Vroege popfestivals in Nederland
Internationaal is het eind van de ‘hippieperiode’ vaak aangegeven met het desastreuze Altamont Free Concert bij San Francisco op 6 december 1969 (veel geweld, vier doden), dat volgde op het geïdealiseerde Woodstockfestival in de staat New York in augustus van dat jaar. Ook in Nederland was toen al ervaring met popfestivals opgebouwd. Maar het tijdperk van de echt grote, meerdaagse festivals moest nog beginnen.
Het Holland Pop Festival in het Kralingse Bos op 26-28 juni 1970 wordt algemeen beschouwd als het Nederlandse Woodstock. Voordien waren er al enkele geruchtmakende festivals geweest. ‘We leven in een elektriese tijd,’ proclameerde een wervende tekst voor het Nederlandse flowerpowerfestival Hai in de Rai op 11 augustus 1967, het ‘eerste gigantiese bie lief festival in town’. Lief zijn voor elkaar was de simpele ideologie, waar de commercie direct gretig op inspeelde. In de Ahoy in Rotterdam voltrok zich van 10 tot 14 november in datzelfde jaar Hippy-Happy, een ‘beurs voor tieners en twens’, waar Jimi Hendrix zijn enige liveoptreden ooit in Nederland had.
A Flight To Lowlands Paradise
De periode van meerdaagse festivals met merendeels alternatieve pop begon echt op 24 en 25 november 1967 met A Flight To Lowlands Paradise in de Utrechtse Jaarbeurs. ‘Tot 8 uur smorgens,’ meldde het affiche, met ‘gratis ontbijt’. De entree bedroeg tien gulden en een grote lijst veelal onbekende acts passeerde de revue, maar ook bekende of opkomende Nederbands zoals The Motions, The Golden Earrings, The Outsiders, Group 1850, Rob Hoeke, The Zipps. Uit Engeland kwamen The Crazy World of Arthur Brown en The Incredible String Band.
Eén van de organisatoren was kunstenaar Bunk Bessels, die was aangesloten bij de provoachtige beweging Volte (met een gelijknamig blaadje) in Utrecht. Tijdens het festival moest het voor iedereen mogelijk zijn…
Een naakte saxofonist
De gewenste ‘optimale communicatie’ werd wel gehinderd doordat er op dit festival steeds drie bands simultaan speelden. BBC-discjockey John Peel kwam naar Lowlands met de Engelse band The Deviants en zag ‘several thousand bewildered people’. Beeldhouwer Jacques Jutte speelde naakt saxofoon en werd afgevoerd door de recherche, terwijl volgens het fanclubblad van The Outsiders verder ‘iedereen tevreden scheen met iedereen’; om drie uur ’s nachts lagen de lichamen op en over elkaar en ‘een vreemde geur kwam je tegemoet’.
De Utrechtse politierechter mr. Klaver, een uitgesproken conservatief, bezocht het festival eveneens en meldde:
‘De sfeer was er verstikkend, de jongelui zaten er als een stelletje broedende kippen in een hels kabaal bij elkaar.’
Een tweede editie van het Lowlands-festival volgde in de Jaarbeurs op 28 december 1968. Er kwamen 22.000 mensen op af, een ontstellende menigte. Achttienduizend konden binnen, vierduizend jongeren moesten in de kou blijven staan. Sneeuwbalrelletjes met de bereden politie, grote namen die hadden afgezegd (Jimi Hendrix, The Who, Jeff Beck) en financiële perikelen luidden een lange pauze in de Lowlandtraditie in tot 1993.
Lochem
De herleving was te danken aan organisator Joost Carlier, die de naam A Flight To Lowlands Paradise had gekocht voor zijn festival in Biddinghuizen. Dit was weer de opvolger van een beroemd festival in Lochem, waarvan de eerste editie plaatsvond in mei 1968 en dat óók was georganiseerd door Carlier, toen nog een zeventienjarige scholier. Hoofdact van deze ‘Popmeeting’ in de openlucht van Lochem was de vaderlandse band Les Baroques. Er waren een draaiorgel en kralenshops. Kunstenaar Bennie Jolink, de latere frontman van boerenrockgroep Normaal, presenteerde de artiesten en was actief als action painter. Eerst smeet hij emmers verf over bezoekers en vervolgens rolde hij deze personen over een doek heen en weer: tijdgeest in optima forma.
Maar zelfs de Lochemse Popmeeting was niet het eerste Nederlandse openluchtfestival; die eer gaat naar het beatfestival in openluchttheater de Kösterskoele in het Overijsselse Markelo op 4 mei 1967 (Hemelvaartsdag), dezelfde dag waarop in Doetinchem een negen uur durende indoor-beatmarathon werd gehouden.
Free Village in Eerbeek
‘Free village was het eerste echte festival van ons land,’ kopte De Stentor boven een retrospectief artikel in 2019, waarin wel Woodstock, Lowlands en Pinkpop worden genoemd, maar Kralingen niet… Dit net niet meerdaagse festival vond plaats in het Gelderse Eerbeek op zaterdag 13 september 1969 – een maand na Woodstock – en was een project van de lokale jeugdwerker Wim Smids en collega Allard van Lenthe, die in 1965 al van zich deed spreken bij een provo-achtige happening rond ’Het Coevorder Lieverdje’. Van Lenthe was intussen jeugdwerker bij De Zambar in Deventer, een ‘progressieve soos in het centrum van de Koekstad’, aldus weekblad Hitweek in juli 1968.
Het openluchtfestival met vrije kampeermogelijkheid – er werd ook wel in de voortuinen van dorpsbewoners overnacht – duurde 24 uur en vond plaats op vijf locaties, variërend van het plaatselijke voetbalveld met twee muziektenten tot de dorpsmarkt met straattheater en de picknickplaats van een scouting-blokhut. Tussen de locaties waren met behulp van een ecolinemengsel oranje ‘straten’ aangebracht.
Een vage idealistische achtergrond bleek uit faciliteiten zoals een informatiemarkt en een macrobiotische picknickplek. De tegen de 6000 bezoekers kwamen toch vooral voor de sfeer en de bekende Nederlandse bands die aantraden, zoals The Motions, Shocking Blue, Brainbox, Earth and Fire, Livin’ Blues en Blues Dimension. Poëzie-optredens waren er van een nog onbekende Jules Deelder en de in deze omgeving geboren Johnny the Selfkicker. Kunstenaar Bennie Jolink was ook in Eerbeek aanwezig, om met goed resultaat gebreide stropdassen te verkopen. Van Lenthe in 2019:
‘Om dat te bewijzen, stak hij met een lucifer een briefje van tien gulden aan, waarmee hij vervolgens zijn sigaar aandeed. Hoogmoed in kwadraat.’
Zwartebanders en politie
‘Het Woodstock van de Veluwe’ noemde radiomaker Karel van de Graaf dit festival en dat liet zich aflezen aan de wolken van hasj en wiet die in het zwerk oplosten, terwijl ook veelvuldig LSD-trips werden ondernomen. Vóór donker waren ook de condooms uit de NVSH-kraam al uitverkocht. Artsen waren aanwezig om bad trips of verwondingen in goede banen te leiden.
Free Village is een ten onrechte in het vergeetboek geraakte voorloper van Kralingen – maar speelde in tegenstelling tot zijn veel grotere en jongere broer wél quitte. Terwijl een overeenkomst met Kralingen toch het streven van veel jongeren was om gratis binnen te komen. De organisatoren hadden daarom zwartebanders van de Eerbeekse judovereniging ingeschakeld, terwijl op een nabije camping de politie post had gevat. Van Lenthe:
‘Een kleine gespierde indo nam een knul in de houdgreep. Als ik mijn ogen sluit, zie ik hem daarna nog door de lucht vliegen en landen op zijn rug in de sloot. Zijn maatjes, zo’n tien tot twintig mannetjes, dropen af.’
Pinkpop
En vervolgens kwam Kralingen, het ‘echte’ Nederlandse Woodstock? Nee. Op Pinkstermaandag, 18 mei 1970, beleefde Geleen de eerste editie van Nederlands oudste gecontinueerde popfestival, later hét Nederlandse festival van internationale faam: het door Jan Smeets gecreëerde Pinkpop, in 1970 nog eendaags, met een programma dat voornamelijk bestond uit Nederlandse bands met als topattractie Golden Earring. Bijna was Pinkpop bij de eerste editie al ten onder gegaan. Smeets:
Pinkpop is het Nederlandse voorbeeld van de evolutie van de festivalcultuur vanuit de sub- naar de mainstreamcultuur, al was de scheidslijn vanaf het begin vaag. Het woord van historicus James Kennedy dat de scheiding tussen de dominante en de tegencultuur in Nederland soms niet dieper dan een greppel was, werd ten aanzien van de festivals meer en meer bewaarheid naarmate zij zich continueerden en vermenigvuldigden. Pinkpop verkaste naar Landgraaf en vierde in 2020 de vijftigste editie, nadat Smeets het jaar tevoren afscheid had genomen. De maatschappelijke ramp van het coronavirus verstoorde daarna weliswaar even de continuïteit. Maar zelfs Jazz Bilzen (1965-1981), de ‘moeder van alle festivals’ in onze contreien dat als eerste Europese festival jazz en rock samenbracht, kon de prestatie van Pinkpop niet evenaren.
Boek: De vlucht naar boven. Tegenculturen in Nederland in de jaren zestig en zeventig