Bij Maastricht-Amby is een gouden Keltische munt gevonden die hoogstwaarschijnlijk onderdeel heeft uitgemaakt van de zogenaamde Keltische muntschat van Amby. Die schat werd in 2008 bij Maastricht gevonden.
De vondst werd al in april gedaan door Paul Curfs, de man die in 2008 in de Maastrichtse wijk Amby ook al de eerste munten van de Keltische muntschat ontdekte. De nieuwe munt werd in september door de gemeente Maastricht verworven. Het gaat om een gouden munt van de Keltische stam der Treveri. Het stamgebied van de Treveri lag in Trier en omgeving. Ze waren bondgenoten van de Eburonen in hun strijd tegen de Romeinen.
De munt werd begraven tijdens de Gallische oorlog die Julius Caesar uitvocht met de Keltische stammen in het Belgisch-Nederlandse grensgebied: 54-53 voor Christus. Hij werd namelijk gevonden op dezelfde plaats als de Keltische muntschat van Amby, die in 2008 grotendeels werd opgegraven.
Op de munt staat de tekst POTTINA. Dat is waarschijnlijk een naam van een stamhoofd van de Treveri. Daarboven is een steigerend paard afgebeeld, dat omringd wordt door verschillende symbolen, waarvan de betekenis nog niet bekend is. Op de andere zijde is een hoekig oog in profiel te zien, waarbij de iris is vervangen door een wielvormig motief. Dit soort munten worden ook wel POTTINA-staters genoemd. Het is slechts het tweede exemplaar dat in het stamgebied van de Eburonen is aangetroffen. De andere behoort tot de muntschat van Heers (ten westen van Tongeren).
Met deze nieuwe munt is het totale aantal tot de muntschat van Amby behorende Keltische munten gestegen tot 121. Daarvan zijn er momenteel 107 in bezit van de gemeente Maastricht en veertien in handen van particulieren. Samen met de rest van de muntschat is de POTTINA-stater momenteel te zien in Centre Céramique in Maastricht.