhuis, gevangenis, patatkraam (de eerste van Harderwijk), wasgelegenheden en een school. Tijdens de oorlogsjaren leerden in de school zo’n zesduizend geïnterneerden lezen en schrijven. De Nederlandse Luitenant J.G. Imhof schreef in januari 1918 het volgende over wat hij in het Belgenkamp aantrof:

“Van den straatweg het kamp binnenkomende, komt men op den ‘Hoofdweg’ die het gehele kamp doorsnijdt. Direct rechts van de ingang bevinden zich naast elkaar het wacht- en arrestantenlokaal, ’n lokaliteit waarin de marechaussee is ondergebracht, het bataljonsbureau en de barak voor de Hollandse officieren – achter deze gebouwen ’n ziekeninrichting, ’n schoolcursusgebouw, ’n keuken en de barakken voor de vier compagnieën van het bewakingsbataljon. Links van de ingang liggen de bureau’s van den commandant van het interneeringsdepot en de buitengewoon streng bewaakte barak voor bijzondere misdadigers.

Den ‘Hoofdweg’ volgende, geeft een hek met tourniquet toegang tot het tweede gedeelte van het kamp, alwaar de Belgen huizen. Je weet niet wat je ziet – ’t is eigenlijk ’n stad apart waarin je tijdenlang kunt dwalen. Tal van winkelstraten – ze dragen allen ’n naam – doorkruisen deze stad en allerlei beroepen worden er uitgeoefend. Voorts vind men er ’n kerk, ’n postkantoor, tal van bureelen, twee grote restaurants, ’n bioscoop en schouwburg, ’n wielerbaan en wat al niet meer.”

Zicht op het Belgenkamp Harderwijk
Zicht op het Belgenkamp Harderwijk (CC BY 3.0 – Stadsmuseum Harderwijk – Europeana)

Privacy

Het leven in deze barakken was niet eenvoudig. De bewoners hadden vanwege de drukte niet alleen weinig privacy, het was er ook vaak koud, aangezien de legerleiding uit veiligheidsoverwegingen besloten had de woonbarakken niet te verwarmen. Met name gedurende de winters kampten veel bewoners hierdoor met gezondheidsproblemen. In de beginperiode van het interneringskamp was de sfeer in het kampen vrij slecht, vanwege de relatief slechte leefomstandigheden maar ook door de verveling. Om problemen sneller het hoofd te kunnen bieden besloot de regering december 1914 daarom een spoedwet aan te nemen die bepaalde dat gemeenten waarin zich een interneringskamp bevond, officieel in staat van beleg verkeerden. Hierdoor kon de kampleiding onder meer sneller ingrijpen wanneer burgers aan de poort burgerkleding probeerden te verkopen aan geïnterneerden. Deze kleding was gewild, omdat men hiermee na een eventuele ontsnapping meer kans hand uit handen van de politie te blijven.

Wielerbaan in het Belgenkamp, zoals te zien op de maquette in het Stadsmuseum (Foto: Historiek)
Wielerbaan in het Belgenkamp, zoals te zien op de maquette in het Stadsmuseum (Foto: Historiek)

Wielerbaan

Om de verveling tegen te gaan werden in het Belgenkamp allerlei sportverenigingen en muziekkorpsen ingericht. In 1917 kende het Belgenkamp in Harderwijk maar liefst 43 sportverenigingen. Bijzonder was ook de aanleg van de vierhonderd meter lange wielerbaan. Dit was destijds de grootste wielerbaan van Nederland.

Voor Harderwijk was de komst van de Belgen interessant. In zijn bekende werk Buiten Schot over Nederland in de Eerste Wereldoorlog, concludeert WOI-kenner Paul Moeyes dat het Belgenkamp eind 1914…

“in één klap de basis van de Harderwijkse economie was geworden”.

Aannemers verdienden geld met de bouw van de barakken maar ook middenstanders sponnen garen bij de aanwezigheid van het kamp, vooral doordat veel familieleden van Belgen zich in de omgeving van het kamp gingen vestigen. De Belgen zorgden voor extra klandizie. Veel Harderwijkers verdienden verder grif geld door kamers te verhuren aan overgekomen Belgische familieleden. De prijzen voor deze kamers waren zo hoog dat armere Belgen noodgedwongen uitweken naar een vluchtelingenkamp in Nunspeet. In de loop van 1916 verrezen vlakbij het Belgenkamp, tot onvrede van veel Harderwijkers die daarmee hun huuropbrengsten bedreigd zagen, uiteindelijk twee vrouwenkampen: Heidekamp en Leopoldsdorp. Van overheidswege was overigens wel bepaald dat vrouwen en kinderen alleen welkom waren wanneer het geïnterneerde familielid in hun onderhoud kon voorzien.

Wand in het Stadsmuseum met enkele foto's van het Belgenkamp
Wand in het Stadsmuseum met enkele foto’s van het Belgenkamp (Foto: Historiek)

Aanvankelijk was het voor de geïnterneerden verboden het kamp te verlaten. Naarmate de oorlog voortduurde werd het regime iets milder en mocht men zo nu en dan, aanvankelijk alleen onder begeleiding, een bezoek te brengen aan de binnenstad van Harderwijk. Later werd het ook toegestaan buiten het kamp te werken. Verschillende geïnterneerden uit Harderwijk gingen aan de slag in de Limburgse kolenmijnen.

Ontmanteling van het Belgenkamp

Nadat op 11 november 1918 een einde was gekomen aan de Eerste Wereldoorlog keerden de meeste Belgen terug naar hun vaderland. Het Belgenkamp werd hierna ontmanteld. Er is vandaag de dag niets meer van te zien. In Harderwijk herinnert het Belgisch Militair Ereveld op de begraafplaats Oostergaarde nog aan de aanwezigheid van de Belgen. Het merendeel van de 349 Belgen die hier begraven liggen overleed in 1918 aan de Spaanse Griep. Zij kwamen niet alleen uit Harderwijk, maar ook uit andere interneringskampen in Nederland.

Het Stadsmuseum van Harderwijk heeft een zaal gewijd aan het Belgenkamp. De zaal bestaat uit een nagebouwde barak. Er is onder meer een maquette van het Belgenkamp te bewonderen. Deze is tijdens de Eerste Wereldoorlog gemaakt door een architect genaamd Michaut die in het interneringskamp woonde.

Boek: Buiten schot. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog 1914 – 1918

Stadshistoricus Liek Mulder over het Belgenkamp Harderwijk:

Bronnen â–¼

-Buiten schot: nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 – Paul Moeyes
-https://mijngelderland.nl/inhoud/canons/harderwijk/belgenkamp
-https://www.harderwijkercourant.nl/reader/52749/878919/belgenkamp-2-5-meter-ruimte-per-man-onverwarmde-barakken
-https://www.veluweopdekaart.nl/militair-erfgoed/belgenkamp/pointofinterest/detail
×