Amerika, een biografie van dromen en bedrog

Björn Soenens neemt de Verenigde Staten kritisch onder de loep
5 minuten leestijd

De Verenigde Staten zijn voor Nederlandse opiniemakers een geliefd mikpunt van kritiek. Of het nu gaat om het gemopper van Maarten van Rossem, het ironische commentaar van Max Westerman of het sombere toekomstbeeld dat Geert Mak schetst in Reizen zonder John, met Amerika is volgens deze deskundigen veel mis. Het land is oorlogszuchtig, de keiharde aanpak van criminaliteit faalt, de Amerikanen leven ongezond, de Amerikaanse media zijn tendentieus en oppervlakkig, Republikeinse politici zijn idioten en de verschillen tussen arm en rijk rijzen de pan uit. Zomaar wat willekeurige punten van kritiek die we kunnen horen uit de monden van de kenners.

Die kritische houding is niet voorbehouden aan Nederlanders, zo blijkt uit het nieuwe boek van de Belgische Amerikawatcher Björn Soenens: Amerika, een biografie van dromen en bedrog. De chef buitenland van het VRT nieuws neemt hierin zowel het heden als verleden van zijn favoriete land kritisch onder de loep.

Soenens (1968) reisde vele malen naar de Verenigde Staten, zowel als toerist als journalist. Hij werd in de dagen na 9/11 naar New York gestuurd om voor VRT nieuws verslag te doen van de verwoesting op Ground Zero. Voor zijn radiorubriek De Amerikawatcher op de Vlaamse zender Radio 1 werd hij onderscheiden met de Dexia Persprijs, een belangrijke Vlaamse persprijs. Na zoveel gereisd, gelezen en gesproken te hebben over Amerika, was voor Soenens de tijd rijp om zijn kennis en ervaringen te bundelen in een boek. In vier hoofdstukken behandelt hij in korte tekstfragmenten een bonte verzameling van onderwerpen uit het heden en verleden, variërend van het misdadigersduo Bonnie en Clyde tot FBI-baas J. Edgar Hoover, van Wal-Mart tot het Watergateschandaal en van de hotdog tot de Burgeroorlog. Vragen die hij beantwoordt zijn bijvoorbeeld waarom het Witte Huis wit is, hoe de economische crisis in 1929 ontstond en hoe het Amerikaanse kiesstelsel werkt.

Met name over de ‘belastingen’ wordt in het boek veel geschreven, want als de Amerikanen ergens een collectieve afkeer van hebben dan is het de belasting dat wel. Soenens legt uit dat Amerika altijd belastingen heeft gekend. Hij vertelt over een suikerbelasting en een belasting op drukwerk die respectievelijk in 1764 en 1765 werden ingevoerd door de Britse overheersers. De kolonisten kwamen hiertegen in opstand en de Britten stuurden extra troepen. In Boston, een bakermat van koloniaal oproer, kwam het op 5 maart 1770 tot een bloedige confrontatie tussen dronken Amerikaanse dokwerkers en Britse soldaten, waarbij vijf dokwerkers omkwamen door Brits geweervuur. Het incident kwam bekend te staan als het Bloedbad van Boston. Niet lang daarna volgde opnieuw een conflict, zo beschrijft Soenens. In de haven van Boston klommen op 16 december 1773 kolonisten aan boord van Britse schepen en gooiden de vracht thee in het water. Ze deden dit uit protest tegen het monopolie van de Britse Oost-Indische Compagnie op de theehandel, waar Amerikaanse handelaars zich bedreigd door voelden. De Boston Tea Party was geboren.

Aanleg van Interstate 55 in Mississippi (1972)
Aanleg van Interstate 55 in Mississippi (1972)
Het is duidelijk waar de hedendaagse Tea Party-beweging haar naam vandaan heeft. Verzetten hun achttiende-eeuwse voorgangers zich tegen koloniale overheersing, tegenwoordig protesteren de sympathisanten van de Tea Party tegen overheidsbemoeienis en – natuurlijk – tegen belastingen. Soenens toont aan dat één van de helden van de protestbeweging, de Republikeinse president Ronald Reagan, minder rechts was dan zijn huidige fans denken. De veertigste president staat dan wel bekend als belastingverlager en wordt door rechts Amerika geroemd omdat hij de overheid kleiner maakte, maar in werkelijkheid voerde hij elf belastingverhogingen in en was zijn overheid groter dan die van zijn voorganger, de Democraat Jimmy Carter. Wat Soenens duidelijk maakt is dat Republikeinse politici van de vorige eeuw eigenlijk een stuk gematigder waren dan hun hedendaagse opvolgers. Het was bijvoorbeeld Dwight Eisenhower die zijn troepen inzette om zwarte leerlingen op voorheen gesegregeerde scholen in het Zuiden te beschermen tegen uitzinnige blanke menigten en hij was ook degene die het startschot gaf voor het Interstate Highway System, een netwerk van langeafstandssnelwegen waaraan miljarden overheidsgeld besteed werd. Soenens constateert dat gematigde Republikeinen tegenwoordig vrijwel uitgestorven zijn (net als conservatieve Democraten) en is daar terecht verontrust over, omdat dit vooruitgang dwarsboomt en Amerikanen tegen elkaar opzet.

Een beschrijving van de verschillende facetten van de rassenongelijkheid mag natuurlijk ook niet ontbreken. Behalve de bekende onderwerpen, zoals de Ku Klux Klan en Rosa Parks, behandelt de schrijver ook de naar verhouding minder bekende rassenrel van Tulsa op 31 mei 1921. In deze plaats in Oklahoma begon de zaak met de vrijlating van een zwarte schoenpoetser, die verdacht werd van de verkrachting van een blank meisje. Het meisje had de klacht laten vallen, maar een blanke meute eiste vergelding. Huizen in zwarte buurten werden geplunderd en in de brand gestoken en zwarte burgers werden in elkaar geslagen of vermoord. Tijdens deze bloedigste rassenrel in de geschiedenis van de Verenigde Staten kwamen driehonderd mensen om het leven. Tachtig jaar lang werd hierover gezwegen, totdat in 2001 een officiële onderzoekscommissie rapport uitbracht over de schanddaad en een schadevergoeding eiste voor de slachtoffers en nabestaanden. Dit voorbeeld en ook de andere verhalen van Soenens over de moeilijke totstandkoming van de rassengelijkheid maken duidelijk hoe bijzonder het is dat er tegenwoordig een zwarte president zetelt in het Witte Huis.

Soenens bespiegelt ook de hedendaagse situatie in de Verenigde Staten. Hij constateert dat de rol van religie op de Amerikaanse politiek veel groter is dan de Founding Fathers, de grondleggers van de Verenigde Staten, voor ogen hadden. Zij legden weliswaar de vrijheid van godsdienst vast in het Eerste Amendement van de grondwet, maar stonden een strikte scheiding van kerk en staat voor. Ook kan Soenens natuurlijk niet om de actuele economische crisis heen. Net zoals andere Amerikadeskundigen vindt hij dat president George W. Bush er een potje van gemaakt heeft. Hij zorgde voor een belastingverlaging voor de rijken, maar zadelde Amerika op met twee langslepende oorlogen en een miljardenschuld. Maar alleen maar pessimistisch is de schrijver niet. Hij haalt tal van Amerikaanse succesverhalen aan, zoals hoe de kansarme Oprah Winfrey, geboren in armoede en in haar jeugd misbruikt, kon uitgroeien tot internationaal televisie-icoon. En hoe twee “dikkerdjes”, die op de middelbare school bevriend raakten door hun gedeelde liefde voor eten en hun afkeer van gymles, begin jaren zeventig een idealistisch ijsbedrijf begonnen. Het verantwoord geproduceerde ijs van Ben & Jerry wordt tegenwoordig over heel de wereld verkocht.

Amerika. Een biografie van dromen en bedrog – Björn Soenens

Door de gevarieerde verzameling van onderwerpen verveelt dit boek niet. Serieuze historische, economische en politieke onderwerpen worden afgewisseld met meer luchtige onderwerpen, zoals McDonald’s, Elvis Presley en Barbie. Hoewel het lijkt alsof de schrijver van de hak op de tak springt en hij zich niets aantrekt van chronologie, is zijn boek zeker niet verwarrend of onoverzichtelijk. Er is wel degelijk een rode draad. Zijn fascinatie voor de Verenigde Staten weet Soenens duidelijk over te brengen op de lezer. Voor wie meer wil weten, heeft hij genoeg aanvullende lees- en kijktips. Zijn toon is minder belerend dan die van de meeste Nederlandse deskundigen. Hij wijst niet zozeer met zijn vingertje, maar is meer een nuchtere observator die de vinger op de zere plek legt. Zeker voor degenen die al veel gelezen hebben over de Verenigde Staten en die de actualiteiten goed volgen, is Soenens’ boek geen eyeopener, maar wel een vermakelijke samenvatting van alles wat je als Amerikaliefhebber zou moeten weten. In dit boek kunnen wij Europeanen ons weer heerlijk verwonderen over die rare Amerikanen, maar ook hun inventiviteit en ondernemerslust bewonderen.

~ Kevin Prenger

Kevin Prenger (1980) is hoofdredacteur artikelen van TracesOfWar.nl. Zijn aandacht gaat vooral uit naar de geschiedenis van de Holocaust en nazi-Duitsland. In 2015 verscheen zijn boek Oorlogszone Zoo, over de geschiedenis van de Berlijnse dierentuin tijdens de naziperiode. Verschillende boeken over minder bekende verhalen uit de Tweede Wereldoorlog volgden: De boodschapper uit de hel, Een rechter in Auschwitz, Het masker van de massamoordenaar, Kerstmis onder vuur, Kolberg, Meer dan alleen Auschwitz en In de schaduw van Schindler. Zijn laatste boek is Van kinderwieg tot soldatengraf, over onderwijs en indoctrinatie van de jeugd in Hitlers Duitsland. Zie ook website of X-account.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×