Een van de publieksfavorieten van het Amsterdam Museum is de replica van café ’t Mandje. De Jordaanse Bet van Beeren nam in 1927 op 25-jarige leeftijd het café op Zeedijk 63 over van haar oom. Ze noemde het In ’t Mandje, omdat haar moeder elke dag eten kwam brengen in een mandje. Bet werd legendarisch door haar grote mond en haar gedrag. In een leren jas scheurde ze op de motor door de stad, soms met een nieuwe verovering achterop. Ze wist al op jonge leeftijd dat ze op vrouwen viel.
Uitkomen voor geaardheid
’t Mandje was één van de eerste cafés waar homoseksuele mannen en lesbische vrouwen hun geaardheid niet behoefden te verbergen. Zoenen was echter niet toegestaan. Alleen op Koninginnedag mochten mannen met mannen dansen en vrouwen met vrouwen. In ’t Mandje kwamen allerlei mensen; hoeren, pooiers, zeelui, artiesten en provincialen. Na de dood van Bet in 1967 zette haar zuster Greet de zaak voort tot begin jaren tachtig, toen heroïne het leven op de Zeedijk ontwrichtte. Jarenlang was het café dicht.
’t Mandje als museumobject
In 1999 kwam er een replica in het museum met enkele originele objecten, zoals de barkrukken. Net als op de Zeedijk hangen er dassen aan het plafond. Bet knipte namelijk de dassen van haar mannelijke bezoekers af en hing die aan het plafond.
De wanden zijn bedekt met prentbriefkaarten, krantenknipsels en foto’s van Bet en van het Koninklijk Huis, want Bet was zeer Oranjegezind. Een echt café is de museumreplica van ‘t Mandje niet. Er staat een tap, maar er wordt niet geschonken. Het is wel een plek geworden waar de verhalen over Bet nog steeds te horen zijn, verteld door haar zus Greet.
’t Mandje heropend
Nadat Greet in 2007 overleed, kwam het café in handen van haar nicht Diana van Laar, die het weer opende. Nog steeds is ‘t Mandje een icoon in de homogeschiedenis van Amsterdam.
~ Amsterdam Museum – Annemarie de Wildt
Boek: Homoseksualiteit in Nederland, van 1730 tot de Moderne Tijd