Het beeld werd onthuld in bijzijn van onder meer de oud-premiers Piet de Jong en Ruud Lubbers. Het werd gemaakt door de Tilburgse beeldhouwster Margot Homan. In de universiteit van Tilburg werd een week eerder al een zelfde beeld onthuld. Die universiteit heeft een zogenaamde Klompéleerstoel.
Een baanbrekend politica
Margaretha Albertina Maria Klompé werd op 16 augustus 1912 geboren in Arnhem. Haar vader runde een postpapierbedrijf. Klompé studeerde van 1929 tot 1937 scheikunde en vervolgens tot 1942 natuurkunde. Hierna begon ze aan een opleiding medicijnen, maar die rondde ze niet af omdat de universiteit gesloten werd. Nederland bevond zich toen midden in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens die oorlog was Marga Klompé als koerierster actief in het verzet.
Namens de Katholieke Volkspartij (KVP) trad Klompé in 1948 toe tot de Tweede Kamer. Ze werd buitenlandwoordvoerster en was zeer geïnteresseerd in de mogelijkheden van Europese samenwerking. Acht jaar later (1956) werd ze minister van Maatschappelijk Werk in het kabinet Willem Drees III.
In 1963 bracht ze de de Algemene Bijstandswet tot stand en in 1966 loodste ze als minister van Cultuur de Omroepwet door het parlement. Vanaf 1971 was Klompé minister van Staat, een eretitel die in uitzonderlijke gevallen op voordracht van de ministerraad door de koningin wordt toegekend aan politici of staatslieden, die geen publieke functie meer vervullen.
Marga Klompé overleed op 28 oktober 1986 en werd gecremeerd in Crematorium Ockenburgh in Den Haag. Haar as werd verstrooid op de Noordzee.
