Bij extreem lage waterstanden komt in Mexico om de zoveel tijd een vierhonderd jaar oude kerk boven water. Het dorpje Quechula, waar de kerk het middelpunt van vormde, overstroomde in 1966 vanwege de bouw van een groot stuwmeer.
Recent is het water zo gezakt dat de kerk weer te zien is. In 2002 gebeurde dat ook al eens. Toen konden omwonenden zelfs naar de kerk toelopen. Volgens een lokale archeoloog, Carlos Navarret, werd de door Dominicaanse monniken gebouwde kerk verlaten tijdens een grote pest-epidemie tussen 1773 en 1776.
Middenin de kerk werden tijdens de lage waterstand van 2002 menselijke resten aangetroffen. Vermoed wordt dat de kerk tijdens de epidemie als mortuarium werd gebruikt.