In het noorden rukte op 11 mei de versterkte 15.000 man tellende Duitse 1e cavaleriedivisie verder op richting de Afsluitdijk. Er werd gevochten rond de parabruggenhoofden in en rond Rotterdam, en de hier en daar verdwaalde of geïsoleerde groepjes parachutisten. De Duitse luchtlandingstroepen in het gebied rond Den Haag waren veelal in het defensief gedrongen na van de drie veroverde vliegvelden verdreven te zijn door Nederlandse eenheden. Op 11 mei kwamen in de ochtend de eerste Duitse granaten neer op de voorpoststellingen van de Grebbeberg.
Opmars Noord-Nederland
De vijf grensbataljons gingen zo goed en zo kwaad mogelijk verder met hun vertragingsacties tegen de 15.000 man tellende Duitse 1e cavaleriedivisie die langs drie routes optrok richting Afsluitdijk. Dat de acties van grensbataljons niet alleen bestonden uit bruggen opblazen of vernielen (236+ aan het noordfront) en maken dat je wegkwam, blijkt bijvoorbeeld uit een foto uit de NIMH-beeldbank van soldaat G. Blankenstein. De tekst meldt dat Blankenstein en de rest van zijn 4,7 cm Böhler-pag stuksbemanning aan het 16e Grensbataljon waren toegevoegd. De vermelding: ‘Bijzonderheden: G. Blankenstein sneuvelde te Dieren op 10 mei 1940.’ – is kort en zakelijk, maar spreekt boekdelen. Meer over het verloop van de strijd in het noorden bij go2war2.nl
Opmars Midden- en Zuid-Nederland
Laat op de 10e mei hadden eenheden van het SS Standarte Der Führer regiment Wageningen bereikt, een stad in het voorgebied van de Grebbelinie. Deze linie vóór de Vesting Holland was pas in februari 1940 door generaal Winkelman aangewezen als een hoofdverdedigingslinie. De hiervoor geplande Hollandse waterige wapens, de inundaties, werden niet allemaal op tijd uitgevoerd. Het bleef deels een ‘droge’ stelling bestaande uit veldversterkingen afgewisseld met (kleine) betonnen bunkers. Nog erger was dat het landschapsschoon niet mocht worden verstoord zodat er nauwelijks schootsvelden vrij waren gekapt. Ook waren er weinig prikkeldraadversperringen aangebracht. Daar waar inundatie ontbrak waren wel voorposten ingericht. Hierin lagen circa 400 man met alleen vier oude stukken 6 Veld als zware ondersteuningswapens.
Op 11 mei vielen de drie bataljons van het SS regiment na een inleidende artilleriebeschieting de voorposten aan. Deze verloren door het artillerievuur hun veldtelefoonverbindingen, en hun enige radioverbinding kreeg een lege batterij, waar geen reserve voor was. Onze eigen artillerie beantwoordde het Duitse artillerievuur, maar kon niet veel uitrichten. Het Duitse artillerievuur was op het verbreken van de verbindingen na ook niet bijzonder effectief. De aanvallen van de SS bataljons waren dit wel. In de loop van de dag werden de Nederlandse voorposten na meer of minder strijd ingenomen. Hierbij executeerden de SS Nederlandse krijgsgevangenen of gebruikten ze als schild. Van hogerhand werd bevel gegeven tot een nachtelijke tegenaanval om de verloren voorposten (deels) op de Duitsers te heroveren, maar van deze plannen kwam weinig terecht. Meer verslagen bij Grebbeberg.nl
Rond Mill werd de 11e nog wel gevochten, maar de doorbraak was hier een feit. Het Nederlandse 3e legerkorps dat de Peel-Raamstelling verdedigde was zich echter al aan het terugtrekken. Een tegenaanval om de Moerdijkbruggen te heroveren mislukte. Ondanks Franse steun. Een Franse voorhoede had namelijk Breda bereikt en verkenningseenheden uitgestuurd. Deze konden maar weinig toevoegen aan de pogingen om de Moerdijkbruggen te heroveren. Uiteindelijk kwam de Franse hoofdmacht (onderdelen van een tank- en gemechaniseerde divisie) niet voorbij Tilburg. Er werd verder op vele plaatsen in Brabant en Zuid-Holland strijd geleverd, tot in de Biesbosch toe. Strijd van -zoals dat heet- schermutselingen tot stevige gevechten.
Zoals rond Dordrecht, waar overste Jo Mussert* (broer van Anton Mussert) zijn best deed. De communicatie en coördinatie tussen de Staven onderling, en de samenwerkende eenheden verliep vaak moeizaam, wat pogingen om (geplande) tegenaanvallen te ondernemen bemoeilijkte. De 9e Duitse pantserdivisie, nu in de spits, rukte verder op vanuit Zuid-Nederland richting de Moerdijkbruggen. Rond deze brug duurden de gevechten ook voort.
De strijd rond Rotterdam
De strijd in Rotterdam ging op vele plaatsen sporadisch verder. Sporadisch in het grotere plaatje betekent niet automatisch ook sporadisch voor hen die vochten. Dit terzijde. Toch werd de 11e vooral een kwestie van afbakenen. De Rotterdamse verdediging nam stelling op de noordelijke oever van de Nieuwe Maas om een Duitse oversteek te voorkomen. Bij de Maasbruggen zaten de Duitsers vast en ook op het Noordereiland waren ze geïsoleerd.
De nogal versnipperde Nederlandse ad-hoc eenheden bestaande uit alles van reguliere regimentstroepen tot depoteenheden en mariniers(rekruten) kregen in de loop van de 11e mei versterking van regimenten of bataljons afkomstig van onder meer het 2e en 4e Legerkorps. Deze soms niet volledig organiek uitgeruste of complete eenheden met een wisselende mix van geoefendheid arriveerden in de loop van de dag en avond. Er werden plannen voorbereid om de Waalhaven te heroveren. Volledige verslagen van de strijd in het zuiden en rond Rotterdam bij zuidfront-holland1940.
De strijd rond Den Haag
Rond Den Haag werd door meerdere Nederlandse eenheden slag geleverd om tussen Katwijk en Wassenaarse Slag het gebied te zuiveren. Helaas mislukte dit grotendeels. Waar sommige eenheden wat terreinwinst boekten, trokken eenheden ernaast juist terug. De verbindingen waren slecht. Bij Wassenaarse Slag kwam het tot verwarrende gevechten waarbij de onderlinge coördinatie moeizaam verliep. Onze artillerie beschoot Valkenburg, waar zich de grootste Duitse troepenconcentratie bevond. Volledige verslagen bij mei1940.
De strijd in de lucht
In de lucht konden de LVA vliegtuigen, althans de kisten die de vorige dag overleefd hadden, op 11 mei niet veel uitrichten. Een greep uit de LVA acties. Drie D-XXIs escorteerden de twee overgebleven T-Vs bij hun poging om de Maasbruggen in Rotterdam te bombarderen. Eén D-XXI werd neergeschoten, maar de T-Vs wisten laag vliegend ongeschonden terug naar Schiphol te komen na een treffer op de noordelijke oprit van de brug. Van de elf G-Is die de 10e op Bergen in de prak waren gegooid, waren er tien weer opgelapt. Een huzarenstukje van de vliegtuigmakers. Helaas werden er vijf opnieuw vernield bij luchtaanvallen. Desondanks voerden twee G-Is aanvallen uit op gelande Duitse vliegtuigen bij Den Haag. Hier veel meer over de LVA in de meidagen van ’40.
Hoewel vele eenheden op compagnies- en pelotonsniveau stevig vochten, verliepen gevechten aan onze kant nogal chaotisch op de 11e. Het gebrek aan coördinatie en (draadloze) communicatie werd pijnlijk duidelijk. Toch leken de situaties in en rond Rotterdam en Den Haag zich te stabiliseren. Ondanks dat de voorposten bij de Grebbeberg in de gelijknamige linie doorbroken waren, was de slag om Nederland nog niet beslist toen het 12 mei werd…
In deze meidagen schrijft Michiel Mans dagelijks een historisch verslag over de Duitse inval van mei 1940. Dit artikel werd eerder gepubliceerd op ThePostOnline
Boek: Mei 1940 – De strijd op Nederlands grondgebied
Boek: Grebbelinie 1940 – E.H. Brongers
* Behalve overste Mussert diende ook zijn zoon sergeant Mussert bij het Nederlandse leger. Hij vocht tegen de Duitsers in Rotterdam. Om in 1943 dienst te nemen bij de Waffen-SS.