Andrew Johnson wordt in de geschiedenisboeken vermeld als één van de weinige Amerikaanse vicepresidenten die tijdens hun ambtstermijn het presidentschap moesten overnemen. In Johnsons geval gebeurde dit in april 1865 na de brutale moord op president Abraham Lincoln. Johnson werd daarmee geheel onverwachts de 17de president van de Verenigde Staten.
Jeugd en vroege jaren
Andrew Johnson werd op 29 december 1808 geboren in Raleigh, een stadje in de Amerikaanse staat North Carolina. Op amper vierjarige leeftijd kwam zijn vader Jacob Johnson vroegtijdig te overlijden waardoor het gezin in armoede werd ondergedompeld. Veel schoollopen zat er daardoor voor de jonge Andrew niet in en toen hij veertien jaar werd ging hij aan de slag als leerling-kleermaker.
In 1826 vestigde hij zich in Greenville, Tennessee waar hij enige tijd later een kleermakerszaak opende. Kort daarna maakte hij kennis met de schoenmakersdochter Eliza McCardle (1810-1876), een intelligente jonge vrouw die hem de grondbeginselen van de wiskunde bijbracht en foutloos leerde schrijven. De twee werden algauw een stel en het jaar daarop werd Eliza zijn echtgenote. Het jonge paar leidde dankzij Johnsons kleermakerswinkel een vrij comfortabel bestaan. Toen Johnson de stemgerechtigde leeftijd bereikte, kreeg hij belangstelling in de politiek die al vlug een groot deel van zijn vrije tijd in beslag nam.
De politieke klim naar de top
Bij de eerstvolgende verkiezingen stelde Johnson zich kandidaat en werd met een overgrote meerderheid van stemmen verkozen in de plaatselijke gemeenteraad. Van 1834 tot 1838 werd hij burgemeester van Greeneville, een functie die hij na enkele jaren combineerde met een zetel in het Huis van Afgevaardigden, om vanaf 1843 voor de democratische partij te zetelen in het Amerikaans Congres.
In 1853 werd hij alweer met een meerderheid van stemmen verkozen tot gouverneur van Tennessee om vervolgens van 1857 tot 1862 opnieuw een zetel in de Senaat in te nemen. Twee jaar later, in 1864, werd hij vice-president onder Abraham Lincoln (1809-1865).
Een onvoorziene wending
Vermoedelijk zou met zijn aanstelling als vicepresident Johnsons politieke carrière geëindigd zijn, indien het lot er op 14 april 1865 niet anders over had beslist. Die dag werd namelijk in Washington D.C. Abraham Lincoln tijdens een theatervoorstelling dodelijk verwond bij een moordaanslag. De dader, John Wilkes Booth (1838-1865), was een 26-jarige acteur die het oneens was met Lincolns politiek en de afschaffing van de slavernij.
In de vroege ochtend van 15 april 1865 overleed Lincoln aan zijn verwondingen en genoot daarmee de twijfelachtige eer om de eerste Amerikaanse president te zijn die werd vermoord. Kort daarna werd Johnson ingezworen als zeventiende president van de Verenigde Staten.
Het verdere verhaal
Johnson zette het beleid van Lincoln verder, maar kreeg toen hij Edwin Stanton, de populaire minister van Oorlog die tot de Republikeinse partij behoorde na een meningsverschil ontsloeg, veel tegenwerking vanuit het Congres en het Huis van Afgevaardigden. Het incident liep dermate uit de hand dat in 1868 een afzettingsprocedure tegen Johnson werd ingeleid, waardoor hij de eerste Amerikaanse president werd die geconfronteerd werd met een “impeachment” procedure.
De 24ste februari 1868 stemde het Huis van Afgevaardigden met 126 stemmen voor en 47 stemmen tegen het voorstel tot afzetting. Uiteindelijk kon Johnson als president toch aanblijven nadat bleek dat zijn tegenstanders in de beslissende stemmingsronde de vereiste tweederdemeerderheid op één stem na niet behaalden. Zijn reputatie had echter door de hele commotie een flinke knauw gekregen en hij besloot dan ook om zich op het einde van zijn ambtstermijn niet herverkiesbaar te stellen voor het presidentschap. Later stelde Johnson zich nog enkele malen kandidaat voor een zetel in het Congres, maar slaagde er niet in voldoende stemmen achter zijn naam te krijgen.
In het voorjaar van 1875 werd hij enkele maanden voor zijn dood alsnog verkozen als senator. Lang kon hij zijn functie niet opnemen want op 31 juli 1875 kwam hij op 66-jarige leeftijd in zijn geliefde Tennessee te overlijden. Hij kreeg zijn laatste rustplaats op de stedelijke begraafplaats van Greeneville, het stadje waar hij bijna geheel zijn leven had gewoond. De begraafplaats werd later naar hem vernoemd en draagt nu zijn naam: “Andrew Johnson National Cemetery”.
Een cinematografische hulde
In december 1942 ging in de bioscoopzalen de film “Tennessee Johnson” van de Amerikaanse cineast William Dietenle (1893-1972) in première. De bijna twee uur durende prent vertelt het leven van Andrew Johnson, de man die Abraham Lincoln als president opvolgde.
Bekijk ook: Lijst van Amerikaanse presidenten
Boek: The Impeachment of Andrew Johnson