Een raadseltje: We nemen een kapitein, een schip op de oceaan en een blinddoek. Hoe groot is dan de kans dat de geblinddoekte kapitein op open zee een ander schip ramt? Misschien is de kans dat je die oranje vis van de loterij aan vaart nog wel groter. Motorschip Oranje had in 1953 dikke pech. En zo ook de concurrent Willem Ruys.
Het is 5 januari 1953 als aan boord van de Oranje gezagvoerder H. Hemmes zijn gasten informeert over het naderende schip Willem Ruys en het bijbehorende schouwspel. Op open zee een ander schip tegenkomen is een bijzonder moment, vooral in het donker met duizenden lichtjes aan een donkere horizon.
Paniek op de brug
Het is 23.32 uur als de schepen in elkaars gezichtsveld komen. Gezagvoerder Goedewaagen is inmiddels op de brug gekomen en om 23.45 uur geeft de Oranje, om iets dichterbij te komen, een flinke stoot bakboord. Goedewaagen geeft Moens de opdracht om peilingen te blijven maken op de Oranje. Zo kunnen de vaart, koers en afwijkingen van het schip continue in de gaten worden gehouden. Om precies middernacht geeft de Oranje door middel van een kort fluitsignaal de mededeling dat het schip over stuurboord zal draaien. Er ontstaat verwarring op de bruggen van beide schepen. Ondanks de regel rood op rood passeren – bakboord op bakboord, oftewel de linkerzijden bij kruisende schepen – is het dankzij deze koerswijziging niet meer helder of dit nog steeds het plan is. Hierop draait de Willem Ruys hard naar bakboord en laat het twee fluitsignalen horen. De stress op beide bruggen neemt toe en de situatie verergert met de seconde. Sneller dan ooit wordt op de Oranje het teken gegeven dat de motoren in volle kracht achteruit moeten slaan, het schip remt nog enigszins af maar een aanvaring is niet meer te vermijden.
Water tot in het brooddeeg
Het is vijf minuten na middernacht als een harde knal klinkt, een dreun voelbaar is en de schepen elkaar onder een hoek van 45 graden raken. De boeg van de Oranje raakt de Willem Ruys net achter het anker in de stuurboordzijde. Door de snelheid drift de romp langszij en uiteindelijk breekt de boeg los uit de romp van de Willem Ruys, waardoor de schepen in de lengte tegen elkaar aan botsen en blijven schuren en wrikken.
Door openstaande patrijspoorten komt water naar binnen en het zeewater reikt tot in het brooddeeg dat klaar staat in de keuken. De dekhuizen zijn, gezien de omstandigheden, redelijk intact gebleven en zo ook de reddingssloepen. Maar als de schepen na dertig seconden weer uit elkaar drijven wordt helaas grote schade duidelijk: de boeg van de Oranje is aan stuurboordzijde volledig in elkaar gedrukt en tot overmaat van ramp breekt er een woekerende brand uit. Het kost meerdere uren voordat het vuur geblust is. De schade aan de Willem Ruys is beter te overzien en als een wonder in een gitzwarte nacht vallen er geen zwaargewonden.
De telegrafisten van de schepen hebben onderling contact. Zoals het recht bepaalt is goed zeemanschap de eerste regel en dat betekent voor de Willem Ruys dat het schip standby moet blijven totdat duidelijk is dat de Oranje en de opvarenden buiten gevaar zijn. De Willem Ruys vervolgt zijn reis naar het Suezkanaal en gezagvoerder Hemmes aan boord van de Oranje besluit, weliswaar met verminderde snelheid, door te varen naar Tandjong Priok. Hemmes is bang dat als hij eerder een haven aan doet dat het schip niet meer naar zee mag en dat de passagiers dan zouden stranden. In de tussentijd worden de kleinere lekkages verholpen met spek en andere vulmiddelen en worden de huidplaten afgedicht. De nieuwe boeg wordt al klaargemaakt bij de NDSM werf in Amsterdam, terwijl na een noodreparatie in Indonesië kapitein J. Lassche de opdracht krijgt het schip terug te varen naar Nederland.
Allebei schuldig, maar niet evenveel
Voor de carrière van kapitein Hemmes is de aanvaring net zo desastreus als voor zijn schip: hij werd direct ontslagen en kreeg een week vaarontzegging wegens gemaakte fouten, opgelegd door de Raad van de Scheepvaart. Goedewaagen kwam er zonder straf vanaf. Een jaar later zou blijken dat beide kapiteins fouten hebben gemaakt. De Oranje werd voor zestig procent verantwoordelijk gehouden en de Willem Ruys voor veertig.
Waarom draaide de Willem Ruys op het laatste moment naar bakboord, in plaats van hard stuurboord roer te geven, wegdraaiende van de Oranje? Het zou nog vijf jaar duren voordat de verdeling van de financiële afhandeling was afgerond. Voor beide partijen liep de schade in de miljoenen guldens. Een duur geintje dat in plaats van lachende gezichten, paniek veroorzaakte aan boord. Dan blijft theater in de salon toch een veiligere vorm van vermaak.
Lees ook: De MS Oranje, de roerige geschiedenis van het passagiersschip
Boek: MS Oranje – Koers gewijzigd