Beatrijs’ dilemma: zwijgen of opbiechten?

4 minuten leestijd
Verluchte initiaal aan het begin van de Beatrijs-legende. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 76 E 5
Verluchte initiaal aan het begin van de Beatrijs-legende. Knielende non voor de Madonna. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, 76 E 5

Beatrijs, het middeleeuwse Maria-mirakel, behoort ongetwijfeld tot de Nederlandse klassieken. Maar wat moet je ermee? Is het werkje alleen nog bedoeld als verplicht leesvoer voor onze ‘middelbare’ scholieren, of biedt het verhaal nog steeds een levende levensles voor de mens in nood?

Het verhaal van de non, die haar gelofte van trouw verbrak en het klooster verliet waar ze kosteres was, is alom bekend. Zeven jaar leefde ze genoeglijk met haar knappe vriend samen, ze kreeg twee lieve kindertjes… Na zeven jaar was het geld en de liefde op en werd Beatrijs aan de kant gezet. Geen geld, geen bijstand. Ze verdiende haar karige levensonderhoud als prostituee, totdat ze na een visioen naar het klooster terugkeerde dat ze eens verliet.

Pagina uit de Beatrijs, KB 76 E 5
Pagina uit de Beatrijs, KB 76 E 5
Voorzichtig informeerde ze in een nabijgelegen herberg naar ‘die’ non, naar die trouweloze, naar zichzelf… En? Merkwaardig, niemand had haar vertrek opgemerkt. Hoe kon dat? Geruisloos was haar plaats ingenomen door een ander die de door haar verzaakte verplichtingen uitvoerde. Iemand die trouwens sprekend op haar leek, zodat de verwisseling niet eens werd opgemerkt! Wie? De maagd Maria!

Moeiteloos nam Beatrijs haar werkzaamheden weer op die ze veertien jaar had laten liggen. Maar hoe nu verder? Zou ze zwijgen? Niemand had immers iets van haar schandelijk falen bemerkt. Of zou ze spreken en haar zonde openbaren? Twijfel werd tot vertwijfeling, tot wanhoop. Maar dan de doorbraak! Ondanks een duivelse influistering alles verborgen te houden, verbreekt ze haar zwijgen. Ze biecht op. En God schenkt haar vergeving: Vertwijfeling slaat om in hoop, dankzij genade.

De maker

Beatrijs, de hertaling van Willem Wilmink
Beatrijs, de hertaling van Willem Wilmink
Zoals zo vaak met middeleeuwse meesterwerken het geval is, blijft de maker van de ‘Beatrijs’ onbekend. Toch schetst hij een opvallend profiel van zichzelf in zijn proloog. Wie beter dan de dichter Willem Wilmink kon de poëtische ontboezeming van de geniale geest, die achter het mirakelverhaal schuilgaat, in modern Nederlands omzetten?

‘Het dichten brengt me weinig voordeel. De meeste mensen zijn van oordeel dat ik een ander vak moet leren. En toch, om haar te eren die als moeder maagd kon blijven, wil ik een wonder gaan beschrijven waarmee de Here God beoogde Maria te loven, die Hem zoogde’.

Wilmink bij zijn hertaling van het werk, 1995

Dichten brengt nauwelijks materieel voordeel, althans in de Middeleeuwen. Het is een handwerk dat een innerlijke gedrevenheid vraagt. De dichter van de ‘Beatrijs’ bekommert zich niet om aards gewin, zijn dichtwerk is een standbeeld, een Maria-monument, dat verering zal afdwingen. Maar wat is nu eigenlijk het ‘wonder’, het ‘mirakel’?

Christus aan het kruis, tussen de twee moordenaars - Peter Paul Rubens
Christus aan het kruis, tussen de twee moordenaars – Peter Paul Rubens, ca. 1635
Niet in de eerste plaats de wonderlijke plaatsvervanging zelf, hoewel ook dat een wonder is! Maar hét wonder komt, zoals we lezen, van God. Het werd verricht ter ere van Maria, de Moeder Gods. Maar wat is het ‘mirakel’ dan? Dat was het feit, dat de in de diepste zonde gevallen mens, de tot wanhoop gedreven non, toch nog, dankzij de bemiddeling van Maria, de Goddelijke genade ontving. De ‘Beatrijs’ is een kastanje in een bolster. De pit, het verhaal van een Maria ‘wonder’ (het wonder van Maria’s plaatsvervanging), wordt omsloten door een Gods ‘wonder’ (het wonder van Gods genade). Het ene wonder gaat in het andere over.

Beeldengalerij

Beatrijs’ levensweg is een tocht door een beeldengalerij. Elk beeld geeft haar stof tot nadenken. Op het moment dat zij het klooster verlaat, bidt zij tot Christus aan het Kruis, die geflankeerd wordt door twee misdadigers, de goede en de slechte zondaar. Over de laatste geen nieuws. De eerste wordt volgens zeggen ‘nog heden’ gered. Deze twee figuren markeren de mogelijkheden: De weg tot het Heil of tot het verderf. De keuze is aan Beatrijs.

En dan later in het verhaal verschijnt haar partner op het podium, haar minnaar, haar bink, knap als Absalom zelf. De Mister World van het Oude Testament heeft lang prachtig golvend haar, zit goed in zijn vel. Maar wel een figuur met wie het slecht afliep. Trouweloos verried hij zijn vader, en daarmee dé Vader. En natuurlijk liet deze Absalom ook Beatrijs in de steek, het zat erin. Althans, hij verzette zich niet tegen zijn imago, hij speelde de rol die hem toekwam. En in het cruciale gebed, op het moment dat Beatrijs het klooster verlaat, wijst ze op Lazarus, de vriend van Christus. Vier dagen lang lag hij dood in het graf. Dat is lang. En Jezus riep: ‘Lazarus, kom naar buiten’. En het wonder gebeurde, Lazarus stond op uit het graf. Ziedaar, een zondaar, die bekeerd werd en verlost.

Een gebeurtenis om je aan te spiegelen. Maar ook voor degene, die ver af staat van het Maria-mirakel, is het nadenken over het leven van de ‘verdwaalde’ non wellicht stimulerend.

De opwekking van Lazarus - Vincent van Gogh, 1890
De opwekking van Lazarus – Vincent van Gogh, 1890

Levensles

Wat is de levensles van deze klassieke legende? Ten eerste: Tweemaal zeven jaar plaatsvervangende levenssolidariteit. En zeven jaar is op zichzelf al een ‘eeuwigheid’. En dan: Een houvast in de nood, een laatste zekerheid. Een reddingsboei, een dreg, voor wie erin kan geloven. En tenslotte: Zwijgen of praten, verkroppen of opbiechten, barsten of buigen.

Het leven heeft steeds twee kanten, de mens zelf kiest. Wie bereid is na te denken, vindt in de ‘Beatrijs’ denkstof in overvloed. Zowel de scholier als de leraar, zowel de geïnteresseerde leek als de wetenschapper, jong en oud; iedereen zit immers in de harde banken van de levensschool. En twijfel, of zelfs vertwijfeling, kennen we allemaal.

Misschien biedt de middeleeuwse ‘Beatrijs’ een uitweg, een uitleg. Hoe zei Willem Wilmink het ook alweer?

‘Aan God alle lof en prijs en aan Maria, die Hem zoogde en die met dit wonder beoogde te tonen dat ze helpt in de nood’.

En als Maria ver weg voor je is? Dan schiet hopelijk een naaste, een vriend, een medemens te hulp.

Boek: Beatrijs, hertaling Willem Wilmink

Johan H. Winkelman (1940) was sinds 1970 als germanist-mediëvist aan de Universiteit van Amsterdam verbonden, sinds april 1999 als bijzonder hoogleraar Letterkunde van de Middeleeuwen, in het bijzonder de Duitse. Hij publiceerde en publiceert (sinds 2005 als emeritus) over de Middelhoogduitse en Middelnederlandse literatuur.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×