Dark
Light

De Beatles in India – Een zoektocht naar spirituele gelukzaligheid

Auteur:
13 minuten leestijd
De verlaten ashram van Maharish Makesh Yogi in Rishikesh, met op de wand vier portretten van de Beatles, 2012
De verlaten ashram van Maharish Makesh Yogi in Rishikesh, met op de wand vier portretten van de Beatles, 2012 (CC BY-SA 4.0 - Guy P Atkinson - wiki)
George Harrison stond ook wel bekend als de ‘stille Beatle’. In het openbaar liet hij het podium vaak aan de andere leden van de wereldberoemde band (waarvan vandaag een ‘nieuw’ nummer verschijnt). Op muzikaal vlak drukte de gitarist echter wel een duidelijk stempel. Hij is het brein achter verschillende grote hits en introduceerde eind jaren zestig Indiase invloeden en de sitar. In het recent verschenen boek George Harrison staat de bekende auteur Philip Norman uitgebreid stil bij het leven van deze mysterieuze Beatle, die ook solo uitermate succesvol was. In onderstaand fragment uit het boek staat de reis naar India centraal die de Beatles in 1968 maakten. In de zogeheten ashram van Rishikesh zouden ze daar deelnemen aan een intensieve training transcendente meditatie van spiritueel leider Maharishi Mahesh Yogi.


‘Denk alsjeblieft niet dat ik gek ben geworden’

Niet alleen George, maar het hele collectieve brein van de Beatles kreeg steeds meer het gevoel dat het leven toch ook nog iets anders te bieden moest hebben dan wereldroem, grote rijkdom, luxevilla’s en speeltjes bij de vleet. Maar Pattie Harrison (George’s echtgenote, red.) was degene die een mogelijke weg daarnaartoe ontdekte.

De Beatles in 1967
De Beatles in 1967
In februari van het jaar ervoor, vlak nadat ze met George uit India was teruggekeerd, was Pattie met een vriendin een cursus gaan volgen onder leiding van de Britse beweging voor Spirituele Wedergeboorte (Spiritual Regeneration), waarvan de leider, Maharishi Mahesh Yogi, regelmatig Groot-Brittannië aandeed om onderricht te geven en nieuwe volgelingen te rekruteren.

De Beatles hadden de Maharishi op de televisie zijn systeem van transcendente meditatie zien uiteenzetten, en dat hadden ze best interessant gevonden. Een vriendin van Paul McCartney, Maggie McGivern, was toen al overstag gegaan, waarop Paul een ‘meditatiekapel’ in de tuin van zijn nieuwe woning in Noord-Londen had laten bouwen. Pattie, en niet Paul, was echter degene die door een aankondiging in de krant ontdekte dat de goeroe weer in het land was en op 24 augustus in het Londense Hilton zou spreken.

Bij wijze van uitzondering werden nu tijdelijk ook vrouwen in het collectieve brein opgenomen, want Paul trommelde niet alleen de Harrisons op, maar ook John en Cynthia Lennon, plus zijn eigen partner, de actrice Jane Asher. Ringo moest verstek laten gaan omdat zijn vrouw Maureen in het ziekenhuis (bijna) lag te bevallen van hun tweede kind.

De Maharishi was een nogal klein uitgevallen man met slierterig haar, een zwart-witte meerpuntige baard, en een opvallend hoge stem, die de indruk wekte dat hij zich permanent ergens over verkneukelde. Maar ondanks zijn wat komische voorkomen had hij een fascinerende boodschap. Door transcendente meditatie konden zijn toehoorders ‘volmaakte innerlijke vrede’ vinden, en dat met een tijdsinvestering van slechts twintig minuten per dag.

Na de voordracht spraken John, Paul en George met hem in zijn hotelsuite, waarna ze zich ter plekke bij de Spirituele Wedergeboorte-beweging aansloten, ieder een storting in de kas ervan ter grootte van een weekinkomen toezegden en een pelgrimstocht beloofden te ondernemen naar de ashram van de Maharishi, een in India gelegen religieus heiligdom. Ook gaven ze zich op voor een tiendaagse introductiecursus die hij in Bangor in Noord-Wales ging geven, en die de volgende dag al van start zou gaan.

In de tussenliggende 24 uur sloten Mick Jagger, zijn vriendin Marianne Faithfull, Cilla Black en Jenny Boyd zich bij de rekruten aan. Net als de Maharishi gingen ze allemaal gewoon met de trein; het was de vrijdag van een landelijk extra lang vrij weekend, en dus werden ze door massa’s mensen – en camera’s – aangestaard.

Maharish Makesh Yogi, 1967
Maharish Makesh Yogi, 1967 (CC0 – Ben Merk / Anefo)
Voor de Beatles was het de eerste reis sinds jaren zonder een manager die alles soepeltjes liet verlopen: John vergeleek het met het maken van een reisje zonder broek aan. Brian Epstein (toenmalig manager, red.) – die zelf meer behoefte had aan ‘volmaakte innerlijke vrede’ dan de Beatles wisten – was dat weekend verhinderd maar had beloofd om op een later tijdstip bij de lessen van de Maharishi aan te schuiven.

Die avond bleken de supersterren en hun gevolg het te moeten doen met een tamelijk spartaans onderkomen in het pand van een pedagogische academie, zonder dat er voor hen, zoals ze gewend waren, iets speciaals was geregeld. Bangor was niet groot en het enige restaurant dat zo laat nog open was, was een Chinees.

In Londen zouden ze het eten aangeboden hebben gekregen, maar in Noord-Wales was dat niet aan de orde, en doordat supersterren net als leden van het Koninklijk Huis nooit contant geld bij zich hadden en creditcards nog vrijwel nergens waren doorgedrongen, dreigde er een ongemakkelijke situatie te ontstaan. Uiteindelijk zag George in dat er niets anders op zat dan de hak van een van zijn schoenen open te wrikken, waar hij een geheim stapeltje bankbiljetten van 10 pond in had verstopt.

De volgende dag gaf de Maharishi alle leden van het Beatles-gezelschap een eigen mantra oftewel chant, om te voorkomen dat hun gedachten tijdens het mediteren naar wereldlijke zaken zouden afdwalen. John, Paul en George belegden vervolgens een gezamenlijke persconferentie met hun nieuwe goeroe, waarin ze een facet van hun eigen spirituele wedergeboorte aankondigden dat in elk geval op zijn conto kon worden geschreven: voor hen voortaan geen hallucinogene drugs meer. Ze meldden ook dat ze van plan waren in oktober naar zijn Indiase ashram af te reizen en daar drie maanden lang zijn onderricht te volgen.

Slecht nieuws

In die tijd bestonden er nog geen mobieltjes, en dus waren ze voor hun contact met de buitenwereld aangewezen op een telefoon in een kantoortje van de school. En via die telefoon kregen ze op de zondag van dat weekend het nieuws te horen dat Brian in zijn huis in Chapel Street, Belgravia, op tweeëndertigjarige leeftijd was overleden, waarschijnlijk aan de gevolgen van een overdosis slaappillen.

Vrijwel onmiddellijk daarna werd John in een felle gloed van televisielampen om een reactie gevraagd. ‘Ik had hem nog nooit zó kapot gezien,’ zei Pattie later. George was ook volledig van de kaart – hij was de laatste Beatle die Brian nog had gesproken – maar wist kracht te putten uit de gedachtewisseling die ze kort daarvoor met de Maharishi hadden gehad, en ook, al was het wat wrang, uit de tekst van ‘Within You Without You’. ‘De dood bestaat eigenlijk helemaal niet,’ hield hij de pers voor.

‘In lichamelijke zin misschien wel, maar het leven gaat overal door en je blijft altijd aanwezig.’

Krantenbericht over de dood van Beatles-manager
Krantenbericht over de dood van Beatles-manager
Het trieste feit was dat het met Brian steeds slechter was gegaan sinds de Beatles de tournees hadden afgezworen en hun creatieve leven vrijwel uitsluitend in de opnamestudio wilden voortzetten, want dat betekende dat hij niet meer als een liefhebbende vader zijn ‘jongens’, zoals hij ze nog steeds was blijven noemen, in de watten kon leggen en alles voor ze kon regelen.

In september 1967 zou het contract aflopen dat hij in 1962 met vier in zwart leer geklede knullen had afgesloten. Ondanks de vijf fantastische jaren die ze samen hadden gehad, vreesde hij dat ze het mogelijk niet zouden verlengen. En al had hij daarna nog een aantal geweldige Liverpoolse artiesten ontdekt – onder wie Cilla Black, die hij bijna even liefdevol had verzorgd als de Beatles – geen daarvan zou het verlies van de Fab Four kunnen compenseren.

Ook al was hij duidelijk nogal weg van John, toch leefde hij in de veronderstelling dat zijn jongens al die tijd niets van zijn seksuele geaardheid hadden gemerkt. In werkelijkheid hadden ze het direct al doorgehad en vonden ze het ook geen enkel probleem, al herinnert Pattie zich wel dat George een hekel had aan de nichterige grapjes die Brian en diverse andere homoseksuele mannen die hij in dienst had met elkaar maakten.

Het beste wat de Summer of Love feitelijk had opgeleverd, was dat er in Groot-Brittanië een wet was aangenomen die seks tussen twee mannen legaal maakte, mits ze ouder dan eenentwintig waren en er sprake was van wederzijdse instemming. Maar dat had Brians gevoel van schaamte niet weggenomen, noch zijn neiging er gewelddadige en op hem parasiterende minnaars op na te houden. Hij voelde zich zó eenzaam en verloren en was zó bang dat hij zijn allergrootste liefde kwijt zou raken, dat hij steeds meer in de ban van alcohol en slaappillen was geraakt, waarbij hij door het eerste middel vaak het zicht verloor op de hoeveelheid die hij van het tweede middel had ingenomen. De schouwarts stelde als doodsoorzaak de ‘onbehoedzame zelftoediening’ van slaapmiddelen en cognac vast.

Malle jongens

De dood van Brian was uiteraard groot nieuws, maar wat nog veel breder in de pers werd uitgemeten was de schijnbare onvrede van de Beatles met hun Beatles-zijn. De algehele verbazing hierover bereikte zelfs de hoogstgeplaatste persoon van het land: toen de baas van EMI, Sir Joseph Lockwood, een receptie op Buckingham Palace bezocht, ontving de koningin hem met de vraag:

‘De Beatles beginnen nu toch wel érg mal te doen, vindt u ook niet?’

In de media werd unaniem afgegeven op de Maharishi – die inmiddels ‘de giechelende goeroe’ werd genoemd – en diens invloed op de jonge mannen die ooit alleen maar grappig bedoelde opmerkingen hadden gemaakt maar nu iedereen uitgebreid doorzaagden over mantra’s en het bereiken van een ‘toestand van gelukzaligheid’. Tijdens een aantal televisieoptredens sprongen John en George voor hem en meditatie in de bres. Zo was er een studiodebat onder leiding van David Frost, met enkele sceptische figuren uit het establishment, onder wie de jurist en schrijver John Mortimer; diens advocaterige geschimpscheut tegen wat hij het ‘mystieke’ noemde maakte bij George een welsprekendheid los die men niet van hem gewend was. ‘“Dat mystieke” bestaat helemaal niet,’ zei hij. ‘Het is een woord dat gebruikt wordt door mensen […] die er geen idee van hebben wat het allemaal inhoudt.’

Geboortehuis van George Harrison, waar hij tot zijn zevende met zijn ouders woonde
Geboortehuis van George Harrison, waar hij tot zijn zevende met zijn ouders woonde
Omdat hij zich realiseerde hoe bizar dit allemaal op zijn ouders moest overkomen, schreef George hen een briefje om hen ervan te verzekeren dat de Maharishi hem niet van hen had vervreemd.

‘Denk alsjeblieft niet dat ik gek ben geworden, want dat is echt niet zo… ik hou namelijk meer van jullie dan ooit tevoren.’

Joodse begrafenissen vinden altijd zo snel mogelijk plaats, en het wekte enige verbazing dat de Beatles niet de besloten afscheidsceremonie voor Brian bijwoonden die in de Long Lane-synagoge in Liverpool werd gehouden zodra de lijkschouwing afgerond was, maar de uitvaartdienst in Londen afwachtten, die vijf weken later werd gehouden en vergeven was van de sterren.

George stuurde één zonnebloem, die Brians Amerikaanse zakenpartner Nat Weiss namens hem in het open graf moest gooien – een wat kosmisch gebaar, dat een sterk contrast vormde met zijn liefhebbende houding jegens zijn vader en moeder, en een nogal ondermaatse indruk maakte. (…)

300 kilometer ten noorden van Delhi, aan de voet van het Himalaya-gebergte, ligt de stad Rishikesh, aan de oevers van een van de heiligste gedeelten van de Ganges. In februari 1968 toog een vierentwintigjarige Canadees genaamd Paul Saltzman op de bonnefooi naar de ashram van de Maharishi, waar hij als leerling aan de slag hoopte te kunnen gaan. Hij kreeg te horen dat de ashram dicht was omdat de Beatles er waren en dat het vooralsnog niet mogelijk was de goeroe te spreken te krijgen.

Saltzman zei dat hij dan wel zou wachten, omdat hij ‘emotioneel in grote nood’ verkeerde. Hij sloeg buiten de poort zijn tent op; dat de Beatles heel dichtbij waren hield op dat moment voor hem uitsluitend in dat ze zijn toegang tot de Maharishi blokkeerden. Na een week had zijn vasthoudendheid eindelijk resultaat.

Men nam hem mee naar het onderkomen van de Maharishi, waar hij in een grote meditatiekapel plaats moest nemen. Vrijwel onmiddellijk daarna ging er een deur open, waar de vier Beatles door naar binnen kwamen, in het gezelschap van Cynthia Lennon, Jane Asher, Maureen Starkey, Pattie Harrison, Patties zus Jenny en hun roadie, Mal Evans. ‘We zaten allemaal op een rij, heel dicht tegen elkaar aan,’ vertelde Saltzman later. ‘Mijn knie en die van George Harrison waren maar een centimeter of vijftien van elkaar verwijderd.’

The Inner Light – George Harrison

Toen de Maharishi zijn opwachting maakte, viel het hem op dat George een taperecordertje bij zich had, zo’n ouderwets apparaat met allemaal knoppen. Hij was in een jolige stemming, zei hij tegen George. ‘Heb je daar een nieuw nummer op staan of moet ik even de hele Bhagavad Gita inspreken?’

‘George zette het ding aan en liet de mix van “The Inner Light” horen die hij in Londen had gemaakt. En ineens begint hij zelf met dat bandje mee te zingen. Toen dacht ik echt van: wów!’

De Beatles waren nog maar een week in de ashram, en tot zijn eigen verbazing maakte Saltzman nu deel uit van het verdwijnen van het collectieve brein. Dat ze even de meedogenloze tredmolen van hun bestaan konden ontvluchten begon al vruchten af te werpen. ‘Het waren net broers,’ zei Saltzman. ‘Er was geen enkele wrijving tussen hen. Toen ze op een ochtend van de ontbijttafel waren opgestaan zei ik tegen Mal Evans: “Zijn ze altijd zo lief voor elkaar?” Hij glimlachte even en zei: “Hmm… niet altijd, nee.”’

George Harrison en Ravi Shankar, de man die hem de sitar leerde bespelen
George Harrison en Ravi Shankar, de man die hem de sitar leerde bespelen, 1967(CC BY 4.0 – John Malmin, Los Angeles Times – wiki)
Saltzman had direct een zwak voor George. ‘Als de anderen erbij waren, was hij de rustigste van het stel, maar als je hem alleen trof, was hij heel open en spraakzaam. “Van mediteren krijg je echt zó’n kick,” zei hij tegen me. “Ik ben nog nooit zo high geweest, zelfs niet met drugs op.”’

‘Op een dag zei hij tegen me dat hij zijn sitaroefeningen moest doen en dat ik wel mee mocht als ik dat wilde. We gingen naar een kleine meditatiekapel, waar ik naast hem op de grond ging zitten. Ik heb geen idee of hij nou tien minuten of veertig minuten speelde. Ik was in de zevende hemel.’

Hoewel Saltzman werkzaam was in de Canadese filmindustrie, was hij geen professioneel fotograaf maar ‘gewoon een vent met een camera’, van wie de Beatles, George incluis, het goed vonden dat hij ze zo vaak op de foto zette als hij maar wilde, tot jaloezie van de verzamelde journalisten, die gewapend met telelenzen buiten het terrein van de ashram een kampement hadden ingericht.

Ook al had hij maar een goedkope Pentax, zijn opnames van de in het wit geklede, met bloemslingers omhulde figuren straalden rust en harmonie uit, iets waaraan ook de zachte winterzon van Noord-India een bijdrage leverde. ‘Het was heerlijk,’ vertelde de toenmalige Pattie Harrison later. ‘Alle druk was weg en alle vier de Beatles konden het geweldig goed met elkaar vinden.’ Vooral Cynthia Lennon leek het erg naar haar zin te hebben; ze had het idee dat hun moeizame huwelijk er een enorme opfrisser van kreeg, ook al had John ‘om zich beter op zijn meditatie te kunnen concentreren’ om aparte slaapkamers gevraagd. (…)

The Beatles in India (1968)

Het regime van meditatie in hapklare brokken en driemaal daags een onderhoud met de Maharishi wist de songschrijfmotor van Lennon en McCartney echter maar kort stil te zetten. Al snel waren ze weer even competitief bezig als vroeger, vaak met hun omgeving en mede-mediterenden als onderwerp. Soms waren ze, net als in de begindagen, met z’n tweeën op de gitaar aan het jammen. Volgens Paul hebben ze er samen achtenveertig nieuwe nummers geschreven.

‘Ik heb een keer een foto van ze genomen toen ze ergens op een veranda zaten te spelen; het was iets van Paul, dat ze “Ob-La-Di, Ob-La-Da” noemden,’ vertelde Saltzman later. ‘Maar hij werd niet boos op me. Hij glimlachte even en zei: “De rest moeten we nog verzinnen.”’

George vond het maar niks en zei dat dat niet het doel van hun verblijf daar was; zelf mediteerde hij erop los, en hij was een van de aandachtigste toehoorders bij de lessen van hun goeroe. Maar zelfs hij kreeg een paar ideeën voor songs, en op 25 februari, zijn vijfentwintigste verjaardag, wist men hem over te halen een mini-recital op zijn sitar te geven.

De Maharishi schreef geen volledige onthouding van wereldse zaken voor. Tony Bramwell, hun medewerker die in een luxehotel in Delhi verbleef, voorzag de Beatles tijdens hun ‘detentie’, zoals John het noemde, met grote regelmaat van sigaretten, platen, muziekbladen en filmrolletjes; met een handjevol roepiebiljetten als smeermiddel waren ook alcohol en fantastische marihuana te verkrijgen. (…)

Paul Saltzman had geprobeerd geen misbruik te maken van George’ vriendelijke inborst. ‘Ik hield mezelf voor: “De Beatles hebben al zo’n idioot leven, ze hebben echt geen behoefte aan nog meer vrienden.”’ Maar George was zo ‘attent en zorgzaam’ dat de jonge Canadees toch als vanzelf over de ‘emotionele pijn’ begon die hem in India had doen belanden, over zijn onzekerheid over wie hij eigenlijk was en waarom hij überhaupt bestond, en over de brief die hij van zijn vriendin had gekregen en die begon met ‘Ik ben bij Henry ingetrokken…’

George had toen enkele wijze woorden voor hem, herinnert hij zich, die zo van de Maharishi afkomstig hadden kunnen zijn. Ze zaten getweeën aan de gemeenschappelijke ontbijttafel, toen er ineens vanuit een boom een babyaapje naar beneden kwam en iets van tafel weggriste.

‘We lachten er wat om, en toen zei George ineens: “Wij [de Beatles] waren wereldberoemd en hadden al het geld van de wereld, maar dat is niet hetzelfde als liefde, gezondheid en innerlijke vrede, toch?”’

George Harrison - Philip Norman
George Harrison – Philip Norman
Een week later vertrok Saltzman naar Montreal, om een poging te doen zijn vriendin op Henry te heroveren. Ringo vertrok ook, na slechts twee weken in Rishikesh te zijn geweest; zijn gevoelige maag kon het Indiase eten niet aan en Maureen had last van de vliegen. Paul en Jane bleven vijf weken, waarna good old ‘Magic Alex’ arriveerde en hun bungalow betrok.

John, Cynthia, George en Pattie gingen door met de cursus, die in totaal drie maanden zou duren, hoewel Johns aandacht wel wat begon te verslappen. Hij had de hele tijd ansichtkaarten van Yoko Ono gekregen met teksten als ‘Ik ben een wolk. Kijk omhoog. Zie je me?’

Vertaald door Linda Broeder, Koos Mebius, René van Veen en Saskia Wieberdink

Boek: George Harrison – Philip Norman

×