Dark
Light

Tristan en Isolde. Als liefde passie wordt…

6 minuten leestijd
Tristan en Isolde drinken de liefdesdrank, miniatuur 1470
Tristan en Isolde drinken de liefdesdrank, miniatuur 1470

Eind twaalfde eeuw ontstond in Frankrijk de oudste versie van de Tristanroman. Al snel, zo rond 1200, werd het verhaal in het Duits vertaald door de beroemde dichter Gottfried van Straatsburg. We zouden bijna vergeten dat omstreeks 1240 (?) ook door een onbekende Noord-Limburger een vertaling werd gemaakt.

Helaas zijn van deze vroege Middelnederlandse versie slechts 158 verzen bewaard gebleven. Dat de Limburger vertrouwd was met de Franse taal blijkt wel uit gebruikt van Franse modewoorden, bijvoorbeeld ‘amie’, in het Nederlands ‘geliefde’. Dit woord neemt in de Tristanroman een belangrijke plaats in.

In het verhaal speelt ook een bij vergissing geconsumeerde minnedrank een grote rol. Deze is er namelijk de oorzaak van dat Tristan en Isolde hartstochtelijk verliefd op elkaar worden, hoewel Isolde de genomineerde bruid van koning Marke van Cornwall is. Na het huwelijk ontstaat de fatale driehoek tussen Marke (de koning), Tristan (diens neef) en Isolde (diens echtgenote). Isolde speelde een dubbelrol: ze was tevens de minnares van Tristan.

Dit overspel werd niet door iedereen goedgekeurd. Hendrik van Veldeke (uit Zuid-Limburg, levend eind twaalfde eeuw) bekritiseerde in een minnelied de relatie tussen Tristan en Isolde die louter ‘mechanisch’ zou zijn ontstaan, namelijk door het drinken van de liefdesdrank. In vertaling luidt zijn kritiek als volgt:

Tristan moest tegen wil en dank de koningin [Isolde] trouw zijn, want een toverdrank (Veldeke noemt het poison, vergif!) dwong hem daartoe, meer dan de macht der minne. Mijn nobele dame mag mij er wel dankbaar voor zijn, dat ik zo’n drank nooit heb gedronken en ik haar toch meer bemin dan hij, als dat mogelijk is.

Zo, die zit.

Het verhaal in beeld

Tristan wordt in een pleeggezin opgenomen
Tristan wordt in een pleeggezin opgenomen
De moeder van Tristan is bij de geboorte van haar zoon aan een keizersnede overleden. Gezien de trieste omstandigheden wordt het jongetje Tristan genoemd. Hij wordt door zijn vader, de koning van de Franse Bretagne, aan pleegouders toevertrouwd.

In een tweekamp doodt Tristan de Ierse hertog Morolt
In een tweekamp doodt Tristan de Ierse hertog Morolt
Bij toeval komt Tristan op latere leeftijd in het Engelse Cornwall. Daar treedt hij in dienst van koning Marke, zijn oom. Zijn naam en afkomst verzwijgt hij. Koning Marke weigert aan de koning van Ierland belasting te betalen. Deze stuurt zijn oersterke hertog Morolt naar Cornwall om zijn eis tot betaling kracht bij te zetten. Tristan, als vervanger van Marke, doodt Morolt, maar wordt in het gevecht door diens vergiftigde zwaard getroffen. Isolde, de koningsdochter van Ierland, weet Tristan te genezen. In triomf keert Tristan naar Cornwall terug.

Tristans gevecht met de draak
Tristans gevecht met de draak
Tristan krijgt de opdracht om voor koning Marke een bruid te zoeken. De jongeman denkt terug aan de knappe Ierse koningsdochter Isolde. Hij vaart vervolgens voor de tweede keer naar Ierland. De koning daar heeft beloofd dat degene die de draak doodt die Ierland teistert, zijn dochter tot vrouw krijgt. Tristan verslaat de draak en verkrijgt voor Marke met succes de hand van de blonde schoonheid.

Tristan en Isolde drinken op het schip de liefdesdrank
Tristan en Isolde drinken op het schip de liefdesdrank
De twee varen, in gezelschap van enkele hofdames, van Ierland naar Cornwall, waar Marke zijn bruid zal opwachten. Per ongeluk drinken Tristan en Isolde van de liefdesdrank, die de moeder van Isolde heeft gebrouwen. Deze was voor het bruidspaar Marke-Isolde bestemd. Door de drank ontstaat in beide jonge mensen een ontembare, wederzijdse liefdesdrang, een niet te stuiten wilde passie, waarbij de liefde tussen Lady Chatterly en haar lover in het niet valt. Het duurt niet lang of de twee liggen aan boord van het schip, dat hen van Ierland naar Cornwall brengt, in elkaar armen. Natuurlijk gaat Isoldes trouwerij met Marke door. Om te voorkomen dat de koning zal merken dat Isolde geen maagd meer is, slaapt een dienares als ‘onder geschoven bruid’ tijdens de huwelijksnacht met Marke. De oude heer merkt niets.

De boomgaardscène
De boomgaardscène
De gelieven verzinnen allerlei listen om hun relatie geheim te houden. Ze hebben afgesproken dat ze elkaar ‘s nachts in de boomgaard ontmoeten. Als geschikte plek voor de rendez-vous kiezen ze een linde, vlak bij een watertje (of een fontein). Helaas: een boosaardige dwerg komt erachter en waarschuwt koning Marke. De twee besluiten in de boom te klimmen om het stel op te wachten. Tristan komt die nacht als eerste bij de boom en ontdekt, omdat het maanlicht door de takken van de linde schijnt, op de grond de silhouetten van de twee voyeurs in de boom. (Of anders: hij herkent de twee door hun spiegeling in het water). Tristan weet door opvallend gedrag zijn geliefde, die ook is verschenen, op tijd te waarschuwen. De twee beginnen een gesprek waaruit hun onschuld moet blijken. Ze beklemtonen allebei hun liefde voor Marke. De koning zit daarboven op de tak van de boom voor aap en schaamt zich diep.

De kuise bijslaap
De kuise bijslaap
Hoe slim de gelieven hun relatie ook weten te verbergen, toch komt de affaire aan het licht. Marke stuurt het stel dan weg van het hof weg, de wildernis in. Tristan bouwt (volgens een vroege versie) van takken een hut. Een jager ontdekt het onderkomen van de twee bij toeval en waarschuwt Marke. De koning treft de twee vervolgens slapend aan, met een blank zwaard tussen hen in: het symbolische teken voor een kuise bijslaap. Marke trapt in de truc. Hij meent nu dat zijn verdenking ongegrond is. Zo gescheiden slapen immers verliefden niet. Marke stemt ermee in dat Tristan en Isolde naar het hof terugkeren.

Het Limburgse fragment

Het volgende stukje tekst (hieronder in parafrase weergegeven) is van de Limburgse Tristanroman overgebleven.

Tristan, inmiddels getrouwd met een andere Isolde (Isolde met de Witte Handen) is met zijn vriend en zwager Kaherdin naar de Bretagne teruggekeerd en de twee amuseren zich tijdens de jacht. Dan komt een vreemde ridder aan gegaloppeerd. Hij vraagt naar het kasteel van Tristan de Verliefde. Tristan maakt zich bekend. Ook de vreemdeling noemt zijn naam. Hij blijkt een naamgenoot van Tristan te zijn. Hij heet Tristan de Dwerg en vertelt zijn probleem. Een vrouwenrover, de Trotse uit het Trotse Kasteel, heeft zijn vriendin geschaakt en haar in zijn kasteel gevangen gezet. Tristan de Verliefde is bereid de vreemdeling te helpen, maar wil de actie naar morgenochtend verschuiven.

Tristan gewond en vergiftigd
Tristan gewond en vergiftigd
De andere Tristan is woedend, twijfelt aan de identiteit van Tristan. Tristan de Verliefde, kenner in liefdeszaken, zou, zo meent de vreemdeling, onmiddellijk helpen. Dan krijgt Tristan medelijden. Hij bewapent zich en begeeft zich samen met zijn naamgenoot naar het kasteel van de Trotse. Twee broers van de vrouwenrover komen juist terug van een toernooi. Ze worden door de beide Tristans gedood. Hun doodskreet alarmeert de broers in het kasteel. De overmacht van de vijf resterende broers is te groot; het gevecht loopt dramatisch af. Tristan de Dwerg wordt gedood, Tristan de Verliefde wordt door een giftige speerpunt getroffen. Hij weet zich uit het strijdgewoel te redden. Maar thuisgekomen wordt hij doodziek door de werking van het vergif. Geen dokter kan hem redden. Dan beraadslaagt hij in het geheim met Kaherdin.

132 ‘Gi siet wal, wiet mi stat’,
sprac hi.’geselle min.
Ic muot dies dodes sin,
135 gine wilt mi trowe schienen.
Ine hebbe niet mer enen
trost tu desen dingen.
Mogedi mi dien bringen
so mach ic noch genesen.

Di koningin, min vrowe
Ysolt, di wal bedachte,
di heft menegerslachte
145 salven unde krût,
dat mi wal tien sold ût
et gelubbe van dier wunden.
‘U ziet duidelijk, hoe het er met mij
voorstaat, vriend’, zei hij.
‘Ik ben ten dode opgeschreven,
tenzij u mij uw trouw wilt tonen.
Ik kan slechts op één iemand hopen
in deze aangelegenheid.
Als u mij die kunt brengen, dan
kan ik het er nog levend vanaf brengen.
De koningin, mijn vrouwe
Isolde, de zeer verstandige,
die beschikt over allerlei
zalven en geneeskrachtige kruiden,
die beslist het vergif uit
mijn wond zouden verwijderen.

Het slot

Tristan verzoekt zijn vriend om naar Cornwall te gaan en de blonde Isolde, zijn geneeskundige minnares, te vragen hem te komen redden. Ze spreken een teken af. Als de missie slaagt en Isolde aan boord is, zal de bemanning witte zeilen hijsen, zo niet, dan zullen de zeilen zwart zijn. Achter de wand verborgen heeft de jaloerse Isolde met de Witte Handen de afspraak gehoord.

Kaherdin gaat aan boord om de blonde Isolde in Cornwall op te halen. Dat lukt. Als de redding nabij is – Isolde Blondhaar is aan boord! – en het schip met witte zeilen aan komt varen, liegt Isolde met de Witte Handen de doodzieke Tristan voor dat de zeilen zwart zijn en de blonde Isolde dus niet komt om hem te genezen. Een catastrofe kan niet uitblijven. Tristan sterft in wanhoop en niet veel later sterft ook de blonde Isolde, als ze beseft dat ze te laat is gekomen. De schrijver, kenner van de vrouwelijke psyché, merkt fijntjes op: ‘De toorn van een vrouw moet worden gevreesd’. Een levensles.

De twee gelieven worden in een gemeenschappelijk graf gelegd. Op de grafsteen worden een rozenstruik en een wijnrank geplant. De twee planten verstrengelen zich als teken van de eeuwige liefde tussen Isolde en Tristan.

Laatmiddeleeuws Tristanschoentje

Laatmiddeleeuws Tristanschoentje
Het slipperblad van een te Leiden opgegraven schoentje is bedrukt met een voorstelling uit de Tristanroman. Welke scène wordt hier afgebeeld?

Johan H. Winkelman (1940) was sinds 1970 als germanist-mediëvist aan de Universiteit van Amsterdam verbonden, sinds april 1999 als bijzonder hoogleraar Letterkunde van de Middeleeuwen, in het bijzonder de Duitse. Hij publiceerde en publiceert (sinds 2005 als emeritus) over de Middelhoogduitse en Middelnederlandse literatuur.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×