Verzetsstrijdster Mia Scholten-van den Bergh (96) is vorige week in Canada overleden. De Brabantse hielp onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog en deed mee aan verzetsacties.
Mia Van den Bergh werkte tijdens de oorlog als afdelingshoofd van de bonnenuitgifte van de gemeente Oss en regelde bonnen voor verschillende onderduikers in de gemeente. Ook bezorgde ze hen vervalste identiteitspapieren. Door haar acties kwamen er steeds meer huiszoekingen en bedreiging op haar adres, waardoor ze zelf uiteindelijk moest onderduiken. Ze sloot zich aan bij de verzetsgroep in het nabijgelegen Nuland en was ook hier betrokken bij verschillende verzetsacties. Later werd ze koerier voor een verzetsgroep in Tilburg en smokkelde ze per trein illegale papieren het land door.
Kort voor de bevrijding werd haar toenmalig verloofde, Frans van Geluck, opgepakt. Hij overleed in concentratiekamp Bergen Belsen.
Na de oorlog sloot Van den Bergh zich aan bij de Binnenlandse Strijdgroepen die armlastigen voedsel verstrekten. In 1952 emigreerde ze met haar gezin naar Canada. Daar overleed ze op 4 maart 2010. Een groot deel van haar herinneringen staan op internet beschreven.
Onderscheidingen
Van de Bergh kreeg in 1982 het verzetsherdenkingskruis van de Nederlandse Consul-Generaal in Canada. In 1985 ontving ze bij de nationale herdenking in Apeldoorn een speciale plaquette van prins Bernhard. Ook werd in Israël een boom voor haar gepland als dank voor haar hulp aan de Joden.
In Oss woonden voor de Tweede Wereldoorlog 364 Joden, van wie er 252 werden gedeporteerd. Van hen overleefden slechts zes mensen de concentratiekampen. Oss werd op 19 september 1944 onverwacht bevrijd, tijdens de operatie Market Garden. De dagen daarna werd er in Oss nog heftig geschoten, waarbij Van den Bergh bijna omkwam.
