M4 Sherman tegen Panther

Amerika versus nazi-Duitsland
13 minuten leestijd
M4 Sherman (Publiek Domein - wiki - U.S. War Department)
M4 Sherman (Publiek Domein - wiki - U.S. War Department)

De M4 Sherman-tank was de belangrijkste Amerikaanse tank tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het voertuig was robuust, relatief eenvoudig te produceren en was multifunctioneel inzetbaar. De Panzerkampfwagen V ‘Panther’ was een zeer krachtige, meer specialistische Duitse middelzware tank. Beide voertuigen ontmoetten elkaar voor het eerst in 1944 te Normandië en later in de Ardennen. Dit artikel tracht een gedetailleerde vergelijking te maken en zoomt alleen in op de bewapening, de munitie en de bepantsering van de genoemde tankmodellen*. Ook  herinneringen van Amerikaanse militairen aan de M4 Sherman en de Panther worden opgehaald.

M4 Sherman

De M4 Sherman-tank was de belangrijkste Amerikaanse tank tussen 1942 en 1945. Het voertuig werd voor het eerst in 1942 in Noord-Afrika ingezet waar het aantoonde dat het de meeste Duitse tanks en andere voertuigen kon vernietigen. Het ontwerp van de M4 Sherman-tank was relatief simpel en Amerikaanse fabrieken konden de tank in groten getale produceren. De tank had een relatief hoog silhouet met een draaibare koepel. De romp was relatief recht, gedrongen van vorm en had aan de voorkant schuine pantserplaten. De M4 Sherman-tank was met name door de grote productieaantallen een succes (afgezien van het feit dat latere modellen krachtige kanonnen en soms dikker pantser hadden). In totaal werden 49.234 tot 50.000 M4 Sherman-tanks gebouwd.

Bewapening en munitie

Met het 75mm M3 kanon (75mm Gun M3) waren de eerste M4 Sherman-modellen in staat met de M61 (‘APCBC’, pantsermunitie met een ballistische kop) ongeveer 88 mm staal op een afstand van honderd meter te doorboren en 59 mm staal op een afstand van twee kilometer. Die projectielen wogen ongeveer 6.8 kilogram en hadden een aanvangssnelheid van 618 tot 619 meter per seconde (m/s).

Met de M72 pantsermunitie kon de M4 Sherman ongeveer 109 mm staal op een afstand van honderd meter en 51 mm staal op een afstand van twee kilometer doorboren. Een nadeel van die munitie was het feit dat het geen explosieve vulling had (wat leidde tot minder grote interne schade).

Net als de M61 munitie bedroeg de mondingssnelheid ongeveer 619 m/s. Het 75mm M3 kanon maakte het mogelijk dat de volgende Duitse tanks aan de voorkant (koepel en romp) doorboord konden worden:

  • Panzerkampfwagen I (10-13mm staal);
  • Panzerkampfwagen II (30-35mm staal);
  • Panzerkampfwagen III (30-50mm staal);
  • Panzerkampfwagen IV, inclusief de Ausf. (versie) G, H en J (50-80mm staal)
Panzerkampfwagen IV Ausf (CC BY 2.5 - Balcer)
Panzerkampfwagen IV Ausf (CC BY 2.5 – Balcer)

Afgezien van het feit dat de voorkant van d Duitse tanks doorboord konden worden, waren de zijkanten en de achterkant van die modellen vaak slecht tot matig gepantserd (20-30mm). De eerste M4 Sherman-modellen konden gemakkelijk de zij- of achterkant van die Duitse tanks tot op grote afstand (500-1000 meter)doorboren. Tankgevechten speelden zich geregeld af op een halve kilometer of meer (afhankelijk van het weer en de gevechtsomstandigheden). Door de explosieve inhoud van de M61 pantsergranaat was die munitie extra destructief. Bij een munitietreffer kon de vijandelijke tank in een paar seconden in een grote vuurbal veranderen. Daarnaast kon het 75mm kanon een zeer effectieve brisantgranaat afvuren.

Nieuwe 76mm kanonnen (76 mm Gun M1A1 en 76mm Gun M1A2) die in de nieuwste M4 Sherman modellen geïnstalleerd werden (Medium Tank M4A1 (76) W Sherman, Medium Tank M4A2 (76) W Sherman, Medium Tank M4A3 (76) W HVSS Sherman) waren in staat zwaardere Duitse tanks op grote afstand te vernietigen. Met de M62 pantsermunitie (projectielgewicht 7 kilogram, 792m/s) was de M1A1 in staat 125 mm staal op een afstand van honderd meter en 89 mm staal op een afstand van twee kilometer te doorboren. De granaten hadden een explosieve inhoud. De wolfraammunitie (M79) doorboorde zelfs 154 mm staal op een afstand van honderd meter en 72 mm op een afstand van twee kilometer. Die munitie had geen explosieve inhoud.

Naast die hoofdbewapening waren veel M4 Sherman-tanks voorzien van 7.62mm machinegeweren en een 12.7mm M2HB dakmitrailleur. Die wapens waren vooral bedoeld tegen infanterieaanvallen, verdedigingslinies met machinegeweren en niet (of licht) gepantserde voertuigen.

Bepantsering

Veel M4 Sherman-tanks waren voorzien van 38 (38.1) tot 50.8 (51) mm staal. De zijkanten van de eerste M4 Sherman-tanks waren 38mm dik (romp 50.8mm). De koepel was op het dikste punt 88.9 mm dik. Nieuwere modellen, zoals de M4A2 (76) W Sherman, hadden een maximale koepeldikte van 88.9mm en de zijkanten waren 38.1 (romp) tot 63.5mm (koepel) dik. De voorkant van de romp van dat tankmodel was 63.5mm dik (in een schuine hoek waardoor de verticale staaldikte toenam). Sommige delen van de M4 Sherman-tanks waren gegoten (koepel), andere delen waren gelast (vaak de romp). De genoemde cijfers geven aan dat de voorkant van de M4 Sherman-tank het beste gepantserd was (zoals dat bij veel tanks het geval is). De zijkanten van de M4 Sherman-tank waren relatief zwak gepantserd en werden in een verticale, rechte hoek gemonteerd.

Afgezien van de zeer goed gepantserde M4A3E2 ‘Jumbo’ (en varianten), was het merendeel van de M4 Sherman-tanks onvoldoende gepantserd om middelzware of zware Duitse tankmunitie af te laten ketsen. Zo waren Duitse 7.5 en 8.8 cm granaten in staat het Sherman-pantser op grote afstand te doorboren. De voorkant van de meeste M4 Sherman-tanks kon door de Duitse standaardmunitie Panzergranate 39 doorboord worden. De Panzergranate 40 wolfraammunitie had geen moeite om nog dikker staal te doorboren. De gevaarlijkste Duitse tankkanonnen voor het M4 Sherman-pantser waren de 7.5 cm KwK 40 L/43 (Panzerkampfwagen IV Ausf. F2 en G), de 7.5 cm KwK 40 L/48 (Panzerkampfwagen IV Ausf. H en J), de 7.5 cm KwK 42 L/70 (Panzerkampfwagen V Panther), de 8.8 cm KwK 36 L/56 (Panzerkampfwagen VI Tiger) en de zeer krachtige 8.8 cm KwK 43 L/71 (Panzerkampfwagen VI Ausf. B Tiger II). Het Panther-kanon was door zijn hoge mondingssnelheid en kracht zeer gevaarlijk voor de staalplaten van de M4 Sherman. M.L. Hall, T/4:

“In the battle for Humain, Belgium, I saw the company commander’s tank shooting at Mark V, at a range of about six hundred yards. Every round bounced off the front. The same morning we had tanks knocked out with hits through our thickest armor.”

Lichtere Duitse tank- en antitankkanonnen zoals de 5 cm KwK 39 L/60 en de 5 cm PaK 38 hadden meer moeite om de voorkant van de meeste M4 Sherman-tanks op grote afstand te doorboren. Wel was de standaard pantsermunitie van die kanonnen in staat de zij- en achterkant van nagenoeg alle M4 Sherman-tanks te doorboren (38mm). De nieuwste Panzerkampfwagen III modellen (Ausf. L en M) konden met de standaardmunitie van hun 5 cm KwK 39 L/60 kanon de zijkant van de M4 Sherman-tank in theorie tot op anderhalve kilometer of verder doorboren (rechte inslaghoek). Kleinere Duitse tank- en antitankkanonnen waren niet erg effectief tegen M4 Sherman-tanks, alleen op zeer korte afstand. Het schuin opstellen van de eigen tank kon ervoor zorgen dat vijandelijke granaten afketsten (schuine inslaghoek).

Panzerkampfwagen V ‘Panther’

De Duitse Panzerkampfwagen V ‘Panther’ werd ontwikkeld als gevolg van de frontervaringen in de Sovjet-Unie. De middelzware Sovjet T-34 tank was de inspiratiebron voor de ontwikkeling van de de Panther-tank. Schuin pantser bij de Panther werd aan de voorkant aangebracht om betere bescherming tegen vijandelijke (tank)granaten te bieden. De Panther had aanvankelijk opstartproblemen (o.a. brandstoflekken, motorbranden en transmissieproblemen), maar was wat betreft bepantsering een formidabele tank. Ook de snelheid en de vuurkracht van het voertuig waren indrukwekkend. Enkele nadelen van de tank waren de complexiteit en de productiekosten, de trage koepeldraaisnelheid bij de Ausf. D (versie D), de trage achteruitrijdsnelheid, de relatief zwak gepantserde zijkanten, de aanvankelijke technische problemen en de overlappende wielen (kwetsbaar voor modder en opvriezend ijs). Ondanks die feiten was de Panther een van de beste tanks van nazi-Duitsland en was vooral het kanon een krachtig langeafstandswapen. In totaal werden ongeveer 6000 Panther-tanks geproduceerd.

Bewapening en munitie

De verschillende productieversies van de Panther-tank verschilden niet wat betreft de hoofdbewapening. Een lang 7.5 cm KwK 42 L/70 kanon vormde het hoofdwapen en was krachtiger dan de eerder ontwikkelde 7.5 cm kanonnen (L/43 en L/48). Het L/70 kanon was met de pantsermunitie (Panzergranate 39/42, 6.8 kilogram, 925-935m/s) in staat ongeveer 185 mm staal op een afstand van honderd meter en 116 mm staal op een afstand van twee kilometer te doorboren. De zeer hoge mondingssnelheid kwam met name door de lengte van het kanon, in combinatie met het uitstekende vuurmechanisme. De verticale staalequivalentie van 116 mm op een afstand van twee kilometer betekende dat het wapen in staat was de frontale romp- en koepelbepantsering van nagenoeg alle M4 Sherman-tanks te doorboren. De maximale dikte van de Sherman-koepel (plusminus 90mm) was niet voldoende om de pantsermunitie te laten afketsen. Kwetsbare plekken in de romp en in de koepel (bijvoorbeeld kijkventsters of plekken waar machinegeweren gemonteerd waren) konden in theorie ook doorboord worden. Uiteraard waren de gehele zij- en achterkant van de M4 Sherman kwetsbaar voor het lange Panther– kanon.

Afgezien van de standaard pantsermunitie waren sommige Panther-tanks met wolfraammunitie uitgerust, waarmee nog dikker staal kon worden doorboord (het ontbrak wel aan een explosieve inhoud). Feit is dat het L/70 kanon een ‘lange arm’ was die vijandelijke tanks tot op grote afstand vernietigen kon. Raymond E. Fleming, T/4, tankbestuurder & George C. Maurer, T/5, kanonnier:

“It happened just north of Krefeld, Germany. We were advancing at a good rate of speed, when the platoon leader, whose gunner I happened to be, spotted a Jerry tank. From the distance he said it was a Mark V. I bounced two off it at 750 yards, and he puts two right through the front of ours. I should think that would be enough proof, that they have a better tank and also a better gun.”

Panzerkampfwagen V Panther (cc - Bundesarchiv)
Panzerkampfwagen V Panther (cc – Bundesarchiv)

Bepantsering

Voorop gesteld moet worden dat alle Panther-tanks aan de voorkant 80 tot 120mm staal hadden. De voorkant van de romp was voorzien van 80mm staal (schuin), de voorkant van de koepel was voorzien van 110 tot 120mm staal op sommige plekken. De Panther Ausf. D (eerste versie) had 110mm staal aan de voorkant van de mantel (koepel). De zijkanten van alle Panther-tanks was voorzien van 40 tot 50mm staal (romp 40-50mm, koepel 45mm). De koepel van de eerste Panther-modellen vormde een uitstekende ‘shottrap’ waar vijandelijke granaten tegen afketsten en in de bovenkant van de romp insloegen. Latere versies hadden een andere vormgeving van de mantel bij de koepel.

Feit is dat vooral de zijkant, maar ook de 40 tot 45mm dikke achterkant, kwetsbaar was voor vijandelijke tankgranaten. De standaard M4 Sherman pantsermunitie van de 75mm Gun M3 was in staat tot op grote afstand die waarden te doorboren (51 tot 59 mm staal op een afstand van twee kilometer, lag aan de munitiesoort). Hoewel de zijkanten van de Panther-tanks dikker dan de zijkanten van de meeste M4 Sherman-modellen waren, bleven ze toch erg kwetsbaar voor vijandelijk antitankvuur. Ook aan het Oostfront, waar de Sovjets uitstekende 76mm antitankkanonnen gebruikten, speelde dat mee.

Wat betreft het beschermende vermogen van de voorkant van de Panther-tank werd het duidelijk dat 75mm M3 kanonvuur vaak afketste (zo getuigen tientallen Amerikaanse soldaten in het boek United States vs. German Equipment: As Prepared for the Supreme Commander, Allied Expeditionary Force).

De waarden van plusminus 88 tot 109 mm staal op een afstand van honderd meter waren vaak niet genoeg om de dikste delen van de koepel  te doorboren. Nog afgezien van de nog dikkere, schuin vormgegeven rompplaten. Een Sherman-tank moest suïcidaal kort naderen wilde het voertuig de voorkant van de koepel van een Panther doorboren. Tegen die tijd had de Panther voldoende tijd de Sherman-tank te vernietigen. Nadeel van de Panther (Ausf. D) was wel het feit dat de koepel zeer traag draaide, latere modellen hadden dat nadeel echter niet. Een tactiek van sommige M4 Sherman-tanks was soms de Panther te verblinden met rookgranaten of te flankeren. Het feit dat de Panther-tank zeer traag achteruit reed, maakte ontsnappen niet eenvoudig. Het uitstekende L/70 kanon diende de vijandelijke tank(s) op middellange of grote afstand te raken en het liefste uit te schakelen – voordat het lange wapen vast zou komen te zitten tussen bomen, struikgewas of huizen en de Panther, bij het al dan niet achteruitrijden, vanaf de zijkant beschoten werd.

Het verbeterde 76mm kanon van sommige M4 Sherman-tanks kon dikker staal , zoals de koepel van de Panther doorboren. De M62 munitie (125 mm op een afstand van honderd meter, 116 mm op een afstand van een halve kilometer en 89 mm op een afstand van twee kilometer) was in staat die voorkant te doorboren. Dat kon echter alleen op een halve kilometer tot een kilometer afstand. Bovendien moest de relatief kleine voorkant van de Panther-koepel het liefste in een rechte hoek geraakt worden. Dat was erg moeilijk, los van de soms lastige weeromstandigheden. Nieuwe munitiesoorten van het 76mm kanon waren beter in staat de voorkant van de Panther-koepel te doorboren. De voorkant van de romp van de Panther-tank was vrijwel onkwetsbaar voor de standaard granaten van het 76mm Sherman-kanon.

Tank versus tank

De antitankvuurkracht en het pantser doorborende vermogen van het kanon van de Panther-tank was, op een één op één basis, tijdens de Tweede Wereldoorlog groter dan de vuurkracht van de meeste M4 Sherman-modellen. Het 7.5 cm KwK 42 L/70 wapen had een hogere mondingssnelheid en kon met de standaard pantsermunitie dikker staal doorboren dan de standaard munitiesoorten van het 75mm M3 en 76mm M1A1 en M1A2 wapen. De wolfraammunitie van de Panther kon tevens dikker staal doorboren. Minpunt was dat het Panther-kanon langer was en daardoor makkelijker tussen dichtbegroeid terrein vast kon komen te zitten (dat was overigens bij veel Duitse tanks het geval, het korte 75mm kanon van de eerste M4 Sherman-tanks excelleerde in dat opzicht).

Wat betreft de bepantsering was de voorkant van de Panther beter gepantserd dan de voorkant van de meeste M4 Sherman-tanks (uitgezonderd de M4A3E2). Zowel de voorkant van de romp als de koepel van de Panther hadden dikker staal. De zijkant en de achterkant van de Duitse tank was ongeveer even zwak gepantserd (plusminus 40mm staal). Wel is het zo dat Duits tankstaal soms van zeer goede kwaliteit was. Feit is dat zowel de Panther als de M4 Sherman aan de zijkant onvoldoende beschermd waren om middelzware of zware vijandelijke tankmunitie af te laten ketsen, zelfs op langere afstand.

Sommige soldaten van de Amerikaanse 2de Gepantserde Divisie (Second Armored Division) waren van mening dat de Panther een sterkere tank was de M4 Sherman. John J. Allonier, tweede luitenant en platoon officier:

“I have engaged the German Mark V tank with our M4 Medium. The Mark V tank is superior to our M4. Its wide tracks give it greater flotation although the German steel tracks do not have as great a mileage as our steel tracks. They are more heavily armored but still have greater mobility. The Mark V gun is far superior to our 75mm gun with much more penetrating power. The sight for the low machine gun is also a valuable feature of the tank.”

Lewis A. Taylor, Staf en Peloton Sergeant stelt dat de Duitse telescopische vizieren in de Panther van betere kwaliteit zijn dan die in de M4 Sherman. Clarence E. Land, korporaal, tank bestuurder en kanonnier stelt:

“I have seen our 75mm and 76mm AP bounce off German Mark V and Mark VI tanks. I haven’t seen a German tank knocked out, that was hit in the front; you always have to hit them in the side or rear compartment.”

Geconcludeerd kan worden dat de Panther-tank, als een antitankplatform, grotendeels beter was dan de M4 Sherman-tank, inclusief de met 76mm kanonnen bewapende versies. Het aan de voorkant aanwezige dikke romp- en koepelpantser maakten frontale (tank)gevechten mogelijk: een Panther-tank kon een frontale confrontatie met een M4 Sherman beter overleven dan andersom. In combinatie met camouflage, antitankkanonnen en ondersteunende infanterie kon een Panther-tank met een getrainde bemanning grote schade toebrengen aan de geallieerde tanks. De Panther was vooral een langeafstandswapen en moest het vooral hebben van het vernietigen van vijandelijke tanks op middellange tot grote afstand (‘lange arm’). Nick Moceri, sergeant:

“I’ve been told that the M4A3 tank (with 76mm gun) is the equal if not a better tank than the German Mark V ‘Panther’. That’s not so! The only reason that we’ve gone as far as we have is summed up in ‘Quantity and the Cooperation of Arms.’ Until such times as the Army puts out a tank that can knock out a “Panther” from the front at 1,500 yars, or adds enough armor to stop a shell from the same distance, we’ll continue to lose a heavy toll of tanks, men and equipment.”

De M4 Sherman-tank excelleerde niet zozeer als een antitankplatform om alle soorten vijandelijke tanks te vernietigen, maar meer als een ‘allround’ tank die meerdere taken kon uitvoeren (er werden talloze M4 Sherman varianten gebouwd) en, indien nodig, tanks kon vernietigen (de Amerikanen wilden vooral tankjagers dat werk laten doen). Het 75mm kanon van de eerste M4 versies was weliswaar krachtig genoeg om de lichte en het merendeel van de middelzware Duitse tanks te vernietigen, tot en met de Panzerkampfwagen IV aan de voorkant, maar was met de pantsermunitie vaak niet in staat de voorkant van de Panther-tank te doorboren. De met 76mm kanonnen bewapende Sherman-versies waren in dat opzicht krachtiger, maar waren desalniettemin niet opgewassen tegen de sterkste Duitse tanks, blijkt uit primair bronmateriaal.

Een detailtekening van de M4A4 Sherman (cc - Malyszkz - wiki)
Een detailtekening van de M4A4 Sherman (cc – Malyszkz – wiki)

Wel was de Panther-tank veel zwaarder (grotere druk op transmissie en motor), complexer en duurder om te bouwen, hadden sommige modellen een tragere koepeldraaisnelheid hadden en reed de tank vrij traag achteruit (nog afgezien van het gecompliceerde wielsysteem). De minder gecompliceerde M4 Sherman excelleerde in productieaantallen. De productiestatistieken laten het verschil zien: plusminus 6000 Panther-tanks (alle versies) tegen 50.000 Sherman-tanks (alle versies).

Duidelijk is dat andere factoren ook zeer belangrijk waren. Zo waren de Duitsers in 1944 te Normandië in de verdediging en kon de Panther-tank vaak een verdedigende rol vervullen (verrassingselement). Het dikke frontale romp- en koepelpantser van de Panther kwam daarbij goed van pas. Daarnaast was het wel zo dat de geallieerden luchtoverwicht hadden en Duitse tanks vanuit de lucht aangevallen werden. Dat zorgde ervoor dat de logistieke aanvoerlijnen vaak beschadigd werden. Ook werd voldoende brandstof (later) voor de Duitsers een groot probleem. Het tekort aan reserveonderdelen en tientallen beschadigde tanks zorgde ervoor dat veel Duitse tanks niet ingezet konden worden. De training van de desbetreffende tankbemanning speelde daarbij ook nog een zeer grote rol (sommige M4 Sherman bemanningen kregen een korte training om snel ingezet te worden).

Conclusie

Een vergelijking maken tussen de M4 Sherman en Panther is zinvol omdat beide tanks elkaar vanaf 1944 aan het front tegenkwamen. Sommige Amerikaanse soldaten vonden de Panther beter dan de M4 Sherman-tank. Onbesproken factoren betreffen het feit dat de Panther-tank een sterkere motor had dan de M4 Sherman (650-700pk versus 400-500pk), een hogere maximumsnelheid kon bereiken, de Panther een nieuwer ontwerp was en dat de M4 Sherman in grote getale nog na de oorlog gebruikt is. Duidelijk is dat de tanks in verschillende categorieën excelleerden waarbij geconcludeerd kan worden dat de Panther over het algemeen een beter gepantserd antitankplatform en de M4 Sherman een beter massaproductie en ‘allround’ voertuig was.

Meer historische tanks
Boek: The Tank Book

* Dit artikel behandelt niet de Britse M4 Sherman-tank modificaties.

Bronnen

-BIRD, L. REXFORD & LIVINGSTON, R. D., World War Two Ballistics: Armor and Gunnery, Overmatch Press, 2001.
-CHAMBERLAIN, P. & DOYLE, H., Encyclopedia of German Tanks of World War Two, Silverdale Books, 2004.
-CHAMBERLAIN, P. & ELLIS, C., British and American Tanks of World War Two, Cassel, London, 2001.
-MILLER, D., Tanks of the World, Zenith Press, 2002.
-WHITE, I. D, United States vs. German Equipment: As Prepared for the Supreme Commander, Allied Expeditionary Force, CreateSpace -Independent Publishing Platform, 2011.
-http://afvdb.50megs.com/usa/m4sherman.html
-http://web.archive.org/web/20091027062737/http://geocities.com/desertfox1891/pzpanther/pzpanther-Charakteristics.html
-http://www.theshermantank.com/about/sherman-lee-and-variants-gun-data/75mm-m3-gun-information/
-https://en.wikipedia.org/wiki/7.5_cm_KwK_42
-https://en.wikipedia.org/wiki/75_mm_Gun_M2/M3/M6
-https://www.militaryfactory.com/armor/ww2-german-tanks.asp

MA Politiek en Samenleving (Cultuurwetenschappen). Grote interesse in militaire historie en de Tweede Wereldoorlog. Heeft veel boeken over tanks en de Tweede Wereldoorlog (algemeen).

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×