Op 25 oktober 1944 voltooide Cornelis Hendrikus de Kat zijn studie rechtsgeleerdheid aan de Roomsch Katholieke Universiteit Nijmegen, tegenwoordig de Radboud Universiteit. Daarmee legde hij als eerste student examen af in bevrijd Nederlands gebied. Ter gelegenheid van dit bijzondere moment organiseren historici van de Radboud Universiteit een symposium in Museum Het Valkhof.
De universiteit zelf was nog dicht en de gebouwen lagen in puin. Het was slechts een maand na de bevrijdingsgevechten dat De Kat afstudeerde. ‘Waarschijnlijk heeft de verdediging van zijn doctoraal plaats gevonden bij één van de hoogleraren thuis’, aldus universiteitshistoricus Jan Brabers.
Zwart tentamen
De Kat, die rechten studeerde, lijkt er zelf op aangedrongen te hebben om af te studeren. ‘Hij had in februari 1943 al doctoraal examen gedaan, maar was gezakt. Daarna ging in april de universiteit dicht in verband met de weigering van de rector magnificus om mee te werken aan de loyaliteitsverklaring. Ik denk dat hij ambitieus was en snel af wilde studeren.’
De faculteit rechtsgeleerdheid bood als enige die mogelijkheid: tijdens de sluiting konden de studenten bij hoogleraren zogenaamde ‘zwarte’ tentamens afleggen, op hun onderduikadres. Voor zijn doctoraal examen werd De Kat op 25 oktober 1944 op drie vakken mondeling stevig ondervraagd door drie hoogleraren, zoals gebruikelijk in die tijd.
Afstuderen in frontgebied
Afstuderen in Nijmegen in die tijd moet overigens niet zonder gevaar geweest zijn. ‘De stad was door het bombardement en door de bevrijdingsgevechten van Operatie Market Garden, veranderd in een puinhoop. Studenten ging naar tentamen met een helm op. Je moet je realiseren dat Nijmegen een frontstad was. De Duitsers schoten nog met granaten vanaf de andere kant van de Waal en vanuit het Duitse Reichswald. De granaten vlogen je om de oren. In die zeven maanden zijn er nog naar schatting 800 mensen omgekomen, net zoveel als tijdens het bombardement.’
Symbolisch
Het afstuderen van De Kat is van grote symbolische betekenis. Te midden van een verwoeste stad, in een diep geschokt land waarvan het bezette deel een hongerwinter tegemoet zou gaan, kan dit afstuderen worden beschouwd als een lichtpuntje, een eerste teken van wederopbouw van de natie.
Van het verdere leven van De Kat weet Brabers verder weinig. ‘We weten dat hij later rechter is geworden in Arnhem en ik vond een bericht over hem in een krant uit 1982.’ Wel is er een groepsfoto waar hij ietwat onduidelijk op staat. Brabers komt graag in contact met familie van De Kat voor meer informatie.