De Belgische ontdekkingsreiziger Adrien de Gerlache leidde de eerste expeditie die gedwongen moest overwinteren in het zuidpoolgebied.
Adrien Victor Joseph de Gerlache de Gomery werd op 2 augustus 1866 geboren in Hasselt. Hij stamde uit een oud officierengeslacht. Gerlache studeerde aan de Faculteit Toegepaste Wetenschappen van de Vrije Universiteit Brussel. Zelf was hij liever de zee opgegaan, maar zijn vader besliste anders. Tijdens de universiteitsvakanties ging hij alsnog de zee op. Zo was hij in 1883 scheepsjongen op het schip de Waesland waarmee hij van Antwerpen naar New York reisde. Een jaar later maakte hij tijdens de vakantie maar liefst twee reizen.
Nadat Adrien de Gerlache in oktober 1885 zijn getuigschrift van de Vrije Universiteit Brussel had ontvangen, trad hij toe tot de marine. Hij volgde een opleiding aan de zeevaartschool in Oostende. Na voltooiing van deze opleiding was hij eerste luitenant en werd hij gelegerd op het schip de Belgique. Tijdens zijn diensttijd ontwikkelde zich bij de Belg het idee voor een expeditie naar Antarctica.
In 1896 kwam deze expeditie een stuk dichterbij. De Gerlache kocht het in Noorwegen gebouwde walvisschip Patria en doopte dit schip na verbouwingen om tot de Belgica. De Antarctische expeditie van de Belg begon op 16 augustus 1897. Aan boord van het schip bevond zich ook de Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen die later de eerste man op de zuidpool zou worden. De Belgica bereikte in januari 1898 de kust van Grahamland, het noordelijkste deel van het Antarctisch Schiereiland (onder Zuid-Amerika). De Gerlache noemde de straat tussen de Grahamlandkust en de westelijker gelegen strook eilanden, de Belgica Straat. Later werd deze straat naar hemzelf vernoemd: de Gerlachestraat.
Na enkele eilanden in kaart te hebben gebracht stak de Belgica op 15 februari 1898 de zuidpoolcirkel over. Dertien dagen later was er een groot probleem. Het schip zat op 70ĆĀ° zuiderbreedte vast in het ijs. De expeditieleden probeerden de Belgica los te krijgen uit het ijs, maar moesten al snel constateren dat er overwinterd moest worden op Antarctica. Het was voor het eerst dat er een expeditie moest overwinteren in het barre zuidpoolgebied.
De overwintering in het gebied was een beproeving voor de expeditieleden. Zeker nadat op 18 mei de totale duisternis haar intrede deed. De zon zou zich tot 23 juli niet laten zien. Scheepsarts Frederick Cook had handen vol werk. Veel bemanningsleden werden moedeloos, depressief en hadden last van gezwollen ledematen en een onregelmatige polsslag. Daarnaast kregen verschillende matrozen aanvallen van hysterie. Een van de bemanningsleden zou tijdens zo’n aanval het schip te voet hebben verlaten met de mededeling dat hij ’terugkeerde naar BelgiĆ«’. Ook het gebrek aan voedsel deed de bemanning geen goed. De arts Cook gaf de bemanning na enige tijd opdracht rauw pinguĆÆn- en robbenvlees te eten.
Toen de zomer aanbrak en de zon zich weer liet zien beval Adrien de Gerlache zijn mannen het schip te bevrijden van het ijs. Dit was nog een moeilijke zaak, maar uiteindelijk lag de Belgica op 15 februari 1899 ijsvrij. Ongeveer een maand later bevond het schip zich weer in open zee en op 5 november voer de Belgica de haven van Antwerpen binnen.
De Belgische ontdekkingsreiziger beschreef zijn Antarctische Expeditie in het boek Quinze Mois dans l’Antarctique (Vijftien maanden in Antarctica). Het boek werd in 1902 bekroond door de AcadĆ©mie FranƧaise.
Na deze uitputtende expeditie was Adrien de Gerlache het reizen nog niet moe. Toen hij vernam dat de Fransman Jean-Baptiste Charcot een expeditie naar Spitsbergen voorbereidde, deed hij er alles aan om mee te kunnen met deze expeditie. De Gerlache kreeg dit voor elkaar. De bestemming van de expeditie werd uiteindelijk Antarctica. Jean-Baptist Charcot wilde naar het zuidpoolgebied omdat hij vernomen had dat de expeditie van Otto Nordenskjƶld vermist was. De Fransman wilde hen zoeken. Het schip, genaamd de FranƧais, vertrok op 27 augustus 1903. Aan boord ook Adrien de Gerlache. De Belg zou Antarctica ditmaal echter niet bereiken. Vanwege onder meer meningsverschillen met Charcot ging De Gerlache in de Braziliaanse haven Pernambuco van boord.
Adrien de Gerlache ondernam hierna nog verschillende andere expedities. Zo reisde hij in 1905 met de Belgica naar de Groenlandzee, nam hij in 1907 deel aan de expeditie naar de Barentsz- en de Karazee en leidde hij in 1909 een expeditie naar Spitsbergen en de Frans-Jozef archipel.
Adrien de Gerlache stierf in Brussel op 4 december 1934. Zijn zoon Gaston de Gerlache zou niet veel later als ontdekkingsreiziger in zijn voetsporen treden.