“Hoop, hoop hurrah, the old dog is working like a million dollars and I feel like a human being again.” Dit schreef de blinde, twintigjarige Amerikaan Morris Frank in 1928 vanuit Zwitserland naar zijn familie in Nashville. De man was de eerste leerling van de geleidehondenschool, vanaf 1929 bekend als The Seeying Eye, van de Amerikaanse filantroop en hondenliefhebber Dorothy Eustis en hondentrainer Jack Humphries. Bijna honderd jaar later ervaren blinden en slechtzienden nog altijd dezelfde ‘bevrijding’ dankzij hun geleidehond: ze vinden makkelijker, sneller en veiliger hun weg én hun wereld wordt verruimd.
Kees Tinga sloot in 2023 zijn ruim dertigjarige carrière af als (hoofd)instructeur bij KNGF Geleidehonden. In zijn in 2024 verschenen boek Superhond blikt hij terug op zijn werk én verhaalt hij over de geschiedenis van de blindengeleidehond. Het KNGF werd in 1934 door het Rode Kruis opgericht als het Nederlandsch Geleidehonden Fonds, de ‘K’ van ‘Koninklijk’ werd in 1953 toegevoegd na een bezoek van koningin Juliana aan de geleidehondenschool aan de Middenweg in Amsterdam.
Tegenwoordig is de organisatie gevestigd in Amstelveen. De belangstelling van de koninklijke familie is altijd gebleven: zo refereert Tinga in zijn boek aan het bezoek aan de school van koning Willem Alexander in 2015 ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van KNGF Geleidehonden. “Wie herinnert zich niet de foto op de voorpagina van ’s lands grootste dagblad met hierop koning Willem Alexander knuffelend met een geleidehond in opleiding”, schrijft Tinga.
Tinga’s boek, met voorwoord van cabaretier Vincent Bijlo, is een bundeling van ongeveer tachtig columns die vol staan met leuke anekdotes uit zijn tijd als instructeur. Bijvoorbeeld over de keer dat hij in Amsterdam tijdens het trainen van een hond door een man ongevraagd werd geholpen met oversteken. Toen hij uitlegde dat hij instructeur was, antwoordde de goedbedoelende man met een Amsterdams accent: “Ik ken toch niet ruike dat je niet blind bent”.
De belangstelling van Tinga gaat echter verder dan zijn werk alleen, want hij staat ook bekend als onderzoeker van de wereldwijde geschiedenis van de geleidehond. Eerder schreef hij met auteur Ad Bakker het in 2016 gepubliceerde boek Vooraan! over de honderdjarige geschiedenis van de blindengeleidehond. Zijn verzameling boeken, foto’s en andere documentatie over dit onderwerp is uitgegroeid tot een serieuze collectie, waaruit hij ook in zijn nieuwste publicatie informatie en beeldmateriaal put.
Eerste Wereldoorlog
Als je tegenwoordig een blindengeleidehond met eigenaar vredig over straat ziet lopen, ligt een connectie met de Eerste Wereldoorlog niet voor de hand. Toch ligt de oorsprong van het concept van de moderne blindengeleidehond in de loopgraven van die oorlog. Het waren namelijk de Duitsers die in 1916 begonnen met het voorzien van blindengeleidehonden aan militairen die, meestal door toedoen van strijdgassen, blind van het front terugkeerden.
In mei 1931 werd ter ere van deze honden in de Berlijnse dierentuin het Blindenhund-Denkmal opgericht, een standbeeld van een hond op een sokkel gemaakt door kunstenaar Otto Rochter. Het nieuws over de inwijding van het monument leidde buiten Duitsland tot een misverstand, want de benaming Blindenhund bracht volgens Tinga kranten “tot de aanname dat dit standbeeld een eerbetoon was aan de honden die tijdens de Eerste Wereldoorlog blind zijn geworden in plaats van een waardering voor de hond die blinden begeleidt”. De Duitsers kenden de honden ook als Führerhund, maar die benaming “is om begrijpelijke redenen in onbruik geraakt”, zo merkt Tinga ironisch op.
Buddyhonden
Enkele columns in het boek zijn geschreven door gebruikers van geleide- en buddyhonden. Laatstgenoemde honden worden tegenwoordig ook door KNGF Geleidehonden getraind, niet om mensen met een visuele beperking te begeleiden maar bijvoorbeeld veteranen en politiemensen met PTSS (Posttraumatische stressstoornis).
De term ‘buddyhond’ werd in 2012 door Tinga, zelf oud-politieman en Libanon-veteraan, bedacht en is mede vernoemd naar de blindenhond van de hierboven al genoemde Amerikaan Morris Frank. Buddy was de eerste geregistreerde blindenhond die in 1929 in de VS aan het werk ging. Zoals Frank zich dankzij de hond weer mens voelde, zo geldt dat tegenwoordig ook voor Nederlanders met PTSS die een buddyhond hebben. Zo iemand is oud-politieagent Erika van wie een column in het boek is opgenomen. Ze noemt haar hond Inou een “life-saver”, die haar haar leven heeft teruggegeven.
Tinga ontdekte dat ook tijdens de Eerste Wereldoorlog al bekend was dat honden niet alleen blinden kunnen geleiden, maar dat ze ook getraumatiseerde veteranen kunnen helpen met het omgaan met hun trauma. In een brief van een Duitse militaire arts uit 1917 las hij dat deze dokter en zijn collega’s onder de indruk waren “van de vaardigheden van deze honden en wat dit betekende voor de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen van de blinde baas”. Tinga citeert het volgende fragment uit de brief:
Ik hecht veel belang aan de aanschaf van honden die oorlogsblinden begeleiden. Afgezien van het mentale effect op de oorlogsblinden, het gevoel van veiligheid en onafhankelijkheid, ben ik overtuigd van het voordeel dat de oorlogsblinden aan deze honden hebben…
Asielhonden en training
Dat honden in staat zijn mensen te helpen om beter te functioneren, mag duidelijk zijn. In ruim honderd jaar is dat onveranderd gebleven. Wat wel is veranderd, zijn de selectie en training van geleidehonden. “De mensen die honderd jaar geleden de eerste blindengeleidehonden opleidden moesten aanvankelijk zelf maar uitzoeken wat een hond moest kunnen”, schrijft Tinga. Hij legt uit dat in Nederland tot 1983 asielhonden werden uitgekozen om getraind te worden als geleidehond, terwijl hiervoor tegenwoordig bij voorkeur honden van het retrieverras, zoals labradors en golden retrievers, worden uitgekozen. Die brengen hun eerste levensjaar in huiselijke sfeer door bij een gastfamilie.
In het verleden moesten instructeurs de tuigen voor de honden zelf maken en ooit was het heel gewoon om honden tijdens de training te straffen, terwijl men tegenwoordig weet dat belonen niet alleen diervriendelijker is maar ook veel beter resultaat oplevert.
Of je nou geïnteresseerd bent in geleidehonden en hun geschiedenis, een hondenliefhebber bent of meer wilt weten over de auteur, Superhond is een ontzettend optimistisch en leerzaam boek. Kees Tinga laat hierin zien dat hij behalve een uitstekende hondentrainer ook een geweldige verhalenverteller is met een grote kennis van de geschiedenis van de geleidehond. De columns van de bezitters van een geleide- of buddyhond vormen een doeltreffende aanvulling op zijn eigen teksten en tonen aan hoe bepalend en zelfs levensreddend de band tussen hond en mens kan zijn, toen en nu.