Guha behandelt onder meer Gandhi’s jeugd in een conservatief milieu in India, zijn studiejaren in Engeland, zijn gezinsleven en zijn avonturen in Zuid-Afrika, waar hij er als onbekende jonge advocaat in slaagde om een internationaal icoon te worden. Gandhi groeide daarna uit tot leider van een grote verzetsbeweging in India die zich keerde tegen de onderdrukking van Engeland. Uiteindelijk leidde dit tot de onafhankelijkheid van India in 1947.
Zuid-Afrika
Interessant is het hoofdstuk over Indiërs in Zuid-Afrika. Net als de negers werden de Indiërs gezien als minderwaardig, als bloedzuigers die alleen voor het geld naar Afrika waren gekomen. In de tijd dat Gandhi in Zuid-Afrika verbleef, begin twintigste eeuw, voerde Zuid-Afrika enkele wetten door die gekeerd waren tegen de immigratie van Aziaten, maar ook tegen Aziaten in het algemeen. Zo verloren Indiërs in Afrika hun stemrecht.
Gandhi nam het – met name door te publiceren – in deze rassenstrijd op voor zijn Indische landgenoten, van wie er duizenden in Afrika woonden. Hier, in Afrika, ontwikkelde Gandhi ook zijn ideeën over geweldloos verzet tegen onderdrukking, waarover hij in september 1906 in Johannesburg op een bijeenkomst sprak.
Gevangenis
In 1915 keerde Gandhi terug naar India, waarna hij steeds meer politiek betrokken raakte. Hij kreeg met name bekendheid als leider van massale protesten tegen de Britse onderdrukking (maar protesteerde ook tegen geweld van Indiërs), en werd in 1921 voorzitter van de Congrespartij. Deze partij streefde onder meer naar onafhankelijkheid via de vreedzame weg en naar een boycot van buitenlandse, en dan met name Britse, producten.
Hoe deze mooie biografie over Gandhi verder afloopt, na zijn gevangenisstraf, kunt u het beste zelf lezen.