December ontleent zijn naam ‘tiende maand’ aan de oorspronkelijke Romeinse kalender; het Latijnse woord ‘decem’ betekent namelijk tien.
De maand juni is genoemd naar de licht- of maangodin Juno, in de Romeinse mythologie de vrouw van Jupiter.
Augustus is op het noordelijk halfrond de maand, waarin de graanoogst binnengehaald wordt. De maand is genoemd naar de Romeinse keizer Augustus.
De maand mei ontleent haar naam niet aan een Romeinse, maar aan een Griekse godin: Maia, de godin van de vruchtbaarheid.
De maand april ontleent zijn naam aan het Latijnse woord ‘aperire’, wat ‘openen’ betekent.
Maart was volgens de Romeinse kalender de eerste maand van het jaar. De antieke jaartelling kende maar tien maanden.
Al van oudsher is februari een maand van feesten. Voor de Romeinen was het de maand van boetedoening en voor de Germanen de maand van de vruchtbaarheid.
In januari lag door de vrieskou het werk op het land grotendeels stil. Er was dus volop tijd om te schaatsen.
November ontleent zijn naam ‘negende maand’ aan de vroegere Romeinse kalender, die van maart tot maart liep. Het Latijnse woord ‘novem’ betekent namelijk negen. Daarnaast heeft november nog veel bijnamen, die deze maand kenmerken: slachtmaand, bloedmaand, nevelmaand, jachtmaand, loefmaand, zieltjesmaand en nog meer.
Het is september, herfstmaand en maand van de fruitoogst. In vroeger eeuwen was september ook de maand van de vogelvangst.
De oude bijnamen van de maanden van het jaar verwijzen over het algemeen naar de voor die maanden typerende werkzaamheden op en om het platteland. Zo was juli de maand, waarin er meestal gehooid werd. Tegenwoordig begint men daar vaak al in juni mee.
Sinds vandaag staat de Mirakelkolom weer heel vertrouwd, als een uitroepteken op de plek waar lang geleden een sacramentswonder plaatsvond.
Wie carrière wilde maken in de 19e eeuw moest man zijn. Vrouwen waren van bijna alle beroepen uitgesloten. Maar de ideale verpleegster was een vrouw.
Het verhaal van de “kuise Susanna” behoort tot de deuterocanonieke boeken, die pas later door de Katholieke Kerk aan de Bijbel zijn toegevoegd.
Twee eeuwen geleden zat Amsterdam in de problemen. Over een overvloed aan toeristen werd niet geklaagd. Wie een drukke stad wilde zien moest naar Londen.
In de collectie van het Amsterdam Museum bevindt zich een kleine 3.000 schilderijen. Het overgrote merendeel daarvan is voorzien van een schilderijlijst.
Om voorbereid te zijn op een eventuele atoomoorlog werden tijdens de Koude Oorlog op verschillende plaatsen in Amsterdam atoomschuilkelders geconstrueerd.
De Engelsen brachten in 1666 zo’n zware slag toe aan Nederland, dat het jaar nog altijd bekend staat als rampjaar voor de handelsvloot.
Het is lastig voor te stellen dat het in de negentiende eeuw gebruikelijk was om in een volledig wandeltoilet naar de kust te gaan.
Op 11 juli 2001 ging er een schok door de stad. Herman Brood had een einde aan zijn leven gemaakt door van het dak van het Hilton-hotel te springen.
Het Amsterdam Museum heeft 86 van zijn schilderijen in de collectie. Ze voeren je mee naar zijn tijd: de negentiende-eeuwse Romantiek.