In het bijzijn van familieleden en belangstellenden zijn op maandag 4 mei op de Amstelkade 118 in Amsterdam twee zogenaamde Stolpersteine gelegd. Dit ter nagedachtenis aan Han Hollander en zijn echtgenote Leentje Hollander-Smeer. Beiden werden in 1943 in Sobibor vermoord.
Het initiatief voor de plaatsing is genomen door het Olympisch Stadion en de AVRO, waarvoor Hollander heeft gewerkt. De Duitse kunstenaar Gunter Demning bracht even na 15.00 uur de twee gedenkstenen in de stoep aan.
Han Hollander was een bekend sportverslaggever vóór de Tweede Wereldoorlog. Op 22 mei 1938 werd hij gehuldigd vanwege zijn vijftigste voetbalinterlanduitzending. Het einde van zijn carrière volgde twee jaar later, in mei 1940. De AVRO-leiding, in de persoon van zijn vroegere vriend Willem Vogt die hem ook had aangenomen, ontsloeg hem luttele dagen na de Duitse inval in Nederland. Vogt ontsloeg al het Joodse personeel nog voordat daarom door de bezetter was gevraagd.
Waakzaam
Willemijn Maas, algemeen directeur van de AVRO, gaf in haar toespraak aan dat dit nog steeds een moeilijke herinnering voor deze omroep is:
“Wij moeten altijd waakzaam blijven voor ideologisch geweld tegen bevolkingsgroepen”.
Duco Adema, Stadsdeelvoorzitter van Zuideramstel, benadrukte dat de geschiedenis van de familie Hollander de geschiedenis van duizenden Joodse bewoners van de Rivierenbuurt is. Ook zij werden afgevoerd en vermoord. “Met deze gedenkstenen worden ook zij herdacht”, aldus de Stadsdeelvoorzitter.