Het gaat om het portret van Anna Jacobsdr Blaeu (1556-1627) van de schilder Cornelis van der Voort. De redactie van televisieprogramma Brandpunt ontdekte dat het schilderij in oktober 1941 deel uitmaakte van de veiling van de collectie van de Joodse bankier Paul May.
Deze bankier pleegde, net als zijn vrouw, zelfmoord op de dag dat Nederland zich in 1940 overgaf. De Duitsers namen zijn kunstcollectie vervolgens in beslag en lieten deze veilen. Het Amsterdam Museum kocht het werk in 1965 op een veiling in Keulen en zegt niet op de hoogte te zijn geweest van de exacte herkomst.
Het museum laat in een reactie op de uitzending van Brandpunt weten zelf grondig onderzoek te verricht naar de herkomst van stukken in de eigen verzameling. Dit in het kader van het onderzoek Herkomst Verwervingen na 1933 dat in 2009 door de Nederlandse Museumvereniging (NMV) werd opgezet.
Het Amsterdam Museum schrijft het jammer te vinden dat in de Brandpunt-uitzending weinig aandacht wordt besteed aan dit eigen onderzoek. Pas tijdens de opname van een interview met hoofd documentatie Judith van Gent werd het museum naar eigen zeggen geconfronteerd met de ontdekking van Brandpunt-redactie. Het Amsterdam Museum:
Brandpunt is het museum als het ware voor. Het museum heeft zich altijd open opgesteld om bevindingen van externe onderzoekers te gebruiken. Het Amsterdam Museum heeft de redactie daar herhaaldelijk op gewezen, maar de redactie heeft, ondanks afspraken hierover, geen verwijzingen naar het lopend onderzoek opgenomen. Wij betreuren de werkwijze van Brandpunt ten zeerste, aangezien het item nu kan leiden tot tendentieuze en vooral voorbarige gevolgtrekkingen over het herkomstonderzoek van Nederlandse musea.
Het Amsterdam Museum bezit zo’n 20.000 kunstwerken van na 1945.
