Gilles de Rais was een Franse maarschalk uit het begin van de vijftiende eeuw, die net als zijn tijdgenoot Jeanne d’Arc op de brandstapel stierf. Echter, om minder nobele redenen. De Rais deed zich voor als diepgelovig man, maar misbruikte en vermoordde meer dan honderd kinderen. Wie was deze man, van wie men zegt dat het sprookje van Blauwbaard van
In 1813 riep politicus Gijsbert Karel van Hogendorp (1762-1834) de soevereiniteit van ons land uit en gaf hij Nederland een grondwet die tot op heden de constitutionele basis van ons land vormt.
Spanje is veranderd in een land van moordenaars en vermoorden, een land waar mensen zomaar worden gearresteerd en na hun arrestatie worden gemarteld en dan al of niet worden vermoord… Deze woorden worden in de roman De vijand van mijn vader uitgesproken door één van de hoofdpersonen. Het gaat hier om de periode tussen 1947 en 1949, die door Spaanse
Van 15 september 1947 tot 10 april 1948 stonden in Neurenberg 24 voormalige leiders van de Duitse Einsatzgruppen terecht voor de moord op meer dan één miljoen burgers, waarvan het merendeel Joden. Deze massamoord vond plaats in de Sovjet-Unie na de Duitse inval op 22 juni 1941. Bij het door de Amerikanen ingestelde militaire tribunaal fungeerde Benjamin Ferencz als hoofdaanklager.
Linda Dielemans is archeoloog bij de gemeente Utrecht. Onlangs verscheen haar eerste kinderboek: Zomerwoud. Dit boek speelt zich af aan het eind van het mesolithicum, wanneer de eerste bandkeramiekers Nederland binnenkomen. We stelden de auteur een aantal vragen: Merk je bij je werk als archeoloog bij de gemeente Utrecht dat kinderen geïnteresseerd zijn in archeologie? En zo ja wat vinden
De bekende biografie van Anne Frank, van de Weense historica Melissa Müller, verscheen oorspronkelijk in 1998 bij uitgeverij Bert Bakker in Amsterdam. Nog steeds geldt haar beschrijving als hét standaardlevensverhaal van Anne Frank, dé Nederlandse personificatie van de Holocaust. In de afgelopen vijftien jaar is er divers nieuw materiaal ontdekt, zoals enkele dagboekfragmenten, brieven van Otto Frank aan familie in
voorjaar 2013 verscheen bij Uitgeverij Matrijs (Utrecht) de Atlas van historische verdedigingswerken in Nederland. Deze atlas analyseert de historische context van oude buiten gebruik geraakte verdedigingswerken in Groningen, Friesland en Drenthe. Niet alleen tekstueel, maar ook visueel is het een prachtig naslagwerk.
Eind november barst in Nederland een orangistische orgie los. Dan wordt herdacht dat prins Willem VI, zoon van de in 1795 naar Engeland uitgeweken stadhouder Willem V, 200 jaar geleden in Scheveningen werd binnengehaald om vorst te worden en twee jaar later koning van het met België en Luxemburg uitgebreide Koninkrijk der Nederlanden. Daarmee kwam aan de verschrikkelijke ‘Franse tijd’
Eind vorig jaar werd in Leeuwarden een symposium gehouden over de toekomst van de Collectie Nederland. Een actueel thema want de museale collecties worden alsmaar groter. Ze worden zo groot dat inmiddels ook wel eens gesproken wordt van onbeheersbaar erfgoed. Socioloog Paul Schnabel, toen nog directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), was in Leeuwarden een van de sprekers.
Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) vatte tien jaar geleden het plan op om een serie uit te brengen over de Nederlands krijgsgeschiedenis. Bij Boom Uitgevers is in 2013 deel 1 verschenen, dat de militaire en strategische aspecten van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) onder de loep neemt. Het is een prachtig boek geworden.
In maart 1994 verscheen De laatste eeuw van Indië van wijlen J.A.A. van Doorn voor het eerst. Na een herdruk in 1995 verschijnt in mei 2013 een derde druk. Dat is volkomen terecht, want dit is een prettig en goed leesbaar boek over de geschiedenis van Nederlands-Indië.
Lachen om de Holocaust, mag dat eigenlijk wel? Deze vraag stelt literatuurwetenschapper Channa Kalmann in het boek Mijn God, waarom hebt Gij ons niet verlaten?, dat gaat over humor (of het ontbreken daarvan) in de Holocaustliteratuur. Aan de hand van tien schrijvers analyseert Kalmann hoe de literaire wereld in de naoorlogse periode schreef over de madsavernietiging van de Joden: met
Historicus Jan Best schreef een klein boekje over zijn ‘oorlogskinderjaren’. Eigenlijk was het de bedoeling dat zijn vrouw Nanny, een bekend auteur van onder meer reisboeken, dit boek zou schrijven. Zij vroeg haar man aantekeningen te maken over zijn jeugd voor zijn twintigste levensjaar toen bij hem prostaatkanker was geconstateerd. Enkele maanden later bleek echter dat Nanny zelf alvleesklierkanker had.
‘Een ‘schavuit’ werd hij wel genoemd. En ‘met de dames ging hij niet altijd even netjes om. Maar hij stond altijd voor zijn jongens’. Met die wervende tekst werd onlangs het boek In het spoor van Bernhard geïntroduceerd. Daar werd suggestief aan toegevoegd:
Ons beeld van de Sovjet-Unie is, vergeleken met nazi-Duitsland, vaak een beetje lacherig: wodka, luiheid en armoede typeren de Rus. De hamer en sikkel roepen minder afkeer op dan het hakenkruis. En een concentratiekamp is in de westerse beeldvorming veel afschrikwekkender dan de Goelag. Maar in hoeverre kloppen dit soort stereotypes? Historica Anne Applebaum beantwoordt deze vraag overtuigend.
Dit boek maakt op een anekdotische manier duidelijk hoe gruwelijk de situatie in de kampen Auschwitz en Birkenau was.
De Eerste Wereldoorlog wordt vaak gezien als een echte loopgravenoorlog. Dat dit beeld is ontstaan is te begrijpen, maar de Eerste Wereldoorlog was ook de oorlog waarbij het vliegtuig voor het eerst als wapen werd ingezet. In het onlangs verschenen boek Luchthelden van de Eerste Wereldoorlog staat deze eerste luchtoorlog centraal.
Met handboeien om en bewaakt door vier Stasi-medewerkers met machinepistolen werd Stefan Herbrich in 1981 afgevoerd naar de rechtbank in Leipzig. Hoewel hij behandeld werd als een zware crimineel was zijn enige misdaad dat hij het had aangedurfd de draak te steken met de politiek van de Socialistische Eenheidspartij Duitsland (SED).
“Hitler is mijn beste vriend. Hij schudt aan de boom en ik raap de appels op.” Deze uitlating werd gedaan door de directeur van het Institute of Fine Arts in New York. De appels waren de Europese kunsthistorici en archeologen, veelal van Joodse afkomst, die na de machtsovername door Hitler naar de Verenigde Staten emigreerden en daar colleges gaven over
Solidariteit tussen rijk en arm was in de Middeleeuwen, net als tegenwoordig, geen vanzelfsprekende zaak.
Velen hebben wellicht nog nooit van het Nationalsozialistische Kraftfahrkorps (NSKK) gehoord. Volgens auteur Alex Dekker is dat ook niet zo vreemd, omdat het een ondergesneeuwd thema is in de geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog. Met Ook gij behoort bij ons wil hij deze leemte vullen.