De Zeeslag bij Kijkduin, ook bekend als de Slag bij Texel (1673), was een belangrijke zeeslag tijdens de Derde Engels-Nederlandse Oorlog, waarin de Nederlandse vloot onder Michiel de Ruyter een Engelse en Franse invasievloot wist af te slaan. Om te begrijpen wat er op 21 augustus 1673 precies gebeurde moeten we eerst een jaar terug in de tijd naar 1672.
Chaos, blunders en politieke verdeeldheid brengen de Republiek in 1672 aan de rand van de afgrond. Het jaar 1672 ging de boeken in als het ‘rampjaar’. De Republiek werd van alle kanten tegelijk aangevallen en zelfs de eigen bevolking ging de strijd met elkaar aan. Het kenmerkende aan deze tijd was de strijd op het land en tegelijkertijd op zee.
Strijd op land en zee
Allereerst speelde er een hoop in de internationale politiek: de Franse zonnekoning Lodewijk XIV wilde samen met Engeland, Keulen en Münster een einde maken aan de machtige ‘koopliedenrepubliek’ in het noorden. De Fransen bezetten in korte tijd Overijssel, Gelderland en Utrecht. Alleen Holland kon bezetting nipt voorkomen door land aan de grenzen van het gewest onder water te zetten (de ‘Hollandse waterlinie’). In Groningen, Drenthe en Twente kwamen Duitse troepen uit Münster en Keulen de landsgrenzen over om zich vervolgens te richten op de noordelijke gewesten van de Republiek.
De problemen kwamen niet alleen van buiten de landsgrenzen in de vorm van vijandige buurlanden, ook de eigen bevolking stond lijnrecht tegenover elkaar. De inval van de Fransen zette alles op scherp. De bevolking was verdeeld in ‘staatsgezinden’ en ‘prinsgezinden’.
De zittende, staatsgezinde regenten moesten het ontgelden wanneer het prinsgezinde volk de terugkeer van een Oranje-stadhouder eist. In juli werd Willem III benoemd tot stadhouder van Holland en Zeeland. Zijn twee grootste tegenstanders, de staatsgezinde gebroeders Johan en Cornelis de Witt, werden op 20 augustus in Den Haag door een opgehitste menigte gelyncht en gruwelijk verminkt. Het land was tot op het bot verdeeld.

Zeeslag onder leiding van De Ruyter
De oorlog hield daarna nog een jaar aan. Na twee mislukte pogingen probeerden de Engelsen en Fransen in augustus 1673 opnieuw om de oorlogsvloot van de Republiek uit te schakelen. Met meer dan 100 schepen, 4.245 stukken geschut en 20.000 zeelieden zette Michiel de Ruyter op 21 augustus bij Kijkduin (een hoog duin vlakbij het huidige Den Helder) de tegenaanval in. Er werd verschrikkelijk gevochten, veel zeelieden en hun officieren lieten het leven. De strijd duurde de hele dag en ’s avonds blies de Engels-Franse vloot de aftocht. Die avond is het gevaar voor een invasie vanaf de Noordzee geweken.
Door de overwinning bij Kijkduin heeft Michiel de Ruyter de ondergang van de Republiek voorkomen. Hij werd toentertijd geprezen om zijn strategie en werd vol lof onthaald. Lang kon hij niet van deze roem genieten. De strijd tegen de Fransen verlegde zich nu naar de zuidelijke wateren. In 1675 werd De Ruyter met een te kleine en daardoor ineffectieve vloot naar de Middellandse Zee gestuurd waar hij een jaar later overleed aan de verwondingen van een eerdere Franse kanonskogel. Twee jaar later, in 1678, werd er in Nijmegen eindelijk vrede gesloten met Frankrijk.