Advent is in de christelijke kerk de periode voorafgaand aan het kerstfeest, waarin vooruitgekeken wordt naar de geboorte van Jezus. Het gaat om de eerste vier weken van het kerkelijke jaar. De traditie ontstond rond de zesde eeuw.
Het woord advent is afgeleid van het Latijnse woord adventus, wat ‘komst’ of ‘aankomst’ betekent. Dit duidt dus op de geboorte van Christus waarnaar in de adventsperiode wordt uitgekeken. De adventsperiode eindigt op 24 december, kerstavond.
Kaarsen en kransen
In veel kerken is het traditie om tijdens de vier adventszondagen tijdens de dienst steeds een kaars aan te steken. Elke zondag wordt zo een extra kaars ontbrand, zodat op de laatste zondag voor kerst dus vier kaarsen branden. Sommige gelovigen steken tijdens de adventsperiode thuis ook kaarsen aan, die vaak op een kerstkrans zijn bevestigd. Deze traditie is van oorsprong Duits-protestants en is later ook door katholieken overgenomen.
De eerste adventskrans werd naar verluidt gemaakt door de Lutherse theoloog Johann Hinrich Wichern. In 1839 plaatste hij vier grote kaarsen op een houten wiel, voor iedere adventszondag één. Verder voegde hij vierentwintig kleinere kaarsen toe, die dagelijks aangestoken konden worden. Later werden deze adventskransen versierd met dennengroen.
De adventsperiode wordt beschouwd als een tijd van inkeer en boete, waarin dus verwachtingsvol uitgekeken wordt naar de aangekondigde geboorte van Christus. In de kerk maar ook thuis worden vaak bijbelse teksten gelezen die betrekking hebben op profetieën over de geboorte van Jezus en de aankondiging bij Maria. De liturgische kleur van deze periode is paars.
Adventskalenders
Vrij wijd verbreid is de traditie van de adventskalender, die wordt gebruikt om de dagen voorafgaand aan kerst af te tellen. Deze kalender begint op 1 december of op de eerste adventszondag. Vaak bevat elke dag een luikje of deurtje dat geopend mag worden om een verrassing te onthullen. Ook de adventskalender is vanuit Duitsland overgewaaid. Daar verschenen in de negentiende eeuw de eerste kalenders. Volgens het boek Adventskalender im Wandel der Zeit (2007) werd de oudst bekende getekende adventskalender in 1851 in de handel gebracht. Bij veel vroege exemplaren moesten kinderen iedere dag een plaatje uitknippen en vervolgens op de juiste datum plakken.
Vanaf ongeveer 1920 werden adventskalenders met deurtjes en luikjes geïntroduceerd en tijdens de Tweede Wereldoorlog lieten de nazi’s, die onder meer problemen hadden met Jezus’ joodse afkomst en meenden dat het kerstfeest oude Germaanse tradities verdrong, speciale kalenders ontwikkelen waarop bijvoorbeeld oude Germaanse sprookjes en nationaal-socialistische liederen centraal stonden. Na de oorlog keerden de oude adventskalenders weer terug en waaide de traditie ook over naar andere landen.
Liederen tijdens de adventszondagen:
In katholieke kerken is het gebruik om in de adventsperiode op zondag gregoriaanse liederen ten gehore te brengen:
Eerste zondag van de Advent: Levavi
Latijn: | Vertaling |
---|---|
Ad te levavi animam meam, Deus meus, in te confido, non erubescam. Neque irrideant me inimici mei, etenim universi qui te exspectant non confundentur. Vias tuas, Domine, demonstra mihi: et semitas tuas edoce me. | Tot U heb ik mijn ziel opgeheven; mijn God, op U vertrouw ik, ik zal niet beschaamd worden. Laten mijn vijanden mij niet bespotten, want al wie U verwacht, zal niet worden teleurgesteld. Wijs mij, Heer Uw wegen en leer mij Uw paden kennen. |
Dit lied is gebaseerd op de woorden in Psalm 25:1-4.
Tweede zondag van de Advent: Populus Sion
Latijn: | Vertaling |
---|---|
Populus Sion, ecce Dominus veniet ad salvandas gentes: et auditam faciet Dominus gloriam vocis suae, in laetitia cordis vestri. Qui regis Israel, intende: qui deducis velut ovem Ioseph. | Volk van Sion, ziet! De heer zal komen om alle naties te redden: en de Heer zal u de heerlijkheid van zijn stem laten horen, tot vreugde uwer harten. O, herder van Israël, verhoor ons, Gij die Jozef leidt gelijk een kudde |
Dit lied is gebaseerd op de woorden in Jesaja 30:19, Jesaja 30:30 en op Psalm 80:2.
Derde zondag van de Advent: Gaudete
Latijn: | Vertaling |
---|---|
Gaudete in Domino semper, iterum dico, gaudete. Modestia vestra nota sit omnibus hominibus: Dominus enim prope est. Nihil solliciti sitis: sed in omni oratione petitiones vestrae innotescant apud Deum. | Verheugt u altijd in de Heer, ik herhaal het, verheugt u! Dat uw bescheidenheid aan alle mensen bekend worde, want de Heer is nabij. Weest om niets bekommerd, maar laat al uw verlangens aan God kennen door het gebed. |
Dit lied is gebaseerd op de woorden in Filippenzen 4:4.
Vierde zondag van de Advent: Rorate
Latijn: | Vertaling |
---|---|
Rorate caeli desuper, et nubes pluant iustum: aperiatur terra, et germinet Salvatorem. | Dauwt, hemelen, van boven gij wolken, beregene de rechtvaardige: Opdat de aarde zich zal openen en de Heiland er uit zal ontspruiten. |
Dit lied is gebaseerd op de woorden in Jesaja 45,8.
Korte geschiedenis en oorsprong van de kerstboom
De kerstbalblazers van het Thüringerwald
Bronnen â–¼
-https://www.nrc.nl/nieuws/2023/11/24/verras-mij-elke-dag-a4181831
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Advent_(periode)