Circa een half miljoen Nederlanders werd tijdens de Tweede Wereldoorlog in het kader van de arbeidsinzet door de Duitse bezetter gedwongen in Duitsland te werken. Naar schatting 30.000 van hen overleefden deze tijd ten gevolge van honger, ziekte, bombardementen en ontberingen niet. Zo langzamerhand zijn er steeds minder overlevenden die over deze, voor velen een vaak zware periode, kunnen vertellen. Chris Lenstra, geboren in 1924, kan dat nog wel, en heeft dat gedaan. Maar ook zijn oorlogsdagboeken en een bijzondere collectie afbeeldingen en documenten zijn bewaard gebleven.
Herinneringen doodgewone jongen
Op basis van deze dagboeken en genoemde collectie, alsmede vele, vaak intense gesprekken is het boek 764 Dagen – Herinneringen van een dwangarbeider geschreven. Het zijn de herinneringen van een doodgewone Nederlandse jongeman die op 18-jarige leeftijd zeer tegen zijn zin naar Duitsland moest en daar, zoals hij vertelde, de zwaarste tijd van zijn leven doormaakte: “Erger dan de oorlog kon het niet meer worden”. Herinneringen die ook deel uitmaken van de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog en die niet vergeten mogen worden.
Niet ondergedoken
Chris Lenstra had kunnen onderduiken maar vond de risico’s voor de onderduikverlener en zijn familie te groot. Dus vertrok hij eind juni 1943 vanaf het Centraal Station in Amsterdam met in zijn koffer onder andere een schrift om een dagboek bij te kunnen houden. Dat dagboek werd feitelijk de voortzetting van zijn eerste dagboek waar hij 1 september 1939 als 15-jarige mee was begonnen. In Duitsland hield hij nauwgezet zijn dagelijks leven bij op papier. Hij zat regelmatig in angst dat zijn dagboek bij controles zou worden gevonden, maar gelukkig bleef hem dat bespaard.
Tewerkgesteld bij Preschona in Berlijn
764 Dagen geeft een goede beschrijving van het leven van dwangarbeiders zoals Chris Lenstra in Berlijn en later Neder-Silezië. Niet alleen het werk, maar ook het ontduiken ervan door sabotage en al dan niet geveinsde ziekte komen aan de orde. Het kwam Lenstra aan het einde van de oorlog duur te staan. Hij werd vanuit Durchgangslager Rehbrücke (De ‘Hel van Rehbrücke’) tewerkgesteld bij Preschona in Berlijn en vanaf november 1943 in Peterswaldau in Neder-Silezië (na WO II Piescyze in Polen) waar de fabriek, zoals zovele, naar werd overgeplaatst omdat Berlijn door de vele bombardementen te gevaarlijk was geworden. Zowel in Berlijn als Peterswaldau maakte Lenstra tientallen bombardementen mee waarvan hij er enkele ternauwernood overleefde. Het werken in de fabriek was zwaar; er werd veel van de dwangarbeiders gevergd, bovendien waren er de honger en heimwee die de mannen geregeld parten speelden.
Overgeplaatst naar Neder-Silezië
Na enkele zware maanden in Berlijn kwam Lenstra in Neder-Silezië terecht. Al leken de omstandigheden op het platteland beter, uiteindelijk werd zijn verblijf daar ook heftig. Er werd volledige inzet van de dwangarbeiders verlangd met lange dagen in ploegendienst. Van vrije dagen in het weekend en eventueel verlof was geen sprake meer, omgang met andere dwangarbeiders en Duitsers werden verboden, al trokken zij zich daar in de praktijk weinig van aan. De hevige winters in Neder-Silezië geselden de dwangarbeiders letterlijk en figuurlijk. Zij moesten vanuit hun gedwongen woonplaats Steinseifersdorf vaak lopend, zich een weg banend door sneeuwbergen, naar de fabriek in Peterswaldau. Beschermende kleding hadden zij nog maar amper. Onderlinge vriendschappen, niet alleen met Nederlandse dwangarbeiders maar ook uit landen als Tsjecho-Slowakije, Polen, België en Frankrijk, hielden hen op de been. In hun zeer schaarse vrije tijd maakten zij wandelingen door het Uilengebergte en leerden skiën. Het dagelijks leven in het Lager in Steinseifersdorf komt uitgebreid aan bod in 764 Dagen. Hoe Lenstra en zijn mededwangarbeiders hun huishouden organiseerden bijvoorbeeld en hoe zij de feestdagen met elkaar doorbrachten. Maar ook hoe zij controle, onder andere door de Gestapo en Grüne Polizei ondergingen alsmede honger en kou die hen teisterden.
Philips-Kommando
Bijzonder waren de contacten die Lenstra in het geheim onderhield met verschillende joden, onder andere een groep van het Philips-Kommando. Deze mensen werden in Auẞenlager in de buurt van Reichenbach gevangengehouden en moesten eveneens dwangarbeid verrichten. Na hun bevrijding boden de Philips-mensen Lenstra en een mededwangarbeider een plaats aan in de bus die hen naar Praag en vervolgens naar Nederland zou repatriëren. Helaas mislukte deze afspraak en verongelukte de bus in de omgeving van Praag zoals Lenstra en een mededwangarbeider later aan de weet zouden komen.
Rode Leger
In het vroege voorjaar van 1945 rukte het Rode Leger steeds verder op richting het westen. Lenstra beschreef in zijn dagboek de ellende van talloze vluchtelingen, onder andere afkomstig uit Breslau en omgeving. Het leven in Neder-Silezië raakte totaal ontwricht. Veel dwangarbeiders werden ontslagen; Lenstra echter, kreeg vanwege zijn saboteren in eerste instantie geen ontslag. Het Sovjet Leger arriveerde 8 mei 1945 in Reichenbach waar Lenstra toen met een mededwangarbeider verbleef. De blijdschap was groot, al bleek spoedig dat een vertrek richting huis voorlopig onmogelijk was. Pas eind juni kon hij met een mededwangarbeider zijn terugreis aanvangen. Dat werd er een die uiteindelijk een maand zou duren en naar schatting 1200 kilometer bedroeg; een loodzware reis door verwoest Duitsland. Op allerlei stukjes papier beschreef Lenstra het verloop ervan. Naderhand werkte hij thuis zowel het dagboek van zijn verblijf in Duitsland als de aantekeningen van zijn terugreis uit.
Dolnośląskie, Polen
In het Nawoord is aandacht voor de naoorlogse contacten die Lenstra lang heeft kunnen onderhouden. Contacten met mededwangarbeiders maar ook met enkele Duitsers die oorspronkelijk in Steinseifersdorf en Reichenbach woonden en waar Lenstra in moeilijke tijden een goede band mee had opgebouwd. In het kader van de Vertreibung moesten zij na de oorlog hun Heimat verlaten en kwamen in de (latere) DDR terecht omdat Neder-Silezië opnieuw Pools grondgebied was geworden. In 1989 bezocht Chris Lenstra na 44 jaar Neder-Silezië, Dolnośląskie, in Polen; in 2016 bezocht de auteur het gebied om op zoek te gaan naar de lieux de mémoire van haar vader in de Tweede Wereldoorlog. Beide reizen worden eveneens (kort) beschreven.
Boek: 764 Dagen – Margreet Lenstra
Website: www.764dagen.nl