Het Amsterdams Archeologisch Centrum (AAC) van de Universiteit van Amsterdam start op 14 september aanstaande met archeologische opgravingen in Bernheze, Noord-Brabant.
De archeologen gaan aan de slag bij bedrijventerrein Retsel in Heeswijk-Dinther. Er liggen plannen dat terrein uit te breiden. In het najaar van 2005 verrichtte een team archeologen een proefsleuvenonderzoek in het gebied. Op drie plekken werden toen historische sporen ontdekt.
De onderzoekers troffen een grafveld uit de late ijzertijd en/of Romeinse tijd (ca. 250 v.Chr.-250 n.Chr.) aan. In de sleuven waren graven te herkennen als rechhoekige verkleuringen in de bodem. Onder het heuveltje lagen de crematieresten van de overleden persoon. De heuveltjes zijn door latere ontginning van het gebied geëgaliseerd. Vaak worden bij een opgraving nog wel de verbrande resten van de overledene teruggevonden. Hoeveel graven er hebben gelegen is nog niet duidelijk. Rekening wordt gehouden met een omvang van het grafveld van circa 1,5 hectare.
In de buurt van het grafveld zijn verder bewoningssporen uit de ijzertijd gevonden. Tijdens het onderzoek in 2005 werden ook resten van een of enkele boerderijerven uit de volle middeleeuwen (ca. 1000-1250 n. Chr.) gevonden. Vermoed wordt dat de bewoners van deze boerderijen de mensen waren die de ‘heidense grafheuvels’ met de grond gelijk maakten en het gebied vervolgens in gebruik namen als akker.
Ten slotte is er een laagte in het landschap teruggevonden (zogenaamde depressie) die in de loop van ruim 7000 jaar met allerlei archeologisch lagen is opgevuld. Deze lagen bieden door onder meer het stuifmeel (pollen) dat in de lagen is opgeslagen veel aanvullende informatie over de natuurlijke omgeving van het gebied en de activiteiten van de mensen in het landschap.
De drie vindplaatsen worden volledig opgegraven. De werkzaamheden zullen naar verwachting zeven weken duren.