Het Bosman-arrest (1995)

David tegen Goliath
4 minuten leestijd
Het Bosman-arrest (1995)
Het Bosman-arrest (1995) - bevrijding voor voetballers

Op 15 december 1995 stond de voetbalwereld op zijn kop. Het Europese hof deelde een doodschop uit aan het transfersysteem dat in het voetbal gebruikelijk was. Tot dan toe konden voetbalclubs een transfersom vragen voor een vertrekkende speler. Ook als zijn contract afgelopen was. Ineens was dat niet meer zo. De meeste voetbalsupporters die het een dag later in de krant lazen zullen zich op dat moment de verregaande gevolgen niet hebben gerealiseerd. Die openbaarden zich de jaren daarna. Een verhaal over het Bosman-arrest.

Embleem van Maar RFC Liège, de club die Bosman niet wilde laten gaan
Embleem van Maar RFC Liège, de club die Bosman niet wilde laten gaan
De transferregels waren al jaren in strijd met de Europese verdragen. De bestuurders van de voetbalbonden voelden zich echter ver boven deze regels verheven. Al in 1989 stelde het Europese parlement de situatie aan de kaak. Daar gebeurde echter helemaal niets mee. De situatie had nog jaren kunnen doorgaan als een Belgische voetballer niet een rechtszaak was begonnen tegen de regels. Deze belg was Jean-Marc Bosman. Van hem had bijna niemand gehoord tot het moment dat hij met de uitspraak geschiedenis schreef.

De Waalse Jean-Marc Bosman (1964) timmerde gedurende de jaren tachtig aan de weg als voetballer in België. Hij deed het aardig al was hij ook geen topper. Zijn bekendheid zou waarschijnlijk minimaal zijn geweest als hij in 1990 niet in conflict was gekomen met zijn club. Hij stond in dat jaar onder contract bij Maar RFC Liège. Het contract liep in de zomer van 1990 af. Hij kon alleen een nieuw contract krijgen onder veel slechtere voorwaarden. Daarom besloot hij uit te kijken naar een andere club. Dat leek geen probleem te zijn. US Duinkerken wilde hem wel hebben. Maar RFC Liège liet Bosman niet zomaar gaan. Ze eisten een flinke transfersom. De clubs kwamen er niet uit en de deal ging niet door. Bosman stond met lege handen. Geen contract en ook geen kans om elders aan de slag te kunnen. De Belgische voetbalbond wilde hem ook niet helpen omdat die liever de clubs te vriend hielden. Ondanks dat die de regels overtraden.

Bosman wilde zijn voetbalschoenen aanvankelijk aan de wilgen hangen, maar het liep anders. Via zijn vrouw kwam hij in contact met Jean-Louis Dupont. Dit familielid was als advocaat stagiair in de leer bij het bureau van Luc Misson. Volgens de jonge Dupont waren de praktijken die de voetballoopbaan van Jean-Marc de nek omgedraaid hadden in strijd met de Europese regels. Het verdrag van Rome garandeerde namelijk vrij verkeer van werknemers. Dus waarom zou Jean-Marc Bosman niet naar een andere club mogen? Met dat argument stapte Bosman, met Dupont en Misson, naar de rechter. Een stap die zeer verregaande gevolgen zou hebben. Zijn tegenstanders werden bondsvoorzitter Michel d’Hooge en diens secondanten Jan Peeters en Frans Meulemans.

In 1991 wist Bosman zijn gelijk te halen bij de rechter. De Belgische voetbalbond ging echter in beroep en ook de UEFA was zich er inmiddels mee gaan bemoeien. Er was de bonden veel aan gelegen dat de uitspraak geen stand zou houden. De Belgische bond verzekerde de UEFA dat ze het varkentje wel zouden wassen. Bosman kreeg een medestander in Jim Janssen-van Raaij. Deze Europarlementariër (CDA) combineerde zijn functie met het voorzitterschap van de spelersvakbond FIFpro. Hij was al eerder bezig geweest met deze materie. De transferregels waren hem al jaren een doorn in het oog en hij zag een kans er eindelijk mee af te rekenen. De rechtszaak werd ook uitgebreid met een strijd tegen de regel voor een maximum aantal spelers uit het buitenland.

Uitspraak in het Bosman-arrest:

De juridische strijd verliep zeer traag en eiste een zware tol van Bosman. Zijn vrouw verliet hem en als voetballer lukte het ook niet meer. Hoewel hij enkele kleine contracten kreeg bij kleine clubs, kon hij nergens lang blijven doordat hij binnen de UEFA een paria was geworden. Ook financieel raakte hij volledig aan de grond. Hoewel FIFPro hem financieel een beetje steunde had hij het financieel zwaar. Bosman moest zijn huis verkopen en trok in bij zijn ouders waar hij een tijd lang in de garage woonde. Maar de zware strijd loonde. Keer op keer won hij. In 1992 was hij op het Europese niveau aanbeland. Op dat moment begonnen de voetbalbestuurders in paniek te raken. Er werd zelfs geld geboden om Bosman te laten stoppen. Maar Bosman zette tot aan het einde van de rit door. Ook was er een sterke politieke lobby. De tegenstanders van Bosman wisten zelfs de Belgische premier Jean-Luc de Haene en EC-voorzitter Jacques Delors voor de kar te spannen. Maar ook dat had geen resultaat. In de nazomer van 1995 gaf advocaat-generaal Carl Otto Lenz de voorzet. Hij adviseerde het hof om de transferregels per direct naar de prullenbak te verwijzen.

Op 15 december 1995 kwam de inkopper. Rechter Gil Carlos Rodríguez Iglesias stelde Bosman op alle fronten in het gelijk en ging zelf verder dan dat. Vanaf dat moment was iedere speler transfervrij en waren er geen beperkingen meer aan het aantal buitenlandse spelers. De situatie zou per direct ingaan en de voetbalbonden werd niet eens een overgangsperiode gegund, iets dat Lenz nog wel had geadviseerd. Het hof had geen zin om in de overgangsperiode weer een stoet lobbyisten langs te krijgen. Bosman kreeg daarnaast een fikse schadevergoeding. David had Goliath verslagen en het Bosman-arrest was een feit. Voor het grote publiek kwam de uitspraak als donderslag bij heldere hemel. Jarenlang wist de zaak niet veel publiciteit te behalen. Hoewel de door voetbalbestuurders voorspelde chaos wel meeviel, veranderde er de jaren daarop veel in het voetbal. Ineens werd de onderhandelingspositie van spelers een stuk sterker en de mogelijkheden waren ineens veel groter. Dat had grote gevolgen voor de salarissen, die fors stegen.

Velen profiteerden van het Bosman-arrest. Spelers kregen hogere salarissen. En ook de advocaten Dupont en Misson konden ineens de hoofdprijs vragen vanwege het winnen van een onmogelijke zaak. De enige die er nauwelijks wijzer van werd was Jean-Marc zelf. Naarmate zijn heldenstatus wegebde werd hij weer vergeten. Nadat alles voorbij was, lukte het hem niet om een nieuwe rol te vinden voor zichzelf. In het voetbal was hij niet meer welkom terwijl dat het enige was waar hij voor was opgeleid. Bosman raakte aan lager wal, verloor het geld dat hij gekregen had na de zaak en leeft sindsdien weer een armoede. Of het Bosman-arrest goed is geweest voor het voetbal zullen we maar in het midden laten. Het recht heeft in ieder geval gezegevierd.

~ Rogier Verkroost

Meer sportgeschiedenis
Boek: Voetbalgeschiedenis

Rogier Verkroost (1983). Werkzaam als campagnedeveloper en gemeenteraadslid (D66) in Eindhoven. Geen professionele achtergrond als historicus maar wel een zeer ruime interesse in geschiedenis en dan met name die van 1900 tot heden. Een buitengewone interesse is er voor media, politiek en cultuur.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×